Waarom zou je eigenlijk borstvoeding geven? We vroegen het Gonneke van Veldhuizen – Staas, lactatiekundige IBCLC. Haar antwoord: Omdat borstvoeding en moedermelk heel anders zijn dan fles- en kunstvoeding en beide soorten voeding en beide manieren van voeden een heel andere invloed hebben op jou en op je baby.
Hoe zit dat?
1 Omdat een kind gemaakt is om borstvoeding te krijgen
- het hele systeem van het pasgeboren kind verwacht dat het met de melk en aan de borst van de moeder zal worden gevoed
- de spijsvertering en de behoefte aan bepaalde voeding en afweerstoffen van de baby wordt weerspiegeld in de manier van melkaanmaak en de samenstelling van moedermelk
- de melk van een moeder is heel precies afgestemd op wat haar kind op dit specifieke moment nodig heeft voor een gezonde groei en ontwikkeling
- een te vroeg geboren kind krijgt speciale melk, die goed aansluit op wat hij eigenlijk nog via de placenta had moeten krijgen
- naarmate het kind ouder wordt, verder van de moeder weg gaat en ander voedsel erbij gaat eten verandert de samenstelling van de melk, zowel wat betreft voedingswaarde als wat betreft beschermende stoffen
2 Omdat borsten gemaakt zijn om borstvoeding te geven
- vanaf de puberteit beginnen de borsten zich voor te bereiden op hun latere taak
- tijdens elke cyclus groeit het klierweefsel een beetje
- al vroeg in de zwangerschap begint het klierweefsel te groeien en te ontwikkelen en melk te maken
- direct na de geboorte van het kind geven de borsten melk
3 Omdat een kind bescherming nodig heeft tegen aanvallen van ziektekiemen
- moedermelk bevat bescherming tegen ziektekiemen in het algemeen
- moedermelk bevat specifieke afweerstoffen tegen alle infecties waarmee de moeder in aanraking komt
- de baby besmet zijn moeder met ziektekiemen die hij bij zich draagt en krijgt daarvoor specifieke bescherming terug
4 Omdat vrouwen die geen borstvoeding geven meer gezondheidsklachten kunnen ontwikkelen
- vrouwen die nooit borstvoeding hebben gegeven hebben een zwakkere botstructuur
- vrouwen die nooit borstvoeding hebben gegeven hebben een verhoogd risico van borstkanker en baarmoederkanker
Meer weten over borstvoeding? Schrijf je in voor de gratis 6-weekse minicursus borstvoeding!
5 Omdat borstvoeding een baby voorbereidt op ander eten later
- moedermelk smaakt naar het voedsel van de moeder, zo leert de baby de smaken van het gezinsmenu al kennen
- drinken aan de borst oefent alle spieren van de mond en aan de kaken en de tong leert ingewikkelde bewegingen maken
6 Omdat borstvoeding geven moeder en kind bij elkaar houdt
- het huidcontact dat vanzelf bij borstvoeding meekomt versterkt de band tussen moeder en kind
- moeders die borstvoeding geven vinden het moeder zijn vaak makkelijker omdat hormonen ze helpen zich op hun kind te richten
7 Omdat borstvoeding de beste prijs-kwaliteit verhouding heeft
- moedermelk is helemaal gratis
- moedermelk is een levende stof, die in geen fabriek kan worden nagemaakt
- moedermelk is op elk moment in de juiste hoeveelheid en op de juiste temperatuur en in de juiste samenstelling beschikbaar
8 Omdat het makkelijk en handig is
- je borsten heb je altijd bij je en je kind kan altijd drinken als hij wil en zoveel hij wil
- jouw melk is goed en mooi verpakt en kan onderweg niet bederven
- je hoeft voor borstvoeding niets uit te koken, klaar te maken of op te warmen
- je hoeft je geen zorgen te maken over de samenstelling: als je kind dorst heeft, zit er meer water in en als hij veel honger heeft, krijgt hij meer vet binnen
9 Omdat borstvoeding de hersenontwikkeling stimuleert
- kinderen die geen borstvoeding kregen halen op school gemiddeld minder goede resultaten
- kinderen die geen borstvoeding kregen kunnen later minder handig zijn
10 Omdat borstvoeding het leefmilieu voor jou en je kind nu en in de toekomst beschermt
- moedermelk heeft geen schaarse grondstoffen nodig als basis voor de samenstelling of als brandstof voor de productie
- moedermelk heeft geen verpakking nodig die later in de vuilverbranding komt en dioxines en pcb’s in het milieu brengt
- vrouwen die borstvoeding geven zijn gemiddeld pas na meerdere maanden voor het eerst ongesteld. In die tijd verbruiken ze geen maandverband of tampons. De productie en verpakking verbruiken veel grondstoffen en brengen veel afvalstoffen in het milieu.
