Melk doneren gebeurt al best veel, en als alle gemakkelijk kolvende vrouwen een flesje per week doneren, dan kan iedere baby moedermelk krijgen. 4 dingen die je wilt weten over donormelk:
- Doneren gebeurt met name via het moedermelknetwerk van lactatiekundige IBCLC Chella Verhoeven, de moedermelkbank van het VUmc, via social media en in eigen circuit. Die laatste twee routes lopen ook wat door elkaar: een oproepje op Facebook kan leiden tot een nieuwe kennis in je eigen wijk. De moedermelkbank slaat melk op voor prematuur geboren baby’s. Het VUmc Amsterdam geeft sinds 2015 alle premature kinderen waarvan de moeder zelf niet (genoeg) kan kolven standaard donormelk. Het moedermelknetwerk koppelt ouders met elkaar en slaat niets op.
- Als je zelf borstvoeding geeft, dan maak je melk die perfect is voor je baby. Je maakt antistoffen aan speciaal voor jouw baby en het is afgestemd op de leeftijd van je kind. Die voordelen heeft donormelk niet. Maar er zijn nog wel 99 voordelen van moedermelk over. Zo sluit het perfect aan op het spijsverteringsstelsel en immuumsysteem van een baby.
- Als je doneert via de moedermelkbank of het moedermelknetwerk dan wordt er een bloedtest gedaan. Gaat het via social media of je eigen circuit dan kun je daar zelf een besluit over nemen. Vaak wordt melk ook gepasteuriseerd als het ontvangen wordt. Dit doodt de virussen en bacteriën (en een deel van een goede bacteriën). In Noorwegen wordt de melk via de melkbank niet gepasteuriseerd. Daar wordt gedacht dat ‘rauw’ voeden de voorkeur heeft. Maar meer onderzoek wordt nog gedaan.
- Doneren kan bijvoorbeeld als je vriezer vol ligt met melk en je het niet ‘weggewerkt’ krijgt, maar je kunt er ook voor kiezen om structureel een beetje bij te voeden. Zo kolfde ik maanden voor de dochter van een vriendin die zelf niet genoeg bij elkaar gekolfd kreeg. Mijn baby bleek de fles te weigeren, dus uiteindelijk kolfde ik alleen nog voor die andere baby en collega Yael Haller vertelde me dat ze negen maanden elke ochtend gekolfd heeft voor premature baby’s in het ziekenhuis.
Meer info lees je in ‘Donormelk, heel gewoon’