Meer humor tijdens het opvoeden is best een aanrader. Opvoeden – dat moesten we maar wat minder serieus nemen. Nee echt. We doen het namelijk toch wel fout. Je kunt best heel serieus werk maken van het opvoeden, maar wist je dat het effect van je opvoed-vaardigheden kleiner is dan je genetische inbreng? Henk de Vos stelt dat kinderen zich vooral richten op hun omgeving buiten het gezin om te leren hoe de wereld werkt. Onderzoek met geadopeerde kinderen bevestigt zijn hypothese. Wat je je kinderen genetisch meegeeft, weegt zwaarder dan je opvoedkundige invloed. Verlicht dat je al een beetje? Maak er gewoon iets leuks van. Maak lol; je aandeel in de opvoeding is toch kleiner dan je denkt, en wie weet pikken je kinderen er ook nog iets van op.
Stam
Nog een sterk argument om minder serieus op te voeden. Opvoeden hoort niet bij twee mensen thuis. Opvoeden, dat doe je met een hele groep. It takes a village, dus. Je familie, de straat, oppas, school: allemaal zinvolle bijdragen aan de opvoeding. Daarbij is het wel zo fijn als je een omgeving bij elkaar sprokkelt die voedend is, en die bedding biedt aan je kinderen. Kinderen leren van hun totale omgeving, waarbij gedrag tussen andere kinderen en tussen volwassenen een belangrijke component is.
Wanneer je als kleintje vanzelfsprekend meegenomen wordt in de ‘stam’, leer je daar het meest van. Zo ontdekte Jean Liedloff in haar onderzoek bij de Yeguana-stam. Verklein dus je eigen aandeel in de opvoeding en geef je kind meer omgeving om van te leren.
Humor verbindt
Als opvoeders wil je graag dat je kind zich vertrouwd en veilig bij je voelt. Tegelijk heb je ook bepaalde dagelijkse doelen, zoals gewassen en aangekleed de deur uit gaan. Om dat doel te halen, zetten we nogal eens middelen in die niet bijdragen aan vertrouwen en veiligheid. Dingen als dreigen, mopperen of de autonomie van het kind overrulen. Ervaar je deze botsing tussen je eigen doelen, dan kan humor helpen.
Zo had mijn stiefdochter een periode waarin ze zich totaal niet gemotiveerd voelde om zich aan te kleden. Haar opjagen en manen tot actie was saai, vervelend en hielp ook nog eens geen zier. Toen vonden we de aankleedwedstrijd uit. Die had verschillende varianten. Tegelijk aankleden en dan wie het eerste is, dat was de basisvariant. Leuker werd het, als ik me met mijn ogen dicht aankleedde en daarmee haar winkansen vergrootte.
Het ultieme: als zij mij kledingstukken aangaf die ik dan (bij voorkeur blind) aantrok. Natuurlijk kreeg ik dan onder luid gegniffel onderbroeken voor op mijn hoofd aangereikt, broeken als sjaal en sokken aan mijn armen. Hoe gekker, hoe beter. En het verveelde nooit. Was het gisteren grappig? Vandaag ook. En morgen weer! Tijdloze humor, zeg maar. We deden dit alweer een paar jaar geleden vaak. Ze heeft het er nóg over. (lees hier meer over in 6 x meer grapjes)
Dit was iets van ons samen. Iets oneindig veel positievers dan die duizenden keren dat ik haar naroep: Doe de deur achter je dicht!’ Daar zit geen enkele humor in, en trouwens ook geen leereffect.
Leereffect door humor
Dat leereffect is ook iets interessants: je blijkt via humor veel makkelijker dingen te onthouden. Dat komt doordat je flexibeler en creatiever denkt wanneer er humor in het spel is. Je kunt out of the box denken en dat vergroot je capaciteit om iets te leren of onthouden. Verder werken je linker- en rechterhersenhelft beter samen als je iets met gevoel voor humor leert. Als je lacht, maakt je dopamine aan, en dit stofje helpt je ook om meer te onthouden.
En zo ben je dus tóch nog hartstikke goed aan het opvoeden als je de boel met meer humor aanvliegt.