De foto waarop de zoon van Martin Gijzemijter in een jurk staat te stralen ging flink rond op social media. Naast hele negatieve reacties en enthousiaste reacties, was er nog een derde geluid te horen: ‘Er waren ook reacties waar ik geen raad mee wist, en dat was de goedbedoelde: ‘Ach wat schattig, maar geen zorgen, het komt wel goed!’ Het komt wel goed? Ik ben daar verder niet heel diep op ingegaan, want men bedoelde het echt goed, maar hoezo, het komt wel goed? Is er iets niet goed dan?’ Het hoeft dus niet te betekenen dat je kind homo is of wordt. Fjoe!
Zoals Martin zegt: ‘Ik leg totaal geen verband tussen het dragen van een jurk, en als man je hart verliezen aan een andere man. Maar, al zou dat verband er wel zijn, wat dan nog?’
Wil je kind naar school in zijn speciale creatie? Dat is voor jou misschien spannend. Een logische oplossing lijkt: je kind op school in sociaal geaccepteerde kleding laten verschijnen en alleen thuis de verkleedpartijen goedkeuren. Je wil je kind beschermen. Maar daardoor kun je onbedoeld een signaal van angst en schaamte aan je kind geven.
Een kind wil vooral vrij kunnen ervaren en dat gebeurt bijvoorbeeld door te verkleden. Alles toestaan en je eigen oordeel binnen houden werkt het beste. Spel is een wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling van animus en anima, het innerlijke mannelijke en vrouwelijke aspect. Dit spel hoeft niets te maken te hebben met geaardheid of het eigen gender. Een kind kan gerust experimenteren met een eigen uiterlijk – ook op jonge leeftijd.
Veilige kaders
Je kunt je zoon prima in een prinsessenjurk naar school laten gaan. Wil je toch voorkomen dat de leerkracht of andere kinderen er negatief op reageren, geef dan zelf aan dat jij de verschijning van je kind prima vindt en dat je verwacht dat hier op school ook normaal mee wordt omgegaan. Het is wel handig om de leerkracht daarin mee te nemen, want kinderen zijn vrij direct en kunnen ook onbegrijpend of negatief reageren. Jij stelt als ouder de veilige kaders, en dat doe je door de school als een veilige plek voor ontwikkeling aan te merken.
Pesten
Word je kind gepest? Dan is de klas geen veilige omgeving. Pesten is een groepsprobleem: onderwijsadviseur Gerard Castelijn zegt hierover: ‘Volgens psycholoog Bob van der Meer komt pesten voort uit frustratie in een groep.’ Denk hierbij aan ratten. Deze leven vredig naast elkaar zolang er voldoende voedsel en ruimte is. Zodra er geen eten is ontstaat er crisis en gaan ze elkaar te lijf. Bij frustratie zoeken kinderen naar een slachtoffer. En deze is snel gevonden in een kind dat veel afwijkt van de groepsnorm. Daarom is het zo belangrijk om als school te werken aan een positieve groepscultuur. In een positieve groep is ruimte voor iedereen en worden de ‘zwakkeren’ geholpen in plaats van gepest. Lees daarover meer in Pesten is een groepsprobleem.
Zoals Martin Gijzemijter zegt: ‘Pesters hebben geen jurk nodig, ze hebben onzekerheid nodig en onzekerheid kweek je juist door te zeggen dat je niet mag zijn wie je bent.’
Je kunt je zoon prima in een prinsessenjurk naar school laten gaan
Socioloog Mieke van Stigt zegt hierover: ‘Kenmerken van een groep zijn: een vorm van hiërarchie, ongeschreven regels, tradities, gewoonten en opvattingen. Mensen leven in verschillende groepen. Sommige groepen zijn door hun samenstelling extra kwetsbaar voor pesten, bijvoorbeeld doordat kinderen met alleen leeftijdgenoten de hele dag moeten doorbrengen op school. De groep is dan horizontaal samengesteld, maar hiërarchie veronderstelt toch een zekere mate van verticaliteit. Die wordt dan kunstmatig aangebracht, desnoods teruggevoerd op de beste schoenveters of duurste tas, en maar al te vaak via het `recht van de sterkste’, of dat nu verbaal of fysiek is. Bij gebrek aan positief leiderschap slaat zo’n groep op drift. Een slecht geleide groep staat onder spanning, en die spanning zoekt een uitweg in pesten, in het zoeken naar een zondebok: een groepslid dat dienst doet als bliksemafleider.’ Hier te lezen.
Kwetsbaar
Kortom: er is niets mis met je kind. Je zoon is misschien kwetsbaar als hij in een jurk naar school gaat, en het kan dat hij er last van krijgt, maar doorlopend het gevoel van je ouders krijgen dat je mag zijn zoals je bent, is zeer waardevol op de lange termijn.
Als het gedrag van je kind heel consistent wordt en het echt in de andere gender wil blijven, bijvoorbeeld met kleding, of het willen dragen van een andere naam, blijf dan dicht bij het kind en blijf in gesprek. Vind je dat als ouder zelf lastig of reageert school daar niet handig op, dan kun je terecht bij organisaties zoals Transvisie waar je informatie en ondersteuning kunt krijgen.
Maar dat speelt doorgaans helemaal niet. Gijzemijter: ‘Ik heb hem geen jurk aangedaan om een statement te maken, niet omdat ik wil aantonen dat ik vrede heb met de keuzes in zijn leven, niet omdat ik zo graag open-minded wil zijn. Ik heb mijn zoontje een jurk aangedaan omdat hij drie is, en hij begon te stralen toen hij hem zag.’
Boekentip: ‘Alles over pesten’ van Mieke van Stigt
Lees hier de blog van Martin Gijzemijter
Met dank aan Giel Luichjes