Sociaal-economische segregatie op basisscholen: het is een ding in Nederland. Uit onderzoek van Erasmus School of Economics blijkt dat op veel basisscholen in Nederland kinderen van ouders met ongeveer hetzelfde inkomen bij elkaar in de klas zitten. De kans dat een kind met ouders met een laag inkomen een speelafspraak heeft bij een kind wiens ouders arts of advocaat zijn (met een hoog inkomen) is erg klein. En dat maakt uit voor de kansen die kinderen krijgen verderop in hun leven.
Gastauteur Guido Walraven reageert in dit artikel op een stuk over de vrije school dat verscheen in de Volkskrant: ‘De vrije school is zeer in trek bij witte ouders, én bij extreemrechts. Wat betekent dat?’. Hij betoogt dat ook vrije scholen zich kunnen inzetten om een betere afspiegeling van de samenleving te vormen.
Daphne van Paassen schreef een interessant stuk over de vrije school (de Volkskrant, 6 juli 2024), dat zowel gaat over de filosofie en praktijk van dat onderwijs als over segregatie.
Wat die filosofie en de praktijk betreft schetst Paassen positieve en negatieve kanten. Positief is bijvoorbeeld de aandacht voor creativiteit – dat is een van de redenen waarom vrije scholen zo populair zijn bij creatieve professionals in Silicon Valley en elders. Negatief is bijvoorbeeld de manier waarop Rudolf Steiner over rassen heeft geschreven – dat is een kwestie die blijvend kritische aandacht verdient, ook in het bredere kader van de ‘dekolonisatie’ van curricula op alle scholen.
Vrije scholen vormen vaak bubbels van gelijkgestemden – bedoeld of onbedoeld
Wat segregatie betreft: dat is helaas een wijdverbreid verschijnsel in het (Nederlandse) onderwijs. De onderwijsinspectie wees er al in 2016 op dat een toenemend aantal leerlingen opgroeit in ‘bubbels van gelijkgestemden’ en noemde dat zorgelijk. Een gemengde school is immers bij uitstek de plek om te leren omgaan met alle verschillen die onze samenleving kenmerken – bijvoorbeeld sociaal-economische, culturele en levensbeschouwelijke verschillen. Vrije scholen vormen vaak dergelijke bubbels van gelijkgestemden – bedoeld of onbedoeld.
Het Nederlandse onderwijssysteem is zo ingericht, dat als je niks doet er segregatie ontstaat. Dat komt door een combinatie van het toelatingsbeleid van scholen (formeel hun besturen) en het keuzegedrag van ouders. Bij basisscholen met een buurtfunctie speelt op de achtergrond ook woonsegregatie een rol, hoewel in gemengde buurten de onderwijssegregatie meestal ook groot is. De meest gesegregeerde scholen hebben vaak een stedelijke functie en dat geldt in het algemeen ook voor vrije scholen.
Voor het aanpakken van onderwijssegregatie bestaan geen gemakkelijke oplossingen. Het is een taaie en complexe kwestie die aanhoudende inzet vergt. Ervaringen in Nederland en vergelijkbare andere landen bieden wel aanknopingspunten. Laat ik er hier drie noemen (zie verder gemengdescholen.nl):
Ten eerste hebben scholen veel ruimte om hun toelatingsbeleid vorm te geven. Ze kunnen expliciet alle ouders en hun kinderen welkom heten en zorgen dat die zich ook op de school thuis voelen. Bijvoorbeeld door ruimte te maken voor feesten van verschillende groepen en door het bevorderen van samenwerking tussen kinderen én tussen ouders. Op die manieren wordt voorkomen dat onbewust of via informeel beleid een selectie aan de poort ontstaat.
Scholen hebben veel ruimte om hun toelatingsbeleid vorm te geven
Ten tweede kunnen schoolbesturen in een gemeente of regio ook samenwerken in een gezamenlijk (formeel) aanmeldbeleid dat mede gericht is op het voorkomen van segregatie. Bijvoorbeeld door met dubbele wachtlijsten te werken, ouders naar opleiding in groepen te verdelen en toe te laten in de verhouding die past bij de stad. Daarmee is bijvoorbeeld ervaring opgedaan in Rotterdam.
Besturen en gemeenten hebben overigens ook een wettelijke opdracht om afspraken te maken over aanmelden en toelaten, in het kader van de lokale educatieve agenda (waarin ook staat dat afspraken over een evenwichtige spreiding van leerlingen met achterstanden moeten worden gemaakt). Die verplichtingen maken bestrijding van segregatie terecht tot een gezamenlijke kwestie: alle scholen moeten samen in actie komen om hier iets aan te doen. Onderzoek van de onderwijsinspectie laat zien dat die afspraken eigenlijk nauwelijks tot stand komen en roept de gemeente op daarbij een veel actievere rol te spelen.
Spelregels kunnen gaan over het tegengaan van segregatie
Ten derde kunnen besturen, scholen en gemeente samen langs vele wegen voorlichting geven aan ouders die een school gaan kiezen. Daarin kunnen zij de spelregels en afspraken toelichten en zorgen dat alle ouders evenveel kans krijgen hun kind op de school van hun voorkeur geplaatst te krijgen. Spelregels die ook kunnen gaan over het tegengaan van segregatie. In Vlaanderen is bijvoorbeeld recent de spelregel ingevoerd dat scholen een percentage van de beschikbare plaatsen (20%) kunnen reserveren voor ‘ondervertegenwoordigde groepen’. Door extra hun best te doen om die groepen binnen te halen kan de segregatie worden verminderd. Vrije scholen zouden zich ook nadrukkelijk meer op die groepen kunnen richten en er bijvoorbeeld op kunnen wijzen dat de vrije school is ontwikkeld voor de kinderen van de arbeiders in een Duitse fabriek: de Waldorf fabriek in Stuttgart (1919).
Het binnenhalen van ondervertegenwoordigde groepen is een taai proces. Dat bleek onder meer toen de gezamenlijke zelfstandige gymnasia dat een paar jaar geleden gingen doen, overigens in een heel grondig opgezet programma waarvan veel valt te leren.
Al de genoemde manieren bieden aanknopingspunten en inspiratie aan (vrije) scholen om segregatie aan te pakken en te bevorderen dat de leerlingpopulatie een afspiegeling vormt van de samenleving. Met name ten aanzien van de sociaaleconomische status van de ouders.
Daphne van Paassen heeft in Den Haag op de vrije school gezeten. Eind jaren 1960 zaten de kinderen van de imam van de eerste moskee in Nederland ook op die school, misschien mede omdat op de vrije school veel aandacht wordt besteed aan de geschiedenis van andere culturen. Zoals de Indiase cultuur en de Mahabharata – de imam en zijn gezin kwamen uit Pakistan. Ook dat kan vrije scholen in 2024 moed geven. Daarnaast kan geleerd worden van wat enkele vrije scholen in Duitsland al jaren doen om meer gemengd te worden en te blijven, en van enkele nieuwe vrije scholen in Amsterdam en Rotterdam die zich daarvoor inzetten.
Guido Walraven is actief als coördinator, projectleider, onderzoeker en adviseur binnen het Kenniscentrum Gemengde Scholen, dat kennis verzamelt en verspreidt over het bevorderen van gemengde scholen.
Lees ook: De Vrijeschool is een voorbeeld voor schoolvernieuwers