Je kind met een driftbui in de winkel – een cliché dat niet uit de lucht is komen vallen. Winkelen met je peuter of kleuter kan echt uitdagend zijn. Tegelijkertijd is het ook een mooie manier om je kinderen te leren over eten, waar het vandaan komt, over het huishouden, taakjes, sociale momenten. Je oefent er van alles mee door samen boodschappen te doen. Hoe maak je het behapbaar?
De tips die mij zelf het meest hebben geholpen:
1 Wees uitgerust
Doe alleen boodschappen met je kinderen als jij en zij uitgerust zijn. En toegegeven, je eigen fitheid valt niet altijd te garanderen, maar het is best een legitieme reden om je kinderen bij de buurvrouw te parkeren terwijl jij boodschappen doet. Ook een moe en hangerig kind meenemen is geen handig idee. Ze zijn dan sneller overprikkeld en gaan gewoon dreinen – of erger. Net na een dutje (en een slokje & hapje!) is een fijn moment. En oh ja, doe het niet als je zelf haast hebt.
Echt de moeite waard: Temperamentvolle kinderen (Bronsveld), Luisteren naar kinderen (Gordon), Zelfregulatie bij kinderen (Shanker).
2 Neem een vertrouwde winkel
Als ik op een onbekende plek kom, kost mij dat veel energie. Ik moet dan de nieuwe omgeving in me opnemen, de route leren kennen, en de spullen die ik tegenkom ‘taxeren’. Voor een kind geldt dat in veel hogere mate, omdat het nog minder referentiekaders heeft opgebouwd. Daarom vind ik het behulpzaam om boodschappen met kinderen bij voorkeur in een vaste winkel te doen. Kinderen zijn sowieso dol op herhaling.
3 Laat je kind iets kiezen
Ik werk met mijn kind het lijstje af en geef daarbij speurtocht-opdrachten. ‘Ik heb tomaten nodig. Zie jij ze ergens?’ Zo wordt het meteen gezellig. Ook mag hij zijn favoriete boodschappen zelf op de toonbank zetten. Dingen kiezen en taakjes hebben maakt het boodschappen doen leuker.
Maak dan niet de fout die ik maakte
Voorspelbaar zijn is in de winkel (overal buitenshuis trouwens) helpend. Als je de ene keer toestaat dat ze snoepjes kiezen bij de kassa, is het de volgende keer een stuk moeilijker om het niet goed te vinden. Een vast keuzemoment is dan fijn. Maar maak dan niet de fout die ik maakte: een croissantje kiezen in de winkel. Voor je het weet verwacht je kind dat het elke keer datzelfde croissantje krijgt, en dat is dan weer wat onhandig.
4 Crisis? Time-in!
Als een kind een scene maakt in de winkel, schuif je irritatie en schaamte opzij, als dat lukt, en maak een time-in. Je kind staat heus niet te schreeuwen om jou dwars te zitten, al heeft het er veel van weg. Hij vertelt een verhaal over teleurstelling of prikkelverwerking. Tijd om stil te staan, te knuffelen en vanuit verbinding verder te gaan. Al klinkt het misschien overdreven, juist zo’n momentje kan lucht geven om weer prima verder te gaan. Het is als het ware een reset. En omdat je kind dat nog niet zelf kan regelen, help jij hem ermee. Zo heb ik geregeld de situatie gehad dat mijn jongste per se dat beruchte croissantje wilde hebben en in de bakkerij neerstortte om zijn punt te maken. Een streng ‘nee’ gaf een escalatie. Maar een dikke knuffel en begrijpend ‘Je wilde echt graag een croissantje hè, maar vandaag kopen we andere dingen’ hielp dan wel.
5 Draagdoek
Heb je geen tijd, geen fut of zin om boodschappen te doen, maar zijn de kinderen nu eenmaal bij je? Als het even past, prop ze in een karretje of draagdoek. Tot een jaar of 4, 5 is dat prima mogeljik en voorkom je loslopend kroost. En zo kun je des te sneller de winkel door.
Lees verder: Temperamentvolle kinderen (Bronsveld), Luisteren naar kinderen (Gordon), Zelfregulatie bij kinderen (Shanker).
Grensoverschrijdende peuters: de echte oorzaken – Janet Lansbury
Powergames: speelse manier om als kind de controle te hebben
Fotografie: Jana Boekholt