Ik hoor het nog steeds: vrouwen die geen borstvoeding willen geven omdat ze niet hun ‘hele hebben en houden’ tevoorschijn willen toveren als hun kindje midden in een druk café honger krijgt. Nog erger: mensen die het geven van borstvoeding in de openbare ruimte onsmakelijk noemen omdat ze dan naar die borsten moeten staren, met waarschijnlijk een blote buik er onder óók nog, als zij lekker hun broodje aan het eten zijn.
‘Onzin’, zal je misschien zeggen; niemand hoeft er wat van te zien als je aan het voeden bent. Borstvoeding geven kan heel discreet: er zijn hele kledinglijnen aan borstvoedingshirts (shirts met stiekeme gaten op de juiste plaats) en borstvoedingsbh’s (met handige hup-snel-los-haakjes aan de voorkant). Voor de winter kan je zelfs aan een lekkere warme borstvoedingstrui komen (eerst hup-snel-loshaakje van je bh losmaken, dan je borst door het gat van je shirt heen sluizen en dan door de trui). Op deze manier kun je je kind voeden zonder dat de buurman van tafel vier ook maar iets merkt.
Je ziet bijna nooit een vrouw borstvoeden
Maar is dit wenselijk? Borstvoedingsminnend Nederland klaagt over de beeldvorming rondom babyvoeding want op iedere babybeurs, in iedere supermarkt, en, ge-luk-kig!, bij de benzinepomp, staren ze je aan: de blikken kunstvoeding met een olijke baby op de verpakking. De bekendste merken hebben wetenschappers in dienst en gebruiken agressieve marketingstrategieën. En ze worden geholpen door een groot deel van de oma’s van nu – de opvoeder uit de jaren zeventig, die haar kinderen meegeeft wat zij toentertijd heeft geleerd over borstvoeding.
Behalve enkele kolfproducenten verdient bijna niemand geld aan het promoten van borstvoeding, vandaar dat het moeilijk blijft om tegen de kunstvoedingsmacht in te gaan. Nog steeds begint 21 procent van de moeders niet aan het geven van borstvoeding. Volgens mij heeft dat wel degelijk te maken met de beeldvorming; vrouwen (maar ook hun mannen) die alleen zien dat baby’s kunstvoeding krijgen en nooit of zelden een vrouw zien borstvoeden, beschouwen kunstvoeding waarschijnlijk onbewust als de meest voor de hand liggende optie. Ook ik. Voordat ik kinderen kreeg, dacht ik bij baby’s die dan ook nog eens wat moesten eten, een van mijn tantes voor me die in de weer was met poeder en gekookt water. Later heb ik veel meer geleerd over borstvoeding, onder meer van vriendinnen. Misschien voed ik daarom nu nog?
Feit blijft wel dat we, door al die discreet voedende moeders, in de horeca alleen piepende magnetrons horen waar flesjes kunstvoeding in zitten, terwijl het bij de voedende moeders lijkt alsof kindlief comfortabel tegen haar aan ligt. Ik zeg: met de borsten bloot! Laat maar zien dat je kind bij je aan het drinken is!
En kijk maar niet naar mensen die met volle mond pratend – beleg op de grond morsend, hun broodje eten terwijl jouw kind gewoon even zijn honger wil stillen.