“Kijk eens, dat heeft hij meegenomen.” Ik zie aan de vaderblik in zijn ogen dat hij niet blij is met deze vondst in zoonliefs zakken. Een stuk groene klei en een tiental kraaltjes.
“Dat gaat hij dan maandag terugbrengen.” Ik word niet boos om deze actie van zoonlief. De wereld zit voor een kleuter vol verleidingen en ik kan me deze verleiding voor zoonlief goed voorstellen.
Niet veel later verschijnt zoonlief voor me.
“Wat had je meegenomen?” Een sip gezichtje staart me aan, een antwoord blijft uit. “Dat moet je maandag dan maar even teruggeven aan de juf. Dan doen we er een ‘sorry’-kaart bij.” Dikke tranen rollen over de wangen van mijn kleuter.
“Ik wist niet dat het niet mocht”, probeert zoonlief nog.
“Maar je weet toch dat het van de juf is?” Hij knikt met zijn hoofd. Verse tranen volgen. “Ben je verdrietig?”
Met lichte tegenzin maakt zoonlief een kaart
“Ja omdat ik het meegenomen heb.”
“Dat snap ik. Mama heeft dat toen ze zo klein was als jij ook wel eens gedaan, omdat ik iets zo mooi vond. Ik heb het toen ook weer teruggebracht. We maken dit weekend wel een mooie kaart voor de juf, dan kun je het maandag met kaart teruggeven.” Zoonlief snikt en knikt met zijn hoofd. “Dan schrijven we erop dat je probeert om het niet meer te doen en dat je het hebt gedaan omdat je het zo mooi vond.”
“Nee, omdat ik het zo leuk vond.”
Met lichte tegenzin maakt zoonlief een kaart. Door de stempels en stickers krijgt hij er gaandeweg meer lol in. Ik vind het belangrijk dat hij er plezier in heeft want ik merk aan alles dat hij een drempel over moet.
Mijn moeder brengt onze kleuter naar school. Ze is zo lief om ervoor te zorgen dat ze als eerste naar binnen kunnen en zo kan alles buiten de andere kinderen om aan de juf gegeven worden.
‘s Avonds brengt mijn moeder verslag uit. Zoonlief wilde van de spanning niet eten. De juf reageerde ontzettend lief. En zoonlief ging na zijn goede daad weer vrolijk spelen. Een last was van hem afgevallen.
En ik? Ik ben reuze trots op onze 4-jarige. Hij heeft me op de sorrykaart laten schrijven ‘ik zal het nooit meer doen’ en ik geloof hem!