‘Dr. Hamilton shows how to calm a crying baby. This technique has been utilized by Dr. Bob to quiet infants during office visits. Parents have learned it and have experienced great success at home. You can too.’
Dr. Hamilton Demonstrates “The Hold” – How To Calm A Crying Baby
Op Facebook deelde Geweldloos communicatietrainer en Kiindschrijver Astara Lieuw-On haar frustratie over dit filmpje met me: ‘Ik dacht dat die Harvey Karp-methode wel voldoende debunked was inmiddels maar er zijn nog meer van die enge dokters die baby’s instincten effectief tegen ze gebruiken. Word ik zeer verdrietig van!’
Inès Bonné antwoordde: ‘Wat zou er dan mis zijn met deze manier van troosten? Welke reflex zou men hier gebruiken? Als kindjes krampjes hebben wordt deze manier toch vaak aangehaald? Ik gebruik hem ook, maar dan met mijn hand op haar buikje ipv haar armpjes te kruisen tegen haar borst. Natuurlijk pak je je kindje eerst, probeer je met wiegen. Maar als niets helpt dan liever dit dan een overstuur kindje.’
Ik heb ook zo mijn bedenkingen bij deze methode. Ten eerste is er weer een dokter die de oplossing denkt te bieden in iets dat in feite geen medisch issue is, maar meer iets wat thuishoort bij de opvoeding en de psycho-emotionele ontwikkeling. Moeders hebben zich, over de hele wereld en zolang de mens bestaat, beziggehouden met babygedrag. Traditioneel werd deze kennis overgedragen van vrouw op vrouw. In samenlevingen waar kinderen standaard worden gedragen en het overgrote deel van hun tijd doorbrengen in direct lichaamscontact met een mens, komt huilen om te beginnen weinig voor. Als het wel voorkomt, is de eerste troost: oppakken, aan de borst, wiegen en zingen.
Altijd een houding met het kind dicht bij een ander mens, in een goed ondersteunde positie. Dat is gelijk mijn volgende grootste bezwaar tegen de methode van dr. Hamilton: het is een afstandelijke manier van doen. Het kind bungelt met het grootste deel van zijn lijf niet ondersteund ergens in de lucht op bijna een armlengte afstand van degene die hem vasthoudt. Vliegtuigje spelen wordt ooit nog wel leuk, maar zo’n kleine baby heeft echt volledige steun nodig. Hij kent letterlijk zijn eigen grenzen nog niet en heeft aanraking nodig om die te verkennen.
De methode van Harvey Karp is een stuk erger: die heeft een reëel risico om schade toe te brengen, maar ook deze methode blijft afstandelijk. Ik zou liever zien dat hij eerst de ouders leert om lichaams- en oogcontact met hun kind te maken als het zich niet lekker voelt of verdrietig is, en dit soort oplossingen te bewaren voor het moment dat meer lichamelijk nabije manieren van troosten niet werken. Ik kan in dit filmpje niet goed zien of de baby echt ontspant of dat hij in stand-by gaat. Wat ik wel even erg vind als bij Harvey Karp is dat zijn doel is de baby stil te laten worden en braaf te zijn (‘this is a good baby’). Wat werkelijk nodig is, is troost, menselijke nabijheid, liefde. Wat niet nodig is, is een uitknop.
Wat gebeurt er nu eigenlijk?
Het kruisen van de armpjes over de middellijn helpt het kindje zich ‘te verzamelen’ (een term uit de paardensport, ik vind even geen betere). Het brengt hem bij zichzelf en geeft zijn grenzen weer. De vooroverhouding met de heupen lager dan het hoofd is een houding die de neurologie (en daarmee de reflexen) stimuleert, maar daarbij wil je bij voorkeur alles goed ondersteunen, niet enkel de borst en het bekken. Die vooroverliggende houding zien we terug bij Biological Nurturing, maar het bungelen van het halve lijf in de lucht werkt een goede reflexwerking tegen en kan juist gevoelens van onzekerheid opwekken. Daarbij worden de armen wel gekruist over het midden, maar ook gefixeerd. Vrije armbeweging is een belangrijk onderdeel van de reflexsystemen. Al met al dus redelijk verwarrend, vandaar ook mijn twijfel hierbij, vooral indien onoordeelkundig en te pas en te onpas toegepast. In de omgang met het heel jonge kind werk je altijd liefst vanuit de fysiologie en die fysiologie verwacht dichte lichamelijke nabijheid en veiligheid.
De houding die bij krampjes wordt gebruikt, houdt de baby met het hele lichaam gesteund op de onderarm van de drager. Weliswaar bungelen dan de beentjes en de armpjes, maar het lijf heeft steun. Ook geen ideale houding, maar bij buikpijn helpt het wel, door de druk op en bewegende massage van de maag en darmen. Dan is er een ander doel, namelijk het verminderen van de pijn en het ongemak, niet de uitknop gebruiken om het huilen te stoppen. Ik denk dat ik die uitknop nog het ergste vind.
Deze methode vergroot de letterlijke en emotionele afstand tussen ouder en kind
Algemene conclusie: Deze methode vergroot de letterlijke en emotionele afstand tussen ouder en kind, past niet binnen responsief ouderschap (want het doel is die uitknop en niet het kind geven wat hij nodig heeft wanneer hij dat nodig heeft) en biedt het kind geen veiligheid. In uitzonderlijke gevallen, waarbij andere, meer responsieve manieren niet of onvoldoende werken, en er geen oorzaak voor het huilen is gevonden die kan worden weggenomen, kan het een tijdelijke oplossing zijn, die kindvriendelijker is dan de SSSSS-methodes of de laat-maar-huilenaanpak.
Ter aanvulling: in culturen waar kinderen traditioneel worden gedragen en dag en nacht in dicht lichamelijk contact zijn met een ander mens, komt huilen heel weinig voor. Opvallend is dat in vrijwel alle traditionele draagmethodes kinderen volledig gesteund worden, zonder los rondhangende of fladderende onderdelen. Deze methodes worden nog steeds gebruikt. Lees op Kiind meer over de Logica van het dragen.
Gonneke van Veldhuizen-Staas, is lactatiekundige IBCLC, blogt over borstvoeding en is eigenaar van de praktijk Eurolac Lactatiekunde. Lees meer van Gonneke over troosten en uitknoppen op haar oude blog en hier.