Boze peuters, ze plakken jou graag achter het behang! Wil je kind in een boze bui van alles door het huis gooien? Zelfs de liefste, meest afgestemde ouders komen dit bij hun kind tegen. Energie moet eruit, dus helemaal voorkomen kun je het niet. Maar kinderen kunnen prima leren omgaan met hun eigen driftigheid.
Energie kanaliseren
Is je kind woest? Dat mag er zijn. Er is niks mis met wat temperament, maar de meubels hoeven niet aan diggelen. Kanaliseer die energie door samen te stoeien. Daag je kind uit om jou omver te duwen (terwijl jij op de grond zit). Zo kan ze al haar boosheidskracht inzetten. Doordat jij in contact blijft, escaleert het ook niet.
Pedagoog Jillian Emanuels tipt: ‘Gooit je kind vaak met spullen thuis? Zorg voor een set pittenzakken waar je kind mee mag gooien. Lekker hard tegen de voordeur bijvoorbeeld. Leg het simpel uit, zoals: We gooien niet met vorken. Gooien mag met de pittenzakken.’
Vrij en verbindend spelen
Met niets of duurzaam speelgoed
Ook gillen en schreeuwen is soms ‘noodzakelijk’. Maar jij kunt wel sturen in het waar en hoe. Jillian: ‘Laat je kind lekker hard gillen onder de douche en doe zelf even oordopjes in. Heb je een kind dat graag kliedert, doe dan een echte kliedersessie in de badkamer en spoel de boel daarna zo weg.’ Het verbieden van dit soort uitingsvormen levert alleen maar meer strijd op, geeft Jillian aan. Want jonge kinderen uiten zich nu eenmaal via hun lichaam. Geef je alternatieven, dan leer je ze hoe ze op een goede manier ‘wild’ kunnen zijn, zonder drama.
Ruimte voor woest
Je kunt het stoeien, het gooien en dergelijke steeds herhalen wanneer je een bui ziet opkomen. Je kind leert zo een route waarmee hij om kan gaan met zichzelf. Door de herhaling groeit het besef: ‘Mijn boosheid, wildheid of lawaai is niet slecht, maar kan ik uiten.’ Je kind hoeft niets te onderdrukken, en jij hoeft niet de strijd aan te gaan. Dit soort alternatieven geven ruimte aan de behoefte van je kind, en houdt de rest van je spullen heel.
Ook kan je kind op deze manier ontdekken hoe je er buitenshuis mee om kunt gaan. Er zijn immers plekken waar lawaai kan zijn, maar ook waar dat niet kan. In een volle tram of in een stille bibliotheek bijvoorbeeld. Jillian: ‘Als rennen of schreeuwen in een bepaalde situatie geen optie is, maar je kind wil wel energie kwijt, kijk dan (samen) wat het alternatief is dat wel ruimte geeft aan je kind. Zie het als een oefening. Verwacht niet van je kind dat het meteen goed gaat, dus na het een keer besproken te hebben, heeft het geen zin om vervolgens boos te worden als je kind tóch uit haar dak gaat.’
Met dank aan de Instantpedagoog en voor fotografie: Jana Boekholt
Verder lezen
Grensoverschrijdende peuters: de echte oorzaken – Janet Lansbury