Hoe ga je om met een peuter die iets doet wat je echt niet wilt? Wat is een gepaste en zinvolle reactie op ongewenst gedrag? Moet je straffen? Het blijft een lastig thema. Hoe kun je zorgen voor een positieve situatie waarin logische gevolgen op gedrag worden gegeven? Misschien helpt deze kijk erop je.
Ontwikkeling van je kind
Ten eerste is het altijd belangrijk dat je kijkt vanuit de ontwikkeling van je kind. Immers: als je hiervan op de hoogte bent, zul je veel beter begrijpen waarom je kind iets doet. ‘Het lijkt wel of hij me pest’, hoor ik weleens. Weten waar bepaald gedrag vandaag komt, zorgt ervoor dat je je minder snel boos maakt dan wanneer je geen idee hebt waarom je kind iets doet.
Het schattige kleine baby’tje wordt een schattig klein dreumesje dat de wereld wil ontdekken. Dit doen kinderen door grenzen op te zoeken. Dit klinkt negatief, maar dat is door de lading die er aan gegeven wordt; het betekent niet dat je kind jou probeert te pesten, maar dat hij of zij aan het aftasten is wat nou eigenlijk de bedoeling is. Wat wel en niet mag leren kinderen deels door te kijken naar de handelingen van de mensen in hun omgeving, maar ook door het allemaal maar gewoon te dóen. Kleintjes doen vaak dingen die jij niet wilt, omdat het nou eenmaal zo verleidelijk is. De priegelige snoertjes, die dvd-speler met zo’n grappig klepje, de aarde in de plantenbak die zo lekker voelt: het nodigt uit tot nader onderzoek. Uitleggen waarom iets niet mag, verduidelijkt voor kinderen een heleboel. Ondanks dat je baby nog niet zo veel begrijpt van het Algemeen Beschaafd Nederlands, kun je toch benoemen waarom iets niet mag, terwijl je hem of haar weghaalt van de plaats des onheils. Dit hoeft geen heel betoog te zijn, maar ‘au, dat kan pijn doen’, zal op een gegeven moment toch begrepen worden. In de loop der tijd gaan kinderen ook verbanden leggen; ‘niet met de snoeren mogen spelen’ en ‘niet aan de aansteker zitten’ staan niet los van elkaar, maar het heeft dezelfde reden: het is gevaarlijk. Het is niet volstrekt willekeurig wat wel en niet mag.
Ongewenst gedrag hoeft niet altijd onderzoekend kindgedrag te zijn, het kan bijvoorbeeld ook een vraag om aandacht zijn. Het is belangrijk dat het ongewenste gedrag dan wel benoemd wordt, het kind uit de situatie wordt gehaald en je vervolgens inspeelt op de daadwerkelijke behoefte die het kind uit. Kies dus samen een activiteit waarbij je aandacht naar je kind uit gaat.
Kinderen vanaf een jaar of zes zijn minder geneigd de regels in huis klakkeloos te accepteren. Ze beginnen te onderhandelen. Ze zullen ook steeds meer gaan vragen waarom iets dan niet mag. De gedachte achter de regel is belangrijk om te weten. “Omdat ik het zeg” is dus niet duidelijk genoeg en zal minder snel het gewenste effect hebben.
Voorspelbaar zijn
Het is belangrijk om voorspelbaar en duidelijk te zijn naar elkaar. Hiermee wordt bedoeld dat je steeds op vergelijkbare wijze reageert op bepaalde gedragingen van je kind of baby. Duidelijke rituelen zijn goed, ze maken de dag voorspelbaar. Niet reageren op gehuil omdat je consequent wil zijn is sterk af te raden, je negeert dan signalen van je kind, wat schadelijk kan zijn voor de hechting. Een kind dat de ene keer streng toegesproken wordt en de volgende keer zijn gang kan gaan, voelt zich minder veilig dan een kind dat altijd streng toegesproken wordt. Een kind heeft de behoefte om te weten waar hij aan toe is. Maar, als je erover nadenkt, hebben we dat niet allemaal?
Logische gevolgen
Wanneer je kind iets doet wat niet de bedoeling is, is het dus belangrijk om te kijken naar zijn ontwikkeling (waarom doet je kind dit?) en voorspelbaar te reageren. Probeer altijd een logisch gevolg te geven aan wat je kind doet. Een kind dat gaat klieren met zijn eten is blijkbaar klaar en het bord kan dus weggehaald worden. Een kind dat aan de snoeren gaat trekken, kan daar weggehaald worden. Wanneer je kind bij het alleen buiten spelen na duidelijke instructie tóch alleen oversteekt, kan hij misschien beter nog niet alleen buiten spelen. Deze gevolgen hebben direct effect: klieren met eten stopt als het bord weg is, snoeren trekken lukt niet als de snoeren buiten bereik zijn en alleen oversteken kan niet als je binnen moet spelen. Je kunt heel rustig blijven bij het geven van je reactie. Boos worden is onnodig: het zal niet meer effect oproepen. Ook is boosheid aan inflatie onderhevig: een ouder die vaak boos is, maakt op een gegeven moment weinig indruk meer op een kind. Een ouder die altijd rustig blijft, maar boos wordt op het moment dat het kind bijna onder een auto loopt, maakt wél veel indruk.
De stelregels:
1) Blijf altijd het goede voorbeeld geven
2) Wijs nooit je kind zelf af
3) Het gevolg is een logische consequentie
4) Het gevolg duurt niet te lang
5) Vermijd het gevoel van straf
Zorg er altijd voor dat je meteen na het voorval reageert en dat een gevolg ook meteen van kracht is. Voorkom het gevoel dat je straf geeft. Dus niet: ‘je hebt je broertje geslagen, nu moet je naar je kamer’, maar ‘jullie kunnen beter allebei even alleen spelen, dan hebben jullie meer rust’. Je vertelt wel dat slaan niet mag en zorgt dat het negatieve gedrag ophoudt, zonder dat er straf wordt gegeven. Wegsturen is sowieso akelig. Beter kun je je kind even bij je halen: ‘ga maar even naast me zitten’. Leid af: ‘help me maar met aardappels schillen’, of buig het gedrag om met een grapje.
Natuurlijke gevolgen
Bij de regels die je voor je kinderen hanteert, is het een uitdaging om te bedenken of je altijd moet ingrijpen. Wanneer je als regel hanteert: ‘We gaan meteen aan tafel als het eten klaar is’ en je zoon komt steevast pas na tien minuten, dan kan een gevolg zijn dat je boos wordt en hij je voor straf moet helpen met de afwas. Je kunt ook kiezen voor een natuurlijk gevolg: te laat aan tafel betekent dat het eten koud is. De meeste kinderen vinden dat niet prettig. Kinderen die elkaar pijn doen kun je soms ook beter even laten begaan, mits je een oogje in het zeil houdt en ze aan elkaar gewaagd zijn. Als je ze altijd overal voor behoedt, zullen ze zich niet realiseren wat het gevaar nou eigenlijk is. Kinderen hebben ruimte nodig om zich te ontwikkelen: door middel van klimmen en klauteren leren kinderen hoogtes in te schatten. Ook ontdekken ze wat hun mogelijkheden zijn.
Uiteraard is het wachten op een natuurlijk gevolg niet altijd mogelijk: een kind dat een snoer door probeert te bijten loopt serieus gevaar en moet daartegen beschermd worden. Maar bekijk eens wat vaker of je iets kunt laten begaan!
Niet straffen
Met straf bedoel ik een sanctie die je kinderen geeft nadat ze iets gedaan hebben waar je het niet mee eens bent. Een time-out is tegenwoordig een populaire straf; kinderen worden op een ‘stoutstoeltje’, in de hoek of op de trap gezet, voor het aantal minuten als ze in jaren oud zijn. Het stoutstoeltje is bekend geworden dankzij opvoedprogramma’s met Nanny’s. Toch is het ook bij Tischa Neve van het programma ‘Schatjes’ niet zo geliefd meer. In het artikel ‘Wat is er mis met het stoutstoeltje zegt ze: “Als ik dat hoor, denk ik: ‘Help, ik heb in mijn opvoedprogramma Schatjes zeker drie keer ouders geadviseerd hun kind op een stoutstoeltje te zetten.’ Tegenwoordig doe ik dat ook niet meer zo snel. Ik ben anders gaan denken over straffen en belonen. (…) Ouders beginnen vaak gelijk met corrigeren, zonder na te gaan wat er achter het gedrag van hun kind zit.” Tegen een time-out valt in te brengen dat het niet erg leerzaam is en een kind het gevoel kan geven niet gewenst te zijn.
De betekenis van straf is volgens de Van Dale: “1 straf de; v(m) -fen maatregel tegen iem als vergelding voor een onrechtmatige daad, een verzuim of overtreding”.
Je kunt je afvragen of een ‘onrechtmatige daad’ vergolden moet worden. Het leven is een leermoment, geef kinderen de kans om er op een ontspannen manier achter te komen hoe het een en ander werkt, zonder de lading van straf. Vaak is het al genoeg om te zeggen dat je ergens niet blij mee bent en hoe je het liever zou zien. Kijk wat een logisch of natuurlijk gevolg kan zijn en probeer straffen te voorkomen.
Waarom peuters niet op een strafstoeltje horen (ook niet heel even)