Het is tijd om te koken. Je stalt de ingrediënten uit op het aanrecht, pakt een mesje om de ui te schillen en dan breekt de hel los in de woonkamer. De kinderen die net nog als engeltjes met elkaar aan het spelen waren, zijn het nu plotseling op hoge toon oneens over… iets. ‘Zul je altijd zien’, denk je. En: ‘daar gaan we weer!’
De neiging is groot om met de ui in de ene en het schilmesje in de andere hand de kamer in te benen en orde op zaken te gaan stellen. Maar je staat toch even stil. Is dat wel wat je wilt?
Een kwestie van geduld?
Ik krijg vaak te horen van mensen dat ze bewondering hebben voor mijn geduld met de kinderen (ik ben gastouder en geef thuisonderwijs en ben dus de hele dag met kinderen). Het verbaast me iedere keer weer als ik dit hoor, want ik beschouw mijzelf toch echt als hartstikke ongeduldig.
Wat ik wél doe is proberen om mentale ruimte te houden zodat ik met open hart naar kinderen kan blijven luisteren. Zodat ik aanwezig kan blijven, ook wanneer ik mij moe, overweldigd of ongeduldig begin te voelen. Hier oefen ik me in door mij bewust te zijn van mijn innerlijke dialoog. Ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop ik de acties van mijn kinderen ervaar, begint bij hoe ik van binnen met de situatie aan de haal ga, dus welke woorden ik kies bij mijn gesprek in mijn hoofd over het gedrag wat ik zie.
Ik kan zelf kiezen of ik reden voor schuld, schaamte en veroordeling wil zien in de situatie of de intentie wil hebben om te luisteren, begrijpen en compassie te hebben voor het perspectief van de kinderen.
Hoe kan ik meer geduld te hebben?
Mijn innerlijke dialoog
Een manier waarop ik makkelijk in het eerste rijtje verzand en mijn geduld kwijtraak is wanneer ik in de valkuil van diagnosticerend denken stap: vergelijken, analyseren, (be)oordelen, bekritiseren zijn allemaal manieren waarop ik de situatie vanuit mijn denken kan gaan interpreteren.
Wanneer ik zo in gedachten een diagnose stel over de situatie, creëer ik afstand tussen mij en de gebeurtenis, en beschouw ik wat er gebeurt automatisch als een probleem waarvan de oplossing buiten mijzelf moet gebeuren. Met beschuldigen, beschamen, kritiek of veroordeling ga ik het probleem dan te lijf: een quick-fix, een kortetermijnoplossing.
Ik kan dezelfde situatie ook bekijken zonder denkend afstand te creëren en het beschouwen als een botsing van verschillende behoeften, waaronder die van mij. In plaats van denken in problemen, naar bewustwording van behoeften dus.
Dan kunnen we op zoek naar oplossingen waarbij zoveel mogelijk alle behoeften vervuld kunnen raken. Zo houd ik veel meer ruimte over om in verbinding te gaan en samen naar creatieve oplossingen te zoeken, en in de gevallen waarbij dit niet optimaal lukt, tenminste ieders behoeften te horen en erkennen, waardoor de relatie op de langere termijn gelijkwaardiger blijft.
Een oefening in zelfcompassie
Het spel van vooral de jongere kindjes kan ertoe leiden dat er veel rommel wordt gemaakt of dingen kapot gaan. Als ik er niet bij blijf, bijvoorbeeld wanneer ze aan het kleuren zijn, kan ik niet voorkomen dat een kindje ineens op mijn bankstel of op de muur aan het tekenen is.
Of dat wanneer er conflict ontstaat, ze dit met verbaal of fysiek vertoon proberen op te lossen. Maar op een gegeven moment wil ik toch echt beginnen met koken en het maakt mij onrustig om steeds alert te moeten zijn als ik in een andere kamer bezig ben. Mijn uitdaging is dus om los te laten dat alles goed moet lopen wanneer ik er niet bij ben.
Ik weet uit ervaring dat het er harmonischer aan toe gaat wanneer er een sfeer van vertrouwen en gelijkwaardigheid heerst. Daar draag ik zelf aan bij door niet te diagnosticeren maar te verbinden. Hoe kan ik mijzelf nu oefenen om meer geduld te hebben op de momenten dat het eens niet helemaal lekker loopt? Dit is wat ik probeer te doen wanneer er iets gebeurt dat de harmonie, orde of veiligheid lijkt te verstoren.
- Eerst ga ik bij mijzelf na of ik mij getriggerd voel. Als er onrust, schuld of schaamte speelt, of wanneer ik mij in mijn oordelend denken bevind, dan voelt mijn lijf gespannen en onrustig, mijn schouders en nek gespannen en voorovergebogen. Mijn adem wordt sneller en oppervlakkiger, hoog in mijn borst ipv in mijn buik. Ik zit vol, ervaar geen ruimte meer. Als ik mij daarbij ook boos voel (merk dat ik mijn stem verhef en de bereidheid verlies om vanuit verbinding mijn grens aan te geven) dan weet ik inmiddels dat ik waarschijnlijk een trigger heb gemist en al bezig ben te proberen om mij meer in controle van “het probleem” te voelen.
- Als ik getriggerd ben leg ik mijn handen op mijn hart (symbool voor zelfcompassie) en neem ik snel een time-in door te checken: Zijn er vergelijkende, verwijtende of beschuldigende gedachten actief? Bijvoorbeeld: “Nou doe je het weer!” “Ik kan jou ook geen seconde alleen laten.” “Was je maar wat rustiger zoals je broer.” “Ja hoor, dat heb IK weer!” “Kan het hier nou nooit gezellig aan toe gaan?”.
- Afhankelijk van de ernst van de situatie doe ik dit misschien wel terwijl ik ondertussen handel om de veiligheid en orde te herstellen. Bij minder haast kan ik mij ook even afzonderen en aan zelfconnectie doen. Daarover kun je meer lezen in mijn artikel ‘Help, mijn kind slaat‘.
- Wanneer ik weet wat mijn gevoelens en behoeften zijn kan ik mijn intentie terugbrengen naar verbinding en compassie en kiezen om mijn emoties en behoeften te uiten of om te luisteren naar wat de kinderen voelen en nodig hebben.
Hoe meer ik oefen met zelfcompassie, hoe vaker ik het weer doe, des te makkelijker het wordt om snel mijn verwijtende en oordelende gedachten te vertalen naar gevoelens en behoeften. Vaak hoef ik mij nu niet eens meer af te zonderen en lukt het ter plekke om mijn gevoelens en behoeften te verwoorden zonder de kinderen te beschamen of beschuldigen.
En heel soms is het alleen al voldoende om mijn handen op mijn hart te leggen en de gevoelens die er zijn toe te laten om daarna snel weer te kunnen luisteren naar wat er in de kinderen omgaat. Want met echte empathie kunnen situaties vaak sneller en zonder pijn worden opgelost en kan ik daarna alsnog snel terug naar de keuken om te beginnen met koken. En da’s best fijn voor iemand met zo weinig geduld als ik…