Toen ik auditie deed voor het Klokhuis was ik nummer 596. Het leek erg onwaarschijnlijk, maar ik kreeg de leukste baan van de wereld. Als je me toen had gezegd dat ik die unieke plek op een dag zou opgeven voor een nog grotere droom met een nog veel kleinere kans, had ik je voor gek verklaard. Maar ik ontmoette Peter.
Ik verwachtte pijn en angst bij de eerste prik
Hij was al vader van drie kinderen en had een dikke streep onder het hoofdstuk kinderen gezet. Toch was ik vanaf het moment dat ik hem zag in de volle overtuiging dat ik op een dag onze baby zou vasthouden. Het zou medisch gezien nog een hele klus worden. De kans eigenlijk nauwelijks aanwezig. Maar het was alsof ik haar al kende. Na lang wikken en wegen besloten we ervoor te gaan. Peter was doodsbenauwd en liet met pijn in zijn hart het vrije leven los dat we samen hadden, maar ook hij zag steeds vaker een klein meisje door onze tuin struinen. We kenden al haar naam.
Op onze eerste huwelijksdag maakten we een afspraak met het ziekenhuis. Ik kon niet van Peter afblijven, las alleen nog boeken over zwangerschap en natuurlijk opvoeden, kocht stiekem een rompertje en boekte zelfs een vakantiehuisje voor het jaar daarop met een kinderbedje erin. Maar na een operatie en maandenlang onderzoek werd langzaam duidelijk dat het ons zonder verdere hulp niet zou lukken.
Toen ik de informatiebrochure kreeg over wat een ICSI precies inhoudt moest ik even slikken. (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie, ICSI is een kunstmatige vorm van bevruchting waarbij één spermacel met een kleine naald rechtstreeks in een eicel wordt gebracht.)
Al die hormonen die nodig zijn om precies te kunnen bepalen wanneer je een eisprong hebt en daarbij zoveel mogelijk eicellen te laten rijpen. Wat voor invloed zou dat op me hebben? Zou ik een monster worden, een hormonale heks? Zou Peter gillend het huis verlaten en eigenhandig de las weer ongedaan maken? Al die injecties, zou ik die zelf in mijn buik durven zetten? En tot slot de pijnlijke punctie waarbij ze met een holle naald dwars door je vaginawand steken, aan beide kanten, hoe pijnlijk zou dat pijnlijk eigenlijk zijn? We moesten er rekening mee houden dat we het hele traject misschien wel meerdere keren zouden moeten doorlopen. Het zou zwaar worden en de kans op succes niet al te groot. Iedereen aan wie ik vertelde dat we aan deze behandeling zouden beginnen wenste ons sterkte. Ik zag ze zorgelijk naar me kijken.
Mijn agenda was helemaal leeg en het aanrecht stond vol dozen met hormonen, die dag in juni dat ons avontuur daadwerkelijk begon. Ik prepareerde de spuit, maakte een icepack klaar om mijn huid gevoelloos te maken voor de injectie en legde een warme kruik klaar, tegen de pijn na afloop. Ik kroop op de schapenvacht in het hoekje van de bank. De hond legde zijn kop op mijn benen. Ik verwachtte pijn en angst bij de eerste prik. En die waren er ook. Maar iedere keer dat ik mezelf injecteerde leek het alsof het moment waarop we ons kindje ooit echt zouden vasthouden steeds een stapje dichterbij kwam. In alle rust en met het zonlicht op mijn gezicht maakte ik ruimte in mijn buik en vulde die met liefde. Ik zette mooie muziek op, stak wierook aan, brandde een kaarsje. Overal in huis stonden kleine vaasjes met bloemen als uitnodiging om het leven met ons te komen ervaren.
Naast de prikken moest ik elke dag naar het ziekenhuis. Eitje meten op de echo, dikte van de baarmoederwand, bloed afnemen. Peter ging altijd mee. Bij alles hield hij mijn hand vast. De dag van de eicelpunctie voelde als de dag waarop een wonder zou gebeuren. Peter maakte foto’s van hoe de zon opkwam. In het ziekenhuis werd hij vriendelijk verzocht zijn bijdrage te leveren. Samen doken we kamertje B in. De steriele omstandigheden, de geluiden uit kamertje A en het feit dat ik daarna iets vrij heftigs moest ondergaan deden er niet toe. Gedurende de hele ingreep die volgde lag het hoofd van Peter tegen de mijne. Terwijl ik niet wist waar ik het zoeken moest van de pijn en de tranen over mijn wangen rolden, kon ik de doktoren alleen maar intens bedanken.
En toen begon het wachten. Mijn buik voelde leeg. Het hele hormonencircus was iets geweest waar ik me aan had vast kunnen houden. Iedere dag kon ik iets doen. Wat er nu moest gebeuren lag buiten mijn bereik. Ik dacht aan ons kindje alleen in een petrischaaltje in het ziekenhuis. Zou er iets zijn gebeurd? Ik zag de beelden van wie ze zou worden en wat we samen zouden beleven. Ik dacht ons kindje naar ons toe. Na een paar dagen belde het ziekenhuis. De volgende dag om 15.00 uur werden we verwacht voor de terugplaatsing.
Er is maar een embryo goed genoeg. Een enkele kans
We hebben niet zulk goed nieuws, zei de dokter. Er is maar een embryo goed genoeg. Een enkele kans. Ademloos keken we naar een grijs bundeltje cellen en konden we op de echo zien hoe deze in mijn buik werd gebracht. Het zou twee weken duren voordat duidelijk was of het zich ook zou nestelen.
Twee weken lang week de hond niet van mij zijde. Hij lag met zijn kop op mijn schoot en we wachtten. Ik voelde me vreselijk moe en moest af en toe keihard huilen. Ik dacht allerlei zwangerschapsverschijnselen te hebben. Maar of dat door de hormonen kwam die ik had ingespoten, omdat ik het zo graag wilde of omdat iemand zich echt driftig aan het ingraven was, was niet te zeggen. Ook na de terugplaatsing moest ik allerlei medicijnen gebruiken om te zorgen dat de embryo zou blijven zitten en dus kon alleen een bloedtest vaststellen of ik in verwachting was. Na de test was ik misselijk van de zenuwen. De uitslag leek eindeloos op zich te wachten. Peter, die in slaap valt als het te heftig wordt, lag gestrekt op een ligbed in de tuin. Ik zat al uren naast de telefoon en legde mijn handen op mijn buik. Ben je er echt? Is het gelukt? Zal ik je kunnen voelen bewegen straks? Zal je een meisje worden zoals we altijd vermoeden of ben je toch een jongen? Hoe zal je geboorte in de wereld zijn? Welke ervaringen ga je kiezen en gaan wij met je mee beleven? Welke zorg heb je van ons nodig? Welk vertrouwen kunnen wij je geven? Welke talenten krijg je mee, welk pad ga je daarmee bewandelen? Op het moment dat ik me realiseer dat we aan al onze angsten en aan alle beperkingen voorbij zijn gegaan om hier uit te komen en dat dit het pad is dat wij moesten bewandelen, gaat de telefoon. Ik ben ineens totaal rustig. En dan hoor ik iets wat ik nooit gedacht had te zullen horen. De dokter lacht en zegt: ‘Je bent zwanger.’
Lisa Wade presenteert programma’s voor kinderen als Het Klokhuis en 13 in de oorlog. Ze kreeg drie stiefpubers en draagt een klein meisje op haar rug.