Heb je hulp nodig met het starten, of andere vragen rondom het geven van borstvoeding? Neem altijd contact op met een lactatiekundige. Is borstvoeding om welke reden dan ook geen optie, onderzoek dan de mogelijkheden om donormelk te geven.
Gonneke van Veldhuizen – Staas, lactatiekundige IBCLC kende je van haar site eurolac.net.
Literatuur
Stuebe, Alison. “The risks of not breastfeeding for mothers and infants.”Reviews in obstetrics and gynecology 2.4 (2009): 222. Reviewers’ conclusions: The available evidence suggests that breastfeeding may have long-term benefits. Subjects who were breastfed experienced lower mean blood pressure and total cholesterol, as well as higher performance in intelligence tests. Furthermore, the prevalence of overweight/obesity and type-2 diabetes was lower among breastfed subjects. All effects were statistically significant, but for some outcomes their magnitude was relatively modest. Horta, Bernardo L., and Cesar G. Victora. “Long-term effects of breastfeeding-a systematic review.” (2013). (nieuwe versie van de publicatie hierboven) Groot probleem met het vinden van stevig wetenschappelijk bewijs is dat lange termijn onderzoek altijd lastig is, omdat het aantal ‘confounding factors’ toeneemt met de tijd, en voor al het onderzoek naar de invloed van zuigelingenvoeding geldt dat dubbelblind gerandomiseerd onderzoek vrijwel onmogelijk en ethisch niet te verantwoorden.
Verder bijvoorbeeld: – Uvnas-Moberg, Eriksson: Breastfeeding: physiological, endocrine and behavioral adaptations caused by oxytocin and local neurogenic activity in the nipple and mammary gland.: Acta Paediatrica, 1996 mei, 85(5):525-30 – Koutras, A.K., “Fecal Secretory Immunoglobulin A in Breast Milk vs. Formula Feeding in Early Infancy”. J. Ped Gastro Nutr 1989. – Horwood and Fergusson, “Breastfeeding and Later Cognitive and Academic Outcomes”, Jan 1998 Pediatrics Vol. 101, No. 1 – Morrow-Tlucak M, Haude RH, Ernhart CB. Breastfeeding and cognitive development in the first 2 years of life. Soc Sci Med. 1988:26;635-639 – Lucas A., “Breast Milk and Subsequent Intelligence Quotient in Children Born Preterm”. Lancet 1992;339:261-62 – Wang YS, Wu SY. The effect of exclusive breastfeeding on development and incidence of infection in infants. J Hum Lactation. 1996; 12:27-30 – Newcomb PA, Storer BE, Longnecker MP, et al. Lactation and a reduced risk of premenopausal breast cancer. N Engl J Med. 1994;330:81-87 – Freudenheim, J. et al. 1994 “Exposure to breast milk in infancy and the risk of breast cancer”. Epidemiology 5:324-331 – Chua S, Arulkumaran S, Lim I et al. “Influence of breastfeeding and nipple stimulation on postpartum uterine activity.” Br J Obstet Gynaecol 1994; 101:804-805 – Chua S, Arulkumaran S, Lim I et al. “Influence of breastfeeding and nipple stimulation on postpartum uterine activity.” Br J Ovstet Gynaecol 1994; 101:804-805 – Dewey KG, Heinig MJ, Nommwen LA. Maternal weight-loss patterns during prolonged lactation. Am J Clin Nutr 1993;58:162-166 – Kramer, F., “Breastfeeding reduces maternal lower body fat.” J. Am Diet Assoc 1993; 93(4):429-33 – Rosenblatt KA, Thomas DB, “WHO Collaborative Study of Neoplasia and Steroid Contraceptives”. Int J Epidemiol. 1993;22:192-197 – Schneider, A.P. “Risk Factor for Ovarian Cancer”. New England Journal of Medicine, 1987. – Petterson B, et al. “Menstruation span- a time limited risk factor for endometrial carcinoma”. Acta Obstst Gyneocol Scand 1986;65:247-55
