In de wachtkamer van de artsenpraktijk rinkelt de telefoon aan een stuk door. De arts–assistent neemt steeds de telefoon op en reageert. ‘Psychologisch onderzoek voor uw zoon?’, ‘IQ-test voor uw dochter?’ ‘Doorverwijzing voor een GZ-psycholoog, ja ik zal het noteren’. Met stijgende verbazing luister ik naar de gesprekken die eigenlijk niet voor mijn oren bestemd zijn. Zoveel aanvragen voor psychologische testen in zo’n korte tijd. Toeval of niet, het lijkt erop dat ouders tegenwoordig sneller psychologische hulp voor hun kinderen inschakelen dan vroeger.
Dyslexie
Staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs maakte in februari dit jaar duidelijk dat kinderen niet te snel het stempel dyslectisch moeten krijgen. Dyslecten hebben grote moeite met lezen, schrijven en spellen. Op dit moment wijzen officiële cijfers uit dat vijftien procent van de middelbare scholieren een aangepast eindexamen maakt vanwege een dyslexieverklaring. Een aangepast examen bestaat uit tekst met grotere letters en iets meer tijd. Terwijl volgens psycholoog en onderzoeker Chris Struiksma maar drie tot vier procent van de scholieren echt dyslectisch is.
Labels
Ik houd mijn hart vast voor al die psychologische labels die kinderen steeds meer krijgen. Neem laatstbijvoorbeeld een kennis van mij. De score van de entreetoets viel ondanks wekelijkse bijlessen tegen. De dochter was teleurgesteld en had gemerkt dat haar ouders dat ook waren. Binnenkort volgt onderzoek bij een GZ-psychologe om te kijken of er sprake is van ADD. Een aandachtsstoornis zonder hyperactiviteit. Als hiervan sprake is, kan zij in aanmerking komen voor een medicijn als Ritalin of Concerta. De functie van dit soort stimulerende middelen is dat het de concentratie kan verhogen zodat schoolresultaten verbeteren. Een bijkomend voordeel is dat er speciale regelingen in het leven worden geroepen zoals langere werktijd bij toetsen en proefwerken. Het vergroot de kans op hogere cijfers. En dat is nou precies waar het bij veel ouders om gaat.
Ontwikkeling verloopt nooit volgens een strak schema
Presteren
Het gros van alle ouders heeft het beste met hun kinderen voor. Het aantal kinderen dat per gezin geboren wordt is de afgelopen jaren sterk gedaald. Met een of twee kinderen wordt opvoeden een steeds serieuzere klus. Ouders vergelijken de resultaten van de eigen kinderen met die van andere kinderen. Op jonge leeftijd wordt van kinderen verwacht dat ze prestaties leveren. Hoog, hoger, hoogst. Meer dan ooit voelen ouders zich verantwoordelijk voor de toekomst van hun kinderen. Indien resultaten tegenvallen wordt alles uit de kast getrokken om het nageslacht alsnog op het gymnasium te krijgen. Desnoods met bijlessen, diagnoses of medicatie. Ouders bedoelen het goed. Maar ze staan aan de zijlijn om hun kroost als radiografische auto’s te besturen.
Laatbloeiers
Soms ontwikkelen kinderen zich langzamer of jaren later. Ontwikkeling verloopt nooit volgens een strak schema. Dat hoeft niet erg te zijn, want gemiddelde kinderen bestaan niet. Gemiddeld zijn is saai en brengt de maatschappij geen vooruitgang of vernieuwing. De grootste denkers van de vorige eeuw waren juist degenen die afweken van het geijkte pad. Laatbloeier Rousseau, groot filosoof en schrijver uit de 18e eeuw staakte zijn schoolopleidingen vanwege het gebrek aan vorderingen en ging als autodidact verder door het leven.
Faalangst
Welke uitwerking heeft prestatiedruk eigenlijk op langere termijn? Kinderen hebben op jonge leeftijd al in de gaten dat ze aan allerlei verwachtingen moeten voldoen. Na het maken van de zoveelste toets krijgt een aantal kinderen het gevoel dat er iets aan hen mankeert. Soms is het zo erg dat onzekerheid uitmondt in faalangst. Het is niet voor niets dat driekwart van de middelbare scholieren last heeft van stressklachten zoals hoofdpijn, buikpijn en slapeloosheid als gevolg van de hoge prestatiedruk.
Geduld
In sommige gevallen hebben kinderen baat bij extra psychologische hulp. Een etiket of label kan inzicht in gedrag verschaffen. In andere gevallen is het beter om je aan het individuele tempo van het kind aan te passen en niet andersom. Ouders hoeven niet meteen naar de psycholoog te rennen voor onderzoek als kinderen in groep vier de tafel van drie nog niet kennen of als ze achterstevoren op hun stoel in de klas zitten. Kinderen hebben in de eerste plaats het vertrouwen van ouders en leerkrachten nodig. Dan kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. Dat is niet altijd makkelijk, maar juist in de worsteling ligt het ware leren. Het gaat niet om het doel, maar om de weg ernaar toe.
Marre Taal geeft workshops en trainingen aan ouders en pedagogisch medewerkers rondom opvoeden en communicatie via haar bedrijf Iristrainingen.