Bij gezond eten denk je algauw aan vooral eindeloos véél vitamines en zo min mogelijk andere dingen, zoals suiker, vet, koolhydraten, calorieën – de lijst met ongezonds wordt telkens langer. Een element van gezond eten dat best wat meer aandacht verdient, is smaak.
Waarom eet je?
De smaak van eten bepaalt voor een flink deel hoeveel je ervan eet (jaja, logisch, van wat je lekker vindt, blijf je eten). Maar het gaat dieper dan dat. Van lekkere dingen eet je graag meer, maar de smaak kan je helpen om niet te over-eten. Het gaat ook over vervuld raken, een verzadigd gevoel krijgen. Ben je iets aan het eten dat nèt te flauw, te vetarm of te niksig is, dan ben je geneigd om meer te eten. Dit lijkt tegenstrijdig aan ‘eten wat je lekker vindt’. Maar denk eens aan het verschil tussen het nu gangbare brood, gemaakt van bloem (je weet wel, waar we vroeger alleen koekjes en zo van bakten) plus een rits andere ingrediënten. Of een hand gekneed brood van meel, water en een snuf zout. Of stel je voor dat er nu voor je neus een paar dingen liggen. Een handvol niet nader te noemen bontgekleurde snoepjes (verzin jij het maar: winegums, zuurtjes, beertjes of hoe ze ook heten), en een handvol dadels. Waar raak je eerder ‘vol’ van? Van welke van de twee blíjf je maar eten?
Smaak als boodschapper
Maya Shetreat-Klein beschrijft in Goed vies: ’Smaken sturen verscheidene boodschappen naar het brein. Net zoals bittere voeding je waarschuwt voor de mogelijkheid dat er iets giftig is en het afweersysteem je lichaam activeert, duidt zoet erop dat er ergens suiker en koolhydraten in zitten, die snelle energie en calorieën leveren. Zout en umami vertellen je dat mineralen zullen zorgen voor de juiste balans van elektrolyten en mineralen, en het mondgevoel van vetten zegt het lichaam dat er een bundel voedzame energie aan zit te komen. Bewerkt voedsel probeert het lichaam erin te laten tuinen met synthetische vormen van deze echte voeding, terwijl het niet al die geweldige voordelen heeft.’
Dit betekent dat je lichaam zich op grond van smaken voorbereidt op hoe het de voeding die binnenkomt gaat verwerken. Klopt het signaal niet met de werkelijke inhoud, dan start je lichaam reacties die niet passend zijn bij het eten dat je neemt.
Nepsuiker
Met het voorbeeld van de snoepjes is nog iets aan de hand. Eet je iets zoets, dan rekent je lichaam op een stoot energie. De zoete smaak geeft je lichaam het signaal: er komen calorieën en koolhydraten aan! Bestaat de zoetigheid uit glucose-fructosesiroop (en dat is heel wat anders dan natuurlijke fructose uit fruit, benadrukt Shetreat-Klein) dan remt dit de aanmaak van leptine, het hormoon dat je het gevoel van verzadiging geeft. Je honger neemt toe, omdat je gewoon gefopt bent, dus zoek je meer zoetigheid. Het is maar een van de talloze voorbeelden.
Echt eten dus
Voeding is natuurlijk een oneindig en complex thema. De leukste zin in dit boek is misschien wel: ‘Betaal de boer en niet de dokter.’ Voeding is onze werkelijke bron van gezondheid, bouwt het immuunsysteem van onze kinderen op en voorkomt ziekte. En ja, gezond eten start bij het proeven van echte smaken, zodat je lichaam met voedsel leert doen wat de bedoeling is.
Het idee van dit artikel was trouwens niet om een recensie te schrijven, maar gaandeweg kwam dit boek gewoon zo verschrikkelijk sterk uit de hoek, dat het niet anders kon. Pak dit boek er zelf maar bij en blijf je verbazen: Goed vies. Het nieuwe gezond | Dr. M. Shetreat-Klein
Fotografie Maria Stijger | Bart Broeze