In het boek ‘Wat doen we met de baby?‘ stelt sociaal-psychologe en onderzoekster Marilse Eerkens dat de Nederlandse kinderopvang niet in staat is om baby’s de zorg te bieden die ze nodig hebben. Enerzijds omdat de kwaliteit in het algemeen de laatste jaren sterk is gedaald. Anderzijds omdat er te weinig pedagogisch werkers per kindaantal ingezet worden. Wat is er nodig en waar gaat het mis?
Weinig individuele aandacht in de kinderopvang
Aandacht, lichamelijke nabijheid en communicatie zijn broodnodig voor een goede hechting. En, zo geeft Eerkens aan, ook voor de hersenontwikkeling. Baby’s worden geboren met zo’n twintig procent van de hersencapaciteit. De rest ontwikkelt zich in de eerste drie levensjaren. De eerste 9 tot 18 maanden zijn bijzonder belangrijk als het aankomt op veilige hechting. De hersenen ontwikkelen zich in die periode op basis van de informatie die zij uit de omgeving halen. Gebaseerd op de zorg die zij krijgen. Dat is een slim trucje van de natuur, want zo raakt ieder kind optimaal afgesteld op zijn of haar omgeving. En dat vergroot de overlevingskans.
De stresswaarden van de baby worden hoger wanneer zij veel alleen zijn
Een omgeving met responsieve verzorgers is hierbij van groot belang. In de kinderopvang is echter te weinig individuele zorg en aandacht beschikbaar, die baby’s die juist zo hard nodig hebben. De medewerkers staan vaak onder grote druk, en kunnen niet voldoende adequate zorg bieden. Wanneer er weinig tijd voor de baby is, is er automatisch weinig interactie met de omgeving. Denk hierbij aan het niet tijdig reageren wanneer een baby huilt. Of weinig communiceren met een baby en onvoldoende fysieke nabijheid zoals knuffelen, aaien of het simpelweg op schoot zitten buiten de verzorgmomenten om.
De stresswaarden van de baby worden hoger wanneer zij veel alleen zijn. Deze waarden zijn in een onderzoek gemeten en hieruit is gebleken dat baby’s in de kinderopvang hogere stresswaarden hebben. Dit kan onder andere zorgen voor angststoornissen, minder stressbestendige kinderen, meer agressie bij jongens en meer angst bij meisjes.
Baby’s hebben een vaste verzorger nodig
Naast de hersenontwikkeling en de stress zijn de vele personen waarmee een kind te maken krijgt in de gemiddelde opvang niet bevorderlijk voor de hechting. Kinderen hebben, wanneer zij niet bij de ouders zijn, één vaste verzorger nodig waaraan ze zich kunnen hechten. Dat is in de kinderopvang niet haalbaar met de verschillende diensten, vrije dagen en personeelswisselingen. Kinderen die niet goed gehecht zijn, kunnen hier in hun latere leven veel last van krijgen. Zij hebben bijvoorbeeld een grotere kans op verschillende gedragsproblemen. Maar wat doen we hier nu aan?
Uitbreiding ouderschapsverlof
Eerkens stelt dat een vast gezicht en veel contact op verschillende niveaus zorgt voor een goede hechting. Je kunt hierbij denken aan opa en oma, een gastouder of andere ‘familie/stamleden’ die op vaste dagen oppassen. Omdat niet iedereen deze mogelijkheid heeft, pleit Eerkens al jaren voor het uitbreiden van het ouderschapsverlof. Oud-Kinderombudsman Marc Dullaert voegde hieraan toe dat hij het onwenselijk vindt dat ouders in Nederland min of meer gedwongen worden hun kinderen al op zo’n jonge leeftijd naar de opvang te sturen, omdat zij het zich financieel niet altijd kunnen veroorloven om bijvoorbeeld tijdelijk minder te werken. In plaats van geld zou het belang van het kind leidend moeten zijn in die beslissing. Nederland behoort tot de landen die het minste uitgeven aan verlofregelingen. Na Scandinavische landen hebben ook Duitsland (2007) en Engeland (2008) hun verlof uitgebreid met twaalf tot veertien maanden. De reden hiervoor is dat deze landen zich meer baseren op wetenschappelijk onderzoek.
In plaats van geld zou het belang van het kind leidend moeten zijn
Het moet anders!
In Nederland zijn er verlof- en kinderopvangregelingen, om ouders te helpen om werk en zorg te kunnen combineren. Engeland zet goede opvang in als een sterk wapen tegen ongelijkheid en armoede. Duitsland wilde het geboortecijfer opkrikken, vrouwen minder financieel afhankelijk maken van hun partner en daarnaast ouders ook de mogelijkheid geven om in alle rust en zonder geldzorgen een goede band op te bouwen met hun kind in de belangrijke eerste levensmaanden. Ouders kregen daarom twaalf maanden verlof die ze onderling mochten verdelen. En om de partners te stimuleren ook gebruik te maken van de regeling, krijgen ouders nog eens twee maanden extra verlof wanneer de partner (meestal de vader) minimaal twee maanden verlof voor zijn rekening neemt.
Perfect is het in onze buurlanden landen ook niet. Want in Duitsland lukt het niet altijd om een goede opvangplek te bieden na het verlof en in Engeland is de opvang, buiten de gratis uren, heel erg duur. Daar mag nog wel wat verbetering in komen. Toch hebben deze landen genoeg in huis om een voorbeeld aan te nemen.
Want hoewel het fijn is dat er steeds meer erkend wordt dat hechting, lichamelijk contact en oprechte aandacht zo ontzettend belangrijk zijn, verandert er in de praktijk maar weinig. Gelukkig is er al een stapje gezet in de goede richting:
De 5 belangrijkste veranderingen voor pedagogisch medewerkers (pm’er) zijn:
Minder baby’s per pm’er
Meer vaste gezichten op de groep
Recht op coaching
Geen vrijwilligers meer in plaats van professionals
3-uursregeling
We kijken uit naar de nodige veranderingen in de kinderopvang, het ouderschapsverlof en de manier waarop we – politiek, sociaal en economisch – naar kinderen kijken.
Hoe goed is het Nederlandse systeem van kinderopvang en basisscholen? Dat vraagt de van oorsprong Zweedse Jennifer Pettersson zich af in de radiodocumentaire en podcastserie ‘Opgejaagd’. Als moeder van twee jonge kinderen verbaast ze zich over de manier waarop het systeem in Nederland voor ouders en kinderen geregeld is. Beluister de podcast Opgejaagd van Jennifer Patterson.
Meer weten
Waarom liefde zo belangrijk is, Sue Gerhardt
Wat doen we met de baby? Marilse Eerkens
Kinderopvang gemiddeld genomen matig
Opvang vooral voor jonge baby’s moeilijk
Stress op crèche langdurige gevolgen latere jaren
Fotografie: Sylvana Teekens