In een eerder artikel voor Kiind heb ik een begin gemaakt met het beschrijven van de invloed van adult supremacy (volwassenendominantie, afgekort AS) op het welzijn en de gezondheid van kinderen nu en later in hun leven. In dit stuk leg ik uit hoe ik mijn definitie van AS heb opgebouwd.
Nature – nurture?
Het concept AS is voortgevloeid uit mijn fascinatie voor de ontwikkeling van het jonge kind tot volwassene. Hoe vormen we ons als mens een beeld van de wereld om ons heen? Hoe groeien we van kind tot volwassene uit? En hoe wortelen onze gezondheid en ons welzijn vaak diep in onze kindertijd? Dat dat laatste zo is, klinkt op zich logisch, maar in maatschappelijke discussies over de verhouding tussen nature en nurture, tussen genetische en opvoedingsbagage, sloeg de balans voor velen jarenlang door naar het eerste. Natuurlijk, zo was het idee, is er een zekere invloed van hoe we worden bejegend, maar uiteindelijk draait het toch om ‘hoe we nu eenmaal zijn’, om ‘wat er nu eenmaal in onze genen ligt’. Dat is een interessante stellingname, want dat impliceert ook dat wanneer iemand (sociaal) disfunctioneert, we tot de conclusie moeten komen dat die persoon zo gebóren is.
Meer zinnig leesvoer: Luisteren naar kinderen, Symbiose en autonomie, Vroegkinderlijk trauma.
Diegene is dus niet zo gewórden door de omstandigheden, maar was vanaf het begin, op grond van de genen, al een ellendeling, een egoïst, een etter. Dat is niet niks. En tegelijk… dat is wél niks, want onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat die stellingname veel te simplistisch is en niet kan worden gebaseerd op de huidige stand van de wetenschap. De vroege kindertijd blijkt veel belangrijker dan we lang hebben gedacht… of dan we hebben gehoopt, wellicht, want als die periode zo cruciaal is, legt ze natuurlijk ook een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de volwassenen om dat kind heen. En dat is dan weer wél niet niks!
Waar staat het kind in de samenleving?
Daarover gaat mijn AS-concept, over de positie van de volwassene in het leven van het jonge kind en, wat breder, in de wijze waarop er met kinderen en hun belangen wordt omgegaan door volwassenen, privé, maar ook via overheid, instanties en wetgeving. Wat is de plaats van kinderen in onze samenleving? Hoe kijken we naar ze? Hoe wegen we hun korte- en langetermijnbelangen af tegen die van onszelf?
Mijn indruk is dat het kindbelang er vaak vrij bekaaid vanaf komt. In praktische omstandigheden, maar zeker ook in beleidsdocumenten is de teneur dikwijls: het kind moet zich aanpassen aan het leven van de volwassene. Geluiden als ‘voorkom dat het kind de boel overneemt’, ‘maak duidelijk wie de baas is’, ‘wees consequent, want het kind moet weten waar het aan toe is’ geven allemaal aan hoe de machtsverhoudingen liggen: het kind is ondergeschikt.
Mijn werk voor de landelijke huilrichtlijn (2006-2009) en mijn inzet voor aanpassingen in de concept-slaaprichtlijn (begin 2016) hebben mij ten aanzien van de positie van het kind niet hoopvol gestemd. Tussen beide richtlijnen zijn bijna tien jaren verstreken, maar tijdens het redigeren van de laatste bleek deze nog steeds zeer adult-centered te zijn: de belangen van de volwassene zijn leidend.
Het taalgebruik en de aanbevelingen in deze beleidsdocumenten, samen met wat ik om me heen in (opvoedings)boeken en discussies waarnam toen ik er meer op ging letten, brachten me tot het AS-concept. De docent van een studievak dat ik volgde, moedigde me aan om het concept niet pas in mijn master, maar nu, meteen, in dít bachelorvak, uit te werken. Het paper dat ik moest schrijven, werd vervolgens een hele worsteling, want nu ik mijzelf een ideologisch doel had gesteld, moest het goed en grondig. Het vak werd in het Engels gegeven, dus mijn onderstaande definitie is ook in het Engels, maar ik zal ‘m in het Nederlands nader bespreken. Dit is de definitie:
Adult Supremacy (AS) is a power position in which adults consciously or unconsciously cause their privileges, ambitions and unrecognised biosocial needs to trump child wellbeing, rendering the minor minor.
De kernbegrippen zijn waarschijnlijk helder:
- het gaat om de machtspositie die de volwassene heeft ten opzichte van het kind;
- in die positie spelen privileges, ambities en niet-(h)erkende biosociale behoeften van de volwassene een belangrijke rol;
- ze worden bewust of onbewust ten koste van het kind(belang) nagestreefd;
- daardoor wordt de minderjarige een minderwaardige persoon.
Volwassenendominantie: bewust en onbewust
Graag wil ik stilstaan bij ‘bewust of onbewust’. Dit aspect kreeg een plaats na een brainstorm met Robin Grille, een auteur en professional wiens werk en visie ik op hoge waarde schat. De stelling dat volwassenen dikwijls tekortschieten in de behoeftebevrediging van het kind, verdient een nadere beschouwing.
Het is belangrijk expliciet te onderkennen dat ze dat lang niet altijd bewust doen. Ze walsen veelal niet met opzet heen over wat voor het kind van cruciaal belang is; ze zijn er helaas simpelweg niet op getraind of toe in staat om dat kindbelang bewust waar te nemen en te dienen. Door die beperking te benoemen, voorkomen we een sfeer waarin er voor de ouder geen empathie is, waarin de ouder wordt weggezet als ‘dader’, als schuldige voor dat wat in het kinderleven misloopt. Zo eenvoudig is het immers niet. Veel volwassenen zijn als kind zélf beschadigd geraakt en er is dus sprake van een lange keten van oorzaak en gevolg, wat iets anders is dan een lange keten van schuldigen.
Verantwoordelijkheid nemen
Dat we de handelwijze van ouders met enige mildheid bezien, neemt echter niet weg dat je als volwassene niet zou moeten wegkijken van de invloed van jouw keuzes op de ontwikkeling van je kind. Een wezenlijk onderdeel van volwassen zijn is immers dat je verantwoordelijkheid neemt voor je handelwijze en voor de consequenties ervan. Dat kan een hele confrontatie zijn:
‘Luistert mijn kind niet naar mij omdat ik niet naar haar luister?’
‘Pest mijn kind klasgenoten omdat het zich hier thuis niet veilig voelt?’
‘Is mijn kind zo gesloten omdat ik altijd haast heb en geen tijd neem het gesprek rustig op gang te laten komen?’
‘Wil mijn baby de hele nacht bij mij drinken omdat we overdag van elkaar gescheiden zijn?’
‘Legt mijn kind problemen niet aan mij voor omdat ik meteen naar een oplossing zoek in plaats van ze eerst aan te horen?’
Maatschappelijk probleem
Veel keuzes die we als ouders maken, komen onder druk van sociale conventies tot stand. Het hele idee van AS is dan ook niet enkel een gezinsprobleem, maar een maatschappelijk issue dat veel facetten kent; denk bijvoorbeeld aan schoolsystemen, aan anonieme zaaddonatie, aan kinderporno, aan voogdijkwesties. Het is bovendien geen pleidooi voor child supremacy, zoals sommigen wellicht denken.
Wat ik graag zou willen bereiken, is dat we als samenleving meer aandacht hebben voor de behoeften van jonge kinderen. Tegen individualistische en marktfundamentalistische trends in zou ik bovendien graag zien dat de zorg voor kinderen zowel persoonlijk als maatschappelijk niet als een lastige kostenpost wordt gezien, maar als een eervolle taak, een fantastische investering in de nieuwe generatie. Het zorgen voor kinderen verdient meer sociale én economische status dan het nu heeft, maar daarvoor moet de adult supremacy wel eerst wijken. Dat lijkt me een fraaie uitdaging, een paradigmaverschuiving om gezamenlijk na te streven!
Marianne Vanderveen-Kolkena is antropoloog en lactatiekundige. Marianne is van plan een focusgroep te organiseren om te brainstormen met mensen die geïnteresseerd zijn in een verdere uitwerking van het concept adult supremacy. Wil jij hier mogelijk aan deelnemen? Laat dan een berichtje achter bij info[@]borstvoedingscentrumpantarhei.nl.
Adult supremacy: de invloed van volwassen macht op kindwelzijn
Een betere wereld begint bij het veranderen van je baby’s DNA (wut?!)