Het is de tweede ochtend deze week dat ik Simon naar de Zonnestraaltjes breng en hij niet wilt dat ik wegga. ‘Bij jou blijven’ zegt hij huilend en klampt zich aan mij vast. Ik voel me vrij machteloos, maar wil dat niet laten zien. In plaats daarvan doe ik hard mijn best om zo zeker en rustig mogelijk over te komen. En zolang ik alleen met hem ben gaat dat best aardig.
Ik wil niet dat hij leert dat ik wegga als hij verdrietig is
Dat verandert als er een hulpvaardige juf bij me komt staan voor de overdracht. Het wordt niet uitgesproken en het is zeer waarschijnlijk zo dat ik het mij inbeeld, maar ik krijg het gevoel dat ik door moet zetten en ‘even flink moet zijn’. Zodat hij ‘er aan went’. Dit is een ingebakken overtuiging. Maar dat is niet wat ik wil. Ik wil niet dat hij eraan went dat ik wegga als hij verdrietig is en mij nodig heeft. Waarom zou ik hem daaraan moeten laten wennen? Ik wil dat hij zich gesteund en veilig voelt.
Van buiten zie ik er rustig uit, maar van binnen voel ik me onzeker; zal ik gaan of blijven? Ik besluit nog even te blijven. ‘Ammehoela!’ denk ik nu met hervonden kracht. Als je je kind dagelijks een pak slaag geeft went het ook en wordt hij vast flink, maar dat wil nog niet zeggen dat hij daar wat aan heeft! Ik besluit trouw te zijn aan mijn gevoel (ook een vorm van flink zijn)… en blijf bij Simon.
En dan is daar ineens het moment dat het oké voor hem is dat ik ga. Hij is gaan spelen. Buiten teken ik op het raam in de condens die ik met mijn adem maak een hartje en een auto en een boom en een motor. Dat is ons ritueel. Simon staat binnen op de vensterbank en benoemt enthousiast wat ik teken. De juf staat achter hem. Misschien moest zij ook even flink zijn en voelde zij zich net zo onzeker. Het is een oer-thema wat we hier aanraken: alleen gelaten worden en vertrouwen moeten vinden in onszelf.
Samen met een andere vader loop ik naar onze fietsen. ‘Lastig, hè?’ zegt hij. ‘Ja. Lastig,’ beaam ik. ‘Ik kan hem toch niet zomaar achterlaten als hij zo verdrietig is?’ Hij herkent het. We zijn het er over eens dat we er goed aan doen er voor onze kinderen te zijn als ze dat nodig hebben. Ik voel me opgelucht. Gelukkig heb ik ‘even flink zijn’ losgelaten.
Robert Tannemaat is naast vader van Simon (1,5) en Sofie (4) en natuurliefhebber ook trainer in groei en gelijkwaardige samenwerking.