Even rust. Met een koffie beland ik op de bank, terwijl er een mengsel in de oven hopelijk verandert in een heerlijke cake. Ik heb diezelfde cake al twee keer eerder gemaakt, één keer goed gelukt en één keer goed mislukt. Met 50% kans neem ik genoegen.
Zoonlief is pas een paar dagen geleden door oma op de hoogte gesteld van mijn naderende verjaardag. Hij geloofde haar niet en kwam het bij mij navragen. Uhm, ja in het rijtje van verjaardagen hadden we de mijne niet meegenomen. “Oh”, zei hij en keek me vervolgens blij verrast aan.
Deze ochtend is hij naar de driejarigengroep (peuterspeelzaal) en hij gaf me toen hij zijn schoenen -zittend op de trap- aan het aantrekken was, te kennen dat hij juffrouw Ilona zou vragen of hij iets voor mijn verjaardag mocht maken. Zo lief, maar vandaag is juffrouw Ilona er niet. Juffrouw Serife is de juf van de driejarigengroep. “Oh”, reageerde zoonlief, “maar papa heeft dat gezegd”. En daar kwam de aap uit de mouw. Papa had het hem ingefluisterd.
Ik heb juffrouw Serife dus juist niet op de hoogte gesteld. Het is leuk als onze kleine man er zelf nog aan denkt, maar het op-de-trapmoment is op zichzelf al goud waard.
En nu moet ik hem dadelijk gaan uitleggen dat mama morgen jarig is en dat mama morgen gewoon gaat werken, als iedere andere werkdag. Natuurlijk zal het een tikje anders zijn.
‘s Avonds is er evenmin een feest, niet omdat ik zoals andere jaren mijn verjaardag niet vier, maar omdat we het feest volgend weekend hebben gepland. De bedoeling was dat het een grote-mensenfeest zou worden. Zoonlief zou bij opa en oma blijven slapen. Ik zag al aan opa en oma dat ze stiekem toch graag even op het feest wilden komen. Ik zie diezelfde blik in de ogen van onze kleine kruimel.
Dus nu mogen ze het begin van het feest meemaken. En eigenlijk begrijp ik niet waarom ik dat in eerste instantie niet van plan was. De pure vreugde en blijheid op het gezicht