‘Wat is bidden eigenlijk?’ vraagt mijn zesjarige dochter aan de eettafel. Daar moet ik even over nadenken. Hoe leg ik uit wat bidden is terwijl ik het zelf nog nooit heb gedaan? Ik ben totaal niet gelovig opgevoed. Eigenlijk kan ik mij niet herinneren of geloof überhaupt een gespreksonderwerp is geweest toen ik jong was. Ik weet dat mijn beide ouders zich los hebben gemaakt van het kerkelijk leven en dat in de hippietijd met trots hebben uitgedragen.
Naar de kerk zonder bidden
Als puber ging ik eens mee met een vriendinnetje naar haar zangles. Het bleek een kinderkerkkoor. Dat de docent met Frater werd aangesproken deed bij mij echter nog geen belletje rinkelen. Zo rolde ik ongepland de kerk in. De enige kerkdiensten die ik heb meegemaakt, heb ik dus vanaf het altaar beleefd, braaf zingend in het kerkkoortje. Zo kreeg ik de kans te luisteren naar de teksten van de liedjes en de preken van de priester. Ik nam de bijbelverhalen in mij op en sloeg de gang van zaken gade. Ik ben mijn ouders dankbaar dat ze mij mijn gang hebben laten gaan. Zo heb ik mijn eigen weg kunnen vinden en mijn eigen mening kunnen vormen.
Zo rolde ik ongepland de kerk in
Vrijheid
Hoe kan ik mijn kinderen diezelfde vrijheid geven? Ik bespreek met mijn zesjarige dochter en vierjarige zoon dat veel mensen geloven in een god. Ze geloven dat hij de wereld heeft gemaakt; de bomen, de dieren, de mensen. Ze bidden in de kerk of moskee om hun god te bedanken voor het leven, of om hulp te vragen. Ze geloven dat hun god alles ziet en hoort wat er gebeurt en dat ze daar na hun dood voor beloond of gestraft worden.
Ik zie het gezichtje van mijn zoon ontspannen: ‘Dus God heeft de hele wereld gemaakt. Ook de auto’s en de rivier?’ Hij vraagt zich al lang af hoe alles toch is gemaakt en blijkbaar is dit het meest bevredigende antwoord dat hij ooit van mij heeft gehad.
Dus God heeft de hele wereld gemaakt. Ook de auto’s en de rivier?
Nou, vervolg ik, niet iedereen gelooft in een god. Denkrimpels kronkelen over zijn voorhoofd. ‘Waarom niet?’ vraagt hij zich teleurgesteld af. Sommige mensen vinden het niet zo logisch dat een meneer de hele wereld heeft kunnen maken en nu dan nog steeds aanwezig is om ons te bekijken en te helpen. Daar kan mijn dochter zich wel in vinden. ‘Ja, want niemand kan zoooo lang leven. Iedereen gaat een keer dood. Behalve Sinterklaas, en de Pieten gaan ook nooit dood.’ Nu verschijnen bij mij kronkels op mijn voorhoofd. Ik dacht toch echt besproken te hebben dat de goedheiligman lang geleden leefde en dat we in december vieren wat voor toffe peer hij was. Dat beklijft blijkbaar niet als de alternatieve verhaallijn zoveel meer tot de verbeelding spreekt.
Tempel
Gauw geef ik het gesprek een andere wending. ‘Weten jullie nog dat we in Laos vaak bij de tempel waren? Daar bidden mensen tot Boeddha. Ze geloven niet dat de Boeddha de wereld heeft gemaakt maar ze vinden wel zijn ideeen over hoe je het best kan leven heel mooi. De mensen zijn hem dankbaar dat hij zijn wijsheid heeft doorgegeven aan ons. Het gezichtje van mijn zoon klaart weer op: ‘Jaaa, tempels! Dan kregen we telkens koekjes van de monnik, dat was leuk!’ Hij holt naar boven om zijn monnikenoutfit aan te trekken; een lange oranje doek die hij om zijn lijfje wikkelt. We gaan monnikje spelen en hebben het later nog wel eens over bidden.
Nynke Bos woonde en werkte een jaar met haar gezin in Laos. Nu opent zij, terug in Nederland, haar praktijk voor kindbegeleiding. Haar boek over de wereldse reis met haar gezin is nu te bestellen.