Buiten spelen. Reuze belangrijk, dat is bekend – en het gebeurt steeds minder. Er is een landelijke krimp van het aantal dagen dat kinderen buiten spelen, en het aantal uur dat ze dit per keer doen. Wanneer er buiten gespeeld wordt, gebeurde dat bij 17% van de kinderen in 2006 nog meer dan 3 uur per dag, in 2014 was dit gedaald naar 10%.
Interessant detail is dat kinderen in een stedelijke omgeving ruim twee uur per week minder buiten spelen dan kinderen buiten de stad. Buitenruimte doet er dus toe.
Neem deze boeken eens mee naar buiten: Alle kinderen naar buiten!, Goed vies, Op zoek naar het verloren geluk, en voor de kinderen: Zo mooi zijn dieren, De moestuin van Sophie
Ik vind het best schokkend – en ik woon zelf in de stad, dus ik weet er alles van. Op vakantie of een kampeerweekendje is buiten spelen een makkie. Werkelijk alles gebeurt dan buiten. Thuis in de stad ligt dat anders. Naar buiten gaan is een Daad. Wat kunnen we er zelf aan doen?
1 Maak het buiten aantrekkelijk
Hoe ziet je balkon, tuin, straat of dichtstbijzijnde park eruit? Loop jij zelf graag naar buiten, of is je omgeving voornamelijk functioneel? Nodigt je buitenruimte uit tot spel? Je zoekt automatisch een plek op die er spannend, speels of knus uitziet.
Buiten spelen om schermpjestijd te verdienen is geen goed signaal
Onderzoek of je iets aan je omgeving kunt verbeteren met planten en bloemen, modderhoekjes, gekke kronkelpaadjes, boomhutten of wat je kinderen ook maar doet opspringen. Vaak kun je ook met een stel buren een initiatief starten; van een plantenbak adopteren, een moestuin of bloemenlint aanleggen of inspraak in een nieuw speeltuintje. Het helpt als de omgeving iets bevat waar je kind dol op is. Onze oudste duikt het liefst in water – of modder, dat maakt haar niet uit. Mijn jongste wil graag snel kunnen fietsen of met ruige zandauto’s in de weer. Dan moet dat wel net kunnen – anders blijven ze net zo lief binnen.
Maar ook slepen we soms alle treinrails naar buiten, of gaan alle poppen (barbie-, lego-, playmobil -verzin het maar) buiten spelen. De kinderen hebben niet altijd zin in spel-met-de-natuur. We brengen het spel van binnen gewoon naar buiten.
2 Spreek buitenshuis af
Een stok achter de deur werkt motiverend. Ook voor jezelf trouwens. Want je kinderen meesleuren terwijl ze lekker bankhangen valt niet altijd mee. Maar als ze weten dat hun vriendjes er ook zijn, kan de motivatie een stuk omhoog gaan. Zelf heb je dan ook meteen de nodige aanspraak, zodat jij niet in je eentje zandtaartjes hoeft te bakken.
Daarom houden we zo vaak mogelijk een picknick (en nee, aan tafel blijven zitten hoeft dan niet. Ren maar lekker heen en weer tussen de schommel en je volgende hap) en stoken vuur. Met andere mensen samen is dat nog leuker. In het voorjaar riepen we trouwens op om allemaal je eigen #kiindpicknick in de buurt te organiseren. En sjonge, daar kwamen veel kleine en grote mensen op af, door het hele land heen. Samen eten en spelen werkt gewoon reuzegoed.
3 Doe het zelf
Eigenlijk is de meest voor de hand liggende en toch ook echt helpende tip is: wees zelf buiten. Kun je activiteiten die je normaal gesproken binnen hebt, naar buiten verplaatsen? Is het echt nodig om aan tafel te eten? Is die regenbui nou echt een reden om binnen te blijven? Kun je buiten klusjes doen, of een spelletje? Doe je de boodschappen buiten bewegend: lopend, met de fiets?
Voorleven is zo ongeveer de sleutel voor alles. Als jij het doet, en je kinderen zien het, doen ze het vanzelf ook meer. Buiten spelen als voorwaarde om schermpjestijd te verdienen geeft nou niet bepaald het signaal af dat buiten spelen iets heel leuks is. Maar als wij, de ouders, buiten zijn en ons een rotje genieten, leren we het de volgende generatie vrolijk aan.
Verdiep je
Op zoek naar het verloren geluk
Fijn voor de kinderen:
Fotografie: Jana Boekholt