Als je kind een jaar of zeven is, heeft het eindelijk zwemdiploma A en B binnen. Gelukkig, niet meer elke week in die benauwde kantine van het zwembad hoeven te wachten. Maar: wat dan? Zwemmen is gezond, en als dat ophoudt, wat kan je kind dan gaan doen ter vervanging?
Sport- of muziekles
Er zijn kinderen die graag op een sport willen, en weer andere kinderen willen op muziekles. En dan zijn er natuurlijk ouders die willen dat hun kind een muziekinstrument leert bespelen of minimaal een sport gaat beoefenen. Maar wat als je kind daar zelf helemaal geen zin in heeft? Is sporten wel zo belangrijk voor een kind, en moeten we wel willen dat ze naar al die clubjes gaan na schooltijd?
Jeugdherinneringen
Het blijft een dilemma: van huis uit heb ik meegekregen dat sporten goed is voor lijf en leden: een goede conditie is belangrijk voor een gezond leven, en door sporten ontwikkel je daarnaast allerlei belangrijke sociale vaardigheden. Na heel wat sporten uitgeprobeerd te hebben, vond ik er uiteindelijk rond mijn veertiende eentje die echt bij me paste. Misschien wel omdat ik daar talent voor had? In elk geval ging ik uit vrije wil zomaar vier keer in de week trainen, en bestond mijn weekend uit competitie of toernooien spelen. Ik at gezond, sportte genoeg, zat letterlijk en figuurlijk prima in mijn vel. Genoten heb ik van die tijd. De herinneringen van mijn man zijn iets minder florissant: zijn moeder eiste, min of meer onuitgesproken, dat hij op pianoles ging. Dat had ze zelf nooit gemogen vroeger, en dus vond ze het belangrijk dat hij het wel kreeg. Muziekles, dat hoort immers bij de opvoeding van elk kind. Vond zij.
Wat als je kind daar zelf helemaal geen zin in heeft?
Wie beslist?
En daar zit het knelpunt: in hoeverre kun je als ouder van je kind verwachten dat het zich aansluit bij sportclubjes, scouting, muziekles en dergelijke, omdat jij denkt dat het bijdraagt aan hun leven? Moet een kind daar niet zelf over beslissen, ook als dat betekent dat het na school helemaal niets meer doet?
Slow parenting
Er bestaat een opvoedstijl die ‘slow parenting’ heet. In deze opvoedstijl worden zo weinig mogelijk dingen ‘georganiseerd’ voor een kind: in plaats daarvan kan en mag het de wereld ontdekken in zijn eigen tempo. Tom Hodgkinson schreef in 2009 het boek ‘The Idle Parent’ (Nederlandse titel: ‘Luie ouders hebben gelijk’), waarin hij op een makkelijk leesbare en bij vlagen ook grappige manier duidelijk maakt dat je kinderen beter met rust kunt laten. Let wel: hij is geen voorstander van kinderen die veel televisie kijken of achter de computer zitten. Hij vindt dat kinderen zoveel mogelijk op eigen houtje de wereld moeten kunnen ontdekken. Bijvoorbeeld omdat ze daarvan ook het meest leren.
Genoeg te leren thuis
Helaas gaat hij daar in zijn boek wel wat ver in, maar als je de kern van zijn verhaal doortrekt naar mijn idee over de clubjes en muzieklessen, lijkt het wat Hodgkinson betreft de beste oplossing om een kind dat besluit vooral zelf te laten maken. Wil je kind niet op ballet of voetbal? Dan blijft hij toch lekker thuis? Ook thuis is immers genoeg te doen wat zowel leerzaam als gezond is voor een kind, zoals lekker buiten spelen, eventuele huisdieren verzorgen, de natuur ontdekken. Laat een kind in zijn eigen tempo ontdekken wat hij wel of niet wil. En past daar geen muziekles of sport in: so be it. Het is immers beter om een kind niet te “dwingen” om te doen wat jij denkt dat het beste is.
Skill development model
Daar staat tegenover dat er natuurlijk een hoop te zeggen valt over de voordelen van het doen aan sport: lichaamsbeweging is gezond voor lijf en leden, en bovendien leer je tijdens het sporten ook wat winnen en verliezen is. En dat er niets mis is met ambitieus zijn, als dat je eigen keuze is. Het sporten is hierbij een middel, geen doel op zich. Volgens hoogleraar psychologie van de fysieke activiteit Maureen Weiss is een succeservaring het belangrijkste element voor kinderen tijdens het sporten. Er bestaat in haar ogen een verband tussen de motivatie van kinderen enerzijds en competentie en zelfvertrouwen anderzijds. De relatie hiertussen wordt beschreven in haar ‘skill development model’. Verder wijst Weiss op de psychologische vaardigheden die kinderen ontwikkelen tijdens het sporten. Niet sporten heeft dan ook niet alleen invloed op de fysieke gesteldheid van kinderen, maar ook op het mentale vlak.
Conclusie
Het is voor ouders van belang om goed te bedenken wat de motivatie is om iets wel of juist niet te willen, en met respect naar je kind te kijken. Besluit wat voor jou belangrijk is, kijk en luister goed naar je kind, en zoek samen naar een goede oplossing!
Bronnen
Luie ouders hebben gelijk | Tom Hodgkinson | ISBN 9789029081030