Vraag: Mijn kind doet andere kinderen pijn. Moet ik me zorgen maken? Hoe reageer ik hierop?
Sommige kinderen hebben nog veel moeite om ruzies op te lossen met woorden. Zij slaan, schoppen of bijten zodra de frustraties oplopen.
Als je kind nog jong is, dan kun je er eigenlijk wel op vertrouwen dat het over gaat. Een anderhalfjarige die bijt, een tweejarige die schopt, een driejarige die slaat, het is allemaal nog volstrekt normaal. En volstrekt niet leuk trouwens, maar het is in ieder geval niet iets om je zorgen over te maken. Je kind gaat leren om woorden te gebruiken en hij groeit heus niet op tot een etterbakje. Maar hij heeft wel je hulp nodig om op een andere manier zijn frustratie te uiten. Hoe kun je hem het beste helpen?
Wees er relaxed over
Natuurlijk schrik je je te pletter als je kind erop los timmert of uithaalt met zijn schoen. Maar je er druk over maken werkt alleen maar averechts. Het is een fase waar heel veel kinderen die inmiddels hartstikke sociaal en beheerst reageren, doorheen zijn gegaan. Denk niet dat je iets verkeerd doet of dat er iets mis is met je kind. Het is gewoon iets wat je kind moet leren. Net als leren lopen, fietsen of tekenen is je frustratie met woorden uiten een vaardigheid die ieder kind, eventueel met wat hulp, kan leren. Je kind doet dit niet bewust om de ander pijn te doen, hij is alleen bezig om zijn eigen pijn te uiten. Als jij dan ook nog boos op hem wordt, ontstaat er alleen maar meer spanning waardoor het nog moeilijker voor hem wordt om het te leren.
Help hem zijn emoties al eerder uiten
Vaak is de situatie waarin je kind slaat, schopt of bijt de druppel die de emmer deed overlopen. De emmer zit al aardig gevuld met eerdere frustraties en dat zijn broertje of vriendje dan óók nog zijn auto afpakt is dan gewoon teveel. Uit je kind zijn emoties op een onhandige manier, houd hem dan een tijdje goed in de gaten en help hem zijn emoties te verwoorden. Iedere kleine teleurstelling, elk verdriet, iedere keer dat hij boos is grijp je aan om te erkennen. ‘Je bent echt verdrietig hè, dat de hagelslag op is’, ‘Wat zul jij teleurgesteld zijn dat oma toch niet kan komen vandaag’ of: ‘Ja ik snap het schat. Het is helemaal niet leuk, dat er al iemand anders op de schommel zit.’
Moet je kind ervan huilen, dan is dat alleen maar goed, want daar wordt die emmer weer wat leger van. Door het steeds te verwoorden bereik je twee dingen; de emmer raakt niet zo vlug vol, want alle emoties die echt zijn erkend, vallen er niet in. En je leert je kind ondertussen veel woorden die hij een volgende keer kan gebruiken in plaats van zijn handen of voeten.
Breng je kind niet in een onmogelijke positie
Moeilijke situaties zijn voor sommige kinderen niet te doen. Zo zijn er kinderen die volstrekt niet lekker functioneren in drukke of lawaaiige omgevingen, of kinderen die het heel lastig vinden om met veel kinderen tegelijk te spelen, of kinderen die veel moeite hebben met onvoorspelbare situaties. Sommige kinderen gaan vlug slaan als ze honger of slaap hebben, anderen als ze iets heel spannend vinden. (En sommigen hebben het in al die situaties; lees dan ook mijn boek Temperamentvolle Kinderen) Houd een tijdje in de gaten op welke momenten jouw kind de neiging heeft om fysiek te reageren en probeer die situaties te vermijden of begeleid je kind daarin. Hoe vaker je je kind in dat soort situaties het zelf uit laat zoeken, hoe groter de kans dat het regelmatig mis gaat. Het kan dan sneller een patroon worden en het wordt steeds moeilijker om zo’n patroon te doorbreken.
Onderneem actie voordat het te laat is
Je kind moet nog leren om op een andere manier zijn frustratie te uiten. Hoe eerder je hem daarbij helpt, hoe sneller het resultaat. Hoe vaker je kind slaat, hoe meer dit ingeslepen wordt in zijn brein. Dat wordt dan het pad in zijn hersenen dat hij steeds zal bewandelen. Stop hem steeds voordat hij dat pad in wil gaan en help hem een nieuw pad bewandelen. ‘Ho stop, kom hier. Ik laat je niet slaan. Jij bent héél boos (spiegel dit in jouw houding en lichaamstaal. Doe je dit te zijig of liefjes, dan voelt hij zich niet begrepen), dat snap ik. Het is oké om boos te zijn. Ik help je zo om dat aan je zus te laten weten, maar eerst ademen we even rustig in en uit samen. Oké, goed zo. Zeg maar tegen je zus: ik ben woedend dat jij mijn toren omver stootte.’ Van een afstandje roepen: ‘ho stop, niet slaan, zeg het met woorden’ heeft geen zin.
Dit betekent dus inderdaad dat je een bepaalde tijd – een paar dagen, een paar weken en soms langer – je kinderen heel goed in de gaten houdt als ze in dezelfde ruimte verblijven. Maar op deze manier laat je zien dat jij zorg draagt voor iedereen zijn veiligheid in huis, geef je duidelijk grenzen aan én leer je je kind alternatieven. Blijf er vooral vertrouwen in hebben.
Eva Bronsveld is trainer en spreker en maakte de inspirerende Opvoedkalender voor meer ontspannen opvoeden. Voor Kiind beantwoordt ze vragen van lezers.