We laten onze thuisgeprinte kaartjes scannen en we mogen naar binnen. Rijksmuseum, here we come! Thijn en Noek lopen ieder met een iPod en volgen de aanwijzingen op van het digitale familiespel, dat ons belooft een aantal geheimen van het museum te zullen verklappen. Dat nodigt wel uit tot doelgericht werken. Voor we er erg in hebben staan we bovenaan de grote trappen , zijn we door de indrukwekkende voorhal met mozaïekvloer gelopen en staan we in de eregalerij.
Iedereen moddert aan. En dat is soms pijnlijk om te zien
We kijken naar het schilderij ‘Het vrolijke huisgezin’ van Jan Steen. Een gezellig familietafereel waar volop gelachen en gedronken wordt. Aantrekkelijk, vind ik. Maar dan komen we via het spel achter een geheim. Jan Steen wil ons namelijk waarschuwen. Wat vrolijkheid lijkt, is eigenlijk losbandigheid. De kinderen in het schilderij drinken stiekem wijn en roken een pijp. En aan de muur van de kamer hangt een stuk papier op een muur met de tekst ‘Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen.’
Gedrag overnemen
Zelfs Jan Steen had het al over voorleven. Jammer alleen dat hij de nadruk legt op de negatieve kant ervan. Die ken ik zelf heel goed. Ik weet welke niet-voor-elke-gelegenheid-geschikte-woorden mijn kinderen van mij hebben geleerd. Ik weet ook welk onhandig of vervelend gedrag ik zelf heb overgenomen van mijn eigen ouders. En ik neem iedere keer voor om met die dingen te stoppen.
Iedereen moddert aan. En dat is soms pijnlijk om aan te zien. Als er weer een kind keihard wordt afgesnauwd in de supermarkt. Als er een baby eindeloos een speen in zijn mond krijgt geduwd als hij huilt. Als er weer een kind wordt afgerekend op zijn schoolprestaties. Ik zie de onmacht bij de ouder en het kind dat zich niet gezien voelt. En het beste wat ik kan doen is mijn veroordeling over het gedrag van de ouder bij me houden, want dat is wel het laatste waar diegene behoefte aan heeft. Dus ik laat het gebeuren, in het besef dat ik zelf ook niet altijd alles even slim aanpak.
Terwijl we verder lopen door het Rijksmuseum laat Jan Steen me niet los. De jongens wringen zich tussen de Japanners en Italianen door en vergapen zich aan de Nachtwacht. Roos is moe van al het lopen en hoewel ze eigenlijk wat zwaar wordt, til ik haar op en bekijken we samen het Melkmeisje van Vermeer. Als Noek klaar is met de schilderijen, laten we hem even rennen in de gangen om zijn energie kwijt te kunnen. En als ik hem er op een gegeven moment op wijs dat hij nu toch even rustiger aan moet doen, omdat we nu eenmaal in een museum zijn met veel andere mensen, begint me iets te dagen.
En het belangrijkste wat ik kan laten zien is dat ik het soms ook niet weet
Voorleven, meer dan wat je je kinderen leert
Voorleven gaat niet alleen over wat je als ouders voorleeft aan je kinderen. Voorleven gaat ook over wat je als ouders voorleeft aan andere ouders. Als ik laat zien dat ik mijn kinderen hun eigenheid laat ervaren en ontwikkelen, dan zullen anderen dat misschien ook gaan doen. Als ik laat zien dat een draagdoek gewoon een fijn en praktisch ding is, dan zullen anderen er misschien ook wel één gaan gebruiken. Maar dat kan alleen als ik mijn eigen oordeel, neiging tot bekeren en beter-weten eruit laat. Ik hoeft niets te zeggen, alleen maar iets te laten zien.
En het belangrijkste wat ik kan laten zien is dat ik het soms ook niet weet. Dat ik regelmatig met mijn handen in mijn haar zit. En dat ik me zorgen maak over wat voor invloed mijn onhandige gedrag heeft op de kinderen. Ik gun het ons als ouders, dat we het gewoon vinden dat we het soms niet weten. En dat we daarover met elkaar in gesprek gaan. Open en eerlijk. Zonder ‘oh, loopt die van jou nou nog steeds niet’ of ‘nou, dat zou die van mij echt nooit doen.’ Dat gesprek moeten we voeren, onze kinderen hebben daar recht op. Zodat ook die ouder die staat te schreeuwen in de supermarkt – en die hebben we allemaal in ons – de volgende keer naar een andere ouder toe durft te stappen en te zeggen dat hij geen idee heeft.
Na twee uur dwalen door het museum is de koek bij de kinderen echt op. Genoeg indrukken voor vandaag. Bij de grote vijver op het Museumplein koelen we af en eten we een ijsje. Ik raak in gesprek met een andere vader. ‘Het Rijksmuseum? Met kinderen? Kan dat?’ Ik glimlach. ‘Ja hoor, met het familiespel en een beetje afstemming op ieders behoeftes kom je een heel eind.’