Mijn zoon en ik zitten in een impasse en ik vrees dat we er zonder behang en stoomapparaten niet uit gaan komen. Mijn zoon is namelijk op het moment heel erg twee. Strikt genomen was hij natuurlijk al een tijdje twee en af en toe strooide hij kwistig met het nee-woord. Maar het was niets wat je als moeder niet met een goede kop koffie en een kletskop op zijn tijd achter je kon laten.
Inmiddels zijn de koppen koffie echter niet meer aan te slepen en vrees ik een cafeïnevergiftiging. Het begint meestal met een standaard opvoedkundig dilemma. Ik vind dat hij eerst zijn Duplo in de bak moet doen voor we naar de winkels gaan. Hij vindt, hoe verrassend, dat we eerst naar de winkels moeten gaan en dat we daarna nog wel eens zullen zien of er tijd overblijft om het speelgoed op te ruimen. Maar waar hij eerder mij vragend aan zou kijken om met een lief stemmetje en glimmende oogjes te vragen; “eerst winkel, en dan opruimen? Gaat hij nu voor zwaarder geschut. “Nee! Nou echt niet! Klaar!” En stampvoetend verdwijnt hij in welke richting het dan ook mag zijn waar ik hem niet naartoe wou hebben. Zucht.
En wat komt er dan precies na die fase? Juist ja, de volgende fase
Helaas voor mij (en hem) kopieert hij al mijn verbale strijdwapens om zo optimaal het bloed onder mijn nagels vandaan te halen. Omdat ik hem niet wil aanleren dat woede-uitbarstingen de beste manier zijn om je punt duidelijk te maken heb ik een tijd lang al mijn geduld bij elkaar geschraapt om steeds op mijn meest redelijke manier uit te leggen waarom we toch gingen opruimen/aankleden/douchen/van de pennen afblijven. “Luister lieverd, mama begrijpt dat het leuk is om de formulieren van de kinderbijslag van een pentekening te voorzien, maar ik heb die papieren nodig. Dus we gaan nu de pen wegleggen en dan mag je met je potloden een kleurplaat inkleuren”. Dat resulteerde in het feit dat elke “Nee! Nou echt niet! Klaar!” nu begint met “Luister mama!” En dan zijn er nog de keren dat mijn boosheid het van mijn redelijkheid won. We noemen de keer dat hij het behang, dat er precies een half uur op zat – en mijn zus en haar schoonmoeder een hele dag gekost had om precies volgens het patroon op te plakken – ging bewerken met lijm. Ik wist het nog niet van mijzelf maar blijkbaar heb ik, net zoals mijn zoon, een paar hele standaard zinnen als ik boos ben. Daar ga ik tenminste maar vanuit nu ik de hele dag hoor: “Luister mama! Nee. Nou echt niet! Klaar! Is dat duidelijk?”
Het schijnt een fase te zijn. Dat is in ieder geval de standaard troostende opmerking die ik van andere ouders hoor. Hoewel, troostend? Afhankelijk van het kind kan de fase kort of heel erg lang duren. Fijn. En wat komt er dan precies na die fase? Juist ja, de volgende fase. Laten we hopen dat ik in die fase wel weer mijn lieve, behulpzame, grappige en knuffelende mannetje terugkrijg. En tot die tijd zit ik in mijn werkkamer koffie te drinken en ik wil niets horen. Is dat duidelijk?