Een vriendin vraagt wat ik ervan vind dat ze een beloningssysteem heeft voor haar zoontje. ‘Ik weet dat jij hier vaak over schrijft’ zegt ze. Haar zoontje is soms niet zo gemotiveerd. Bijvoorbeeld om ergens op tijd te komen. Dus misschien kan een beloningssysteem hem helpen?
Tja, wat vind ik ervan? Ze moet het natuurlijk zelf weten. Ik weet wel dat ze zelf niet materialistisch is. Dat ze groen en eerlijk leven belangrijk vindt. Dat ze van ruilen en vriendendiensten houdt. Dat vertel ik haar en dan vraag ik: “Wat voor wereld wil jij voor je kind?” Ze denkt even na en begint te lachen. Het kwartje valt. “Ik leer hem voor-wat-hoort-wat!” zegt ze.
Vorige maand stond een artikel van journalist Mandy Pijl in Dagblad van het Noorden. Ze schreef haar artikel naar aanleiding van het onderzoek van Eddie Brummelman over complimenten geven. Ik was ook een van de geïnterviewden. Toevallig kreeg ik die dag een bericht van een moeder die zich ernstige zorgen maakt over het invoeren van SWPBS op hun school.
SWPBS – SchoolWide Positive Behavior Support – is een gedragsregulatiemethode die kinderen moet leren hoe zij zich moeten gedragen. Sommige scholen kiezen voor dit systeem met het idee dat je hier sociale kinderen van krijgt. Op de website van SWPBS staat dat het pro-sociaal gedrag zou bevorderen. Als er maar lang genoeg geoefend wordt – onder druk van een uitgekiend systeem van straffen en belonen – gaat het kind zich uiteindelijk wel goed gedragen.
Ouderschap schuurt en wringt soms gewoon
Toen ik op Twitter eens zocht naar SWPBS, was de eerste tweet die ik tegenkwam eentje met mijn naam erin. “Jurriaans over compliment: “Het allerbelangrijkste is dat wat je zegt oprecht is. Dat is SWPBS en dat doen wij!!” schreef een openbare school.
Oh help, dacht ik, dit kan niet waar zijn. Het lag zeker niet aan Mandy Pijls uitstekende stuk of aan wat ik had gezegd; deze vrolijke schooltwieter heeft het gewoon niet zo best begrepen. Laten we dan maar een echte deskundige aan het woord laten.
Socioloog Henk de Vos schrijft op zijn geweldige webblog het volgende: “Met pro-sociaal gedrag bedoelt men meestal gedrag dat niet alleen gericht is op het eigen welzijn, maar ook op dat van anderen.” Met andere woorden: dat je empathisch bent en je in anderen kunt inleven. En hoe leer je dat gedrag? Door een sterk sociaal netwerk waarin sociaal gedrag wordt voorgeleefd.
Er is een subtiel, maar zeer dwingend verschil tussen je sociaal gedragen en sociaal zijn. Sociopaten bijvoorbeeld, zijn prima in staat om sociaal gedrag te laten zien: ze zijn beleefd, zeggen dank u wel, kunnen netwerken, zijn charmant. Onder dat laagje goed aangepast gedrag ligt koele berekendheid: wat kan ik uit deze situatie halen? Welk voordeel heeft dit voor mij?
Eigenlijk leg je met goed gedrag afdwingen een glanzend laagje fineer over het kind. Natuurlijk zijn beleefd en vriendelijk zijn nuttige vaardigheden, maar de vraag is of opleggen daar de beste manier voor is. Willen we een gedresseerd aapje? Een die ja-en-amen zegt, maar ondertussen zich weinig bekommert om een ander? Of hebben we liever zicht op het pure kind, het mensje dat binnenin zit? Dan kunnen we het namelijk over de echte dingen hebben, in plaats van wat alleen maar aan de oppervlakte drijft. Wat je uiteindelijk wil is dat een kind zich goed gedraagt omdat het van binnen voelt dat dit goed is om te doen, niet alleen maar omdat een ander dat zegt.
Ouderschap schuurt en wringt soms gewoon. We willen te vaak een steriele wereld, waarin elk vlekje weggepoetst is. Als een kind zich oppervlakkig gezien maar goed gedraagt, dan komt het helemaal niet vanzelf goed met het morele kompas. Wat een kind dan vooral leert is dat je soms best mag liegen, want anders krijg je straf. Dat als je maar beleefd bent, je met een hoop weg kunt komen. Dat een ander macht over je mag uitoefenen en dat het recht van de sterkste geldt.
SWPBS is een eng systeem, dat van school een kleine politiestaat maakt. Op de website staat te lezen: “Een kernonderdeel van SWPBS is de systematische gedragsregistratie. Gedragsincidenten en beloningskaarten voor goed gedrag worden geregistreerd en geanalyseerd.” Lekker makkelijk voor overbelaste leraren. Ook prettig voor degenen die geld verdienen aan het zoveelste systeem dat een vorm van behaviorisme in een gezellig jasje giet en de zakken ermee vult.
Dat doet me denken aan die sociopaten in het bankwezen. Die grijpgrage graaiers die er geen bal om geven dat ze ons geld verkwanselen. Die bankiers zijn vast heel beleefd en sterren in het netwerken. Die weten hoe vaak ze moeten buigen voor een Japanse zakenrelatie. Of hoe je conversatie maakt met een hooggeplaatst figuur. Een aap die kunstjes kan. In een heel duur pak. Meer niet.
Mijn vriendin snapt het. Ze besluit dat haar kind gewoon een uitje krijgt omdat het leuk is. Onvoorwaardelijk. En dat haar kind de tafel afruimt of meewerkt, gewoon, omdat het doodnormaal is dat je in een gezin je steentje bijdraagt. Omdat we die kunstmatige voor-wat-hoort-wat-wereld maar eens de rug moeten toekeren en terugkeren naar wat echt belangrijk is. Terug naar wat echt en waarachtig is. Voor onze kinderen.
Gabriëlle Jurriaans is schrijver en journalist en maker van KROOST – Hét platform voor Onvoorwaardelijk Ouderschap.