Dertig jaar geleden bestonden ze nog. Meesters. Ik had in de vijfde en zesde klas van de lagere school een meester. En in de derde zat er ook nog eentje. Op de basisschool – waar mijn kinderen nu naar toe gaan – werken maar twee mannen: de directeur en de conciërge. In de loop van een generatie hebben we in Nederland een onderwijsomgeving gecreëerd waar voornamelijk vrouwen voor de klas staan.
Dat ‘verjufte’ systeem zou, volgens wetenschappers als Louis Tavecchio, grotendeels verantwoordelijk zijn voor het feit dat onze jongens niet goed mee kunnen komen. Vrouwen zouden het rustige, ingetogener meisjesgedrag meer waarderen dan de beweeglijkheid en drukte van jongens. Hierdoor missen veel jongens de aansluiting in het onderwijs en leidt dit uiteindelijk tot een grote groep jongens die niet goed voorbereid is op het vinden van hun plek in de maatschappij. Met de nadelige gevolgen van schooluitval en criminaliteit van dien. Dat klinkt plausibel.
Maar er is echter meer aan de hand.
Waar zijn de mannelijke identificatiefiguren?
Natuurlijk zien we graag meer mannen voor de klas. En in de kinderopvang, want daar zijn de mannen al helemaal moeilijk te vinden. Onze jongens hebben recht op mannelijke identificatiefiguren, op zoveel mogelijk plekken. Maar is een quotum aan mannen voor de klas echt de oplossing voor het maatschappelijk uitvallen van jongens?
De afwezigheid van mannen in het onderwijs raakt aan een heel ander probleem. Net als veel vaders vind ik dat mijn kinderen te weinig mannen tegenkomen in hun dagelijks leven. Ik heb het gevoel dat vooral mijn jongens iets tekort komen. Diep van binnen ben ik bang dat ze minder snel tot gezonde, volwassen mannen zullen opgroeien. Ik ben niet bang dat ze crimineel worden, ik ben bang dat ze altijd jongens zullen blijven.
Wat doet mijn vader eigenlijk de hele dag?
De afwezigheid van mannen begon eigenlijk pas tweehonderd jaar geleden. Sinds het begin van de industriële revolutie werken de meeste vaders niet meer thuis als boer of ambachtsman. Gezinnen trokken naar de stad, waar vaders het grootste deel van de dag in de fabriek en later op kantoor gingen werken. Voor die tijd zagen de kinderen wat de vader deed en wat zijn rol was in het gezinsleven. Ook waren opa’s, ooms en andere mannen veel meer aanwezig. Nu is die fysieke aanwezigheid van mannen vervangen door de vage wetenschap dat vader de kost verdient buiten de deur, maar veel kinderen hebben geen idee wat hij precies doet, daar op kantoor.
Die letterlijke afwezigheid van de vader leidde bij veel mannen tot een soort ‘vaderhonger’. In zijn beroemde mannenboek ‘De Wildeman’ omschrijft Robert Bly vaderhonger als een verlangen van mannen naar meer tijd en meer aandacht van een vaderfiguur, en bij veel mannen is die honger nooit over gegaan. Er blijft een gevoel van gemis of tekort bestaan, ook bij veel mannen die nu zelf vader zijn.
Zichtbaar en beschikbaar met aandacht en liefde
Dat is volgens mij de kern van het probleem. Er zijn al generaties veel te weinig aanwezige en betrokken vaders. Tegelijkertijd zien veel mannen de waarde in van de rol die volwassen mannen kunnen invullen in het leven van hun kinderen. Zeker als ze zelf kampen met die vaderhonger. Ze gunnen hun zonen en dochters wat ze zelf niet gehad hebben: een leven waarin een vader zichtbaar en beschikbaar is, met al zijn liefde, kracht, speelsheid, humor, aandacht en empathie.
Als je het zo bekijkt, is het logisch dat we dit vermeende jongensprobleem niet in het ‘verjufte’ of ‘ontmande’ onderwijs moeten oplossen. Het echte probleem is het letterlijke gebrek aan een aanwezige vader in het leven van de jonge vaders van nu. Alleen als de vaderhonger gestild wordt, kunnen deze jonge vaders hun eigen kinderen geven wat ze zelf gemist hebben. We moeten dus dichterbij huis gaan zoeken dan de basisschool.
Op zoek naar volwassen mannen
Vaders kunnen beginnen bij zichzelf. Neem de tijd om te onderzoeken hoe het zit met je eigen vaderhonger. Zijn er dingen die je gemist hebt in het contact met je vader? Heb jij het gevoel dat je helemaal bent uitgegroeid tot een volwassen man? Kun je zelf de vader zijn die je graag gehad had willen hebben? Als je eerlijk bent, kom je er waarschijnlijk achter dat je inderdaad nog niet bent waar je als vader wilt zijn. Je bent niet de enige. Er is veel geschreven over volwassen mannelijkheid en wat daarbij komt kijken. In de boeken van Robert Bly en Ton van der Kroon kun je daar veel over lezen. Vervolgens kun je besluiten om contact te zoeken met andere mannen. Je hoeft dit niet alleen te doen. Overal in het land zijn bijeenkomsten waar mannen bij elkaar komen om te onderzoeken en te ervaren wat dat is: een volwassen man en vader te zijn.
Tegelijkertijd kun je kijken naar het dagelijks leven van je kinderen. Vind je dat er genoeg volwassen mannelijke identificatiefiguren in hun leven zijn? Heb je het gevoel dat je kinderen iets missen? Vaderhonger is vooral het gebrek aan letterlijke tijd en aandacht van volwassen mannen. Je geeft je kinderen iets bijzonders als je meer tijd alleen met ze doorbrengt. Ga een keer alleen met ze op pad. Geef ze individuele, persoonlijke aandacht. Neem de tijd om een middag met een van je kinderen te gaan zwemmen, te schaatsen of te wandelen. Zo genieten je kinderen van jouw onverdeelde aandacht. Neem ook een keer je vader, je broer of een vriend mee. Mannen onder elkaar, én jij hoeft het dan niet helemaal alleen te doen.
Kamperen en contact maken
In 2012 ben ik voor het eerst een weekend gaan kamperen met mijn twee zonen. We hebben door de bossen gelopen op zoek naar herten, gevoetbald, houtgehakt en sliepen met z’n drieën dicht op elkaar in onze kleine tent. We genoten alledrie van de eenvoud, het samenzijn en de andere energie. Zo simpel kan het zijn.
Maar met één weekendje weg en een kampvuur is het natuurlijk niet geregeld. Het gaat erom dat wij vaders aanwezig zijn in het dagelijks leven van onze kinderen. Dat het vuur iedere dag brandt. Dat we contact met ze maken. Dat we ze laten zien wie we zijn, wat we doen, hoe we het doen en waarom. Daar hebben ze recht op. En wij vaders groeien ervan.
Zo maken kinderen thuis de volwassen man mee. En dan maakt het niet zo veel uit of ze heel de basisschooltijd geen meester tegenkomen.
My father didn’t tell me how to live; he lived, and let me watch him do it. – Clarence Budington Kelland.