Leerkracht Julia Steenwegen, basisschoolleerkracht, schrijft in een confronterend stuk in het NRC dat zij voor een klas staat van 33 kinderen. Dat is niet het gemiddelde van 23 leerlingen waar staatssecretaris Dekker het steeds over heeft. ‘Want, meneer Dekker’, zo stelt zij, ‘Bent u weleens op bezoek geweest in enkele scholen in en om de stad? Drieëntwintig? Daar kunnen wij in de koffiekamer alleen maar smakelijk om lachen.’
Plofklassen, besparingen en burnouts
Steenbergen staat voor een zogenoemde inclusieve klas, wat inhoud dat er ook kinderen in zitten met een rugzakje. Ondertussen dient er gezorgd te worden dat niemand buiten de boot valt. En daar wordt keihard aan gewerkt, want leerkrachten zijn volgens Steenwegen idealisten. Voor het lage loon en de hoge werkdruk hoeven ze het niet te doen. Steenbergen: ‘Wij geven les omdat wij op zoek willen naar de beste manier van leren voor elk kind. Maar dat wordt ons onmogelijk gemaakt. Want te midden van plofklassen, besparingen en burnouts zijn wij niet aan het doceren maar aan het overleven. Idealisme sterft al gauw een stille dood in de storm van een drukke werkweek.’
Het liefst zou Steenbergen de focus leggen op het leren van elkaar en het klaarstomen van kinderen voor morgen. Maar dan moet ze haar schouders ophalen, zuchten en slikken, want wonderen gebeuren er helaas niet in haar klas. En daarmee komen we volgens haar bij de echte slachtoffers van dit wanbeleid. De kinderen die elke dag de drukte trotseren, zich met koptelefoons wapenen tegen het lawaai van de overvolle klas. De kinderen die een ruggensteuntje nodig hebben, in stilte vragen om een helpende hand en niet weten waar ze hun zorgen kwijt kunnen. Het zijn vooral de kinderen die zijn overgeleverd aan een falend kabinet.
Kinderen lijden onder het dwingende systeem
Want zo stelt Steenbergen: ‘Niet alleen leerkrachten bezwijken onder de druk van het onderwijs. In de plofklas geldt de wet van de sterkste. Je zal maar beter roepen om aandacht, dan weet de juf je wel te vinden. Waarom zouden zoveel kinderen met een attest de klas inkomen? Verklaringen genoeg: van autisme via ADD en ADHD tot dyslexie en meer. Als dat geen kreet om aandacht is, wat dan wel?’
Kinderen zijn echte de slachtoffers van dit wanbeleid
Dezelfde geluiden zijn te horen in het voortgezet onderwijs. Dennis de Gruijter, filosoof en docent vertelt: ‘Plofklassen zijn het onvermijdelijke gevolg van intensieve menshouderij. In plaats van het systeem af te stemmen op de behoeften van mensen, in dit geval kinderen, proberen we kinderen aan te passen aan het systeem. Het toont aan dat de doelstelling van school niet goed onderwijs is, maar het managen van een overschot aan kinderen. En daar valt geld mee te verdienen.’
Dat er wegens plofklassen steeds meer kinderen uitvallen is verdrietig genoeg geen nieuws meer. In dit artikel van Lex Hupe voor Kiind stelt hij dat de oorzaak niet zozeer bij het kind ligt, maar bij de ontmoeting met het dwingende systeem. Volgens hem ‘overleven’ de meeste kinderen het systeem wel, maar vooral de gevoelige en kwetsbare kinderen lijden eronder. ‘Het huidige onderwijsmodel is 200 jaar oud, laten we onderwijs ontwerpen dat kinderen wel recht doet,’ roept Hupe op.
Het is ook jouw kind dat lijdt
Hartenkreten zoals dat van Steenbergen en Hupe laten zien dat het schoolsysteem door ouderdom en regelgeving niet alleen voor kinderen, maar ook voor de leerkrachten en scholen inmiddels een veel te krappe jas is geworden. Men zegt weleens dat alleen het piepende wiel olie krijgt. In dit verhaal zijn dat verdrietig genoeg de kinderen. Je kunt als samenleving natuurlijk best aan kinderen blijven sleutelen en driftig met labels plakken. Maar daarmee schuif je de kinderen in het systeem als een hete aardappel door. Zouden we niet moeten weten dat wanneer een wiel begint te piepen, er doorgaans iets mis is met de hele wagen en niet met dat ene wiel?
Het 200 jarige onderwijsmodel is verouderd
Steenbergen besluit dan ook met de confronterende realiteit: ‘Het is ook uw kind dat lijdt onder de besparingen. Dat misschien net over het hoofd gezien wordt. Of weer een vluchtig voorbereide les voorgeschoteld krijgt omdat er geen tijd was. Dat helaas niet zo goed kan spellen omdat er geen tijd voor was. En daarom sta ik vaak met tranen in mijn ogen voor de klas, luister ik met frustratie naar de onwetendheid van meneer Dekker en daarom staak ik mee. Kinderen, ouders, doe toch mee! Het gaat om veel meer dan dalende beloningen en aanzien. We laten onze kinderen in de steek. Kinderen komen chronisch tekort in dit land en dat moet veranderen.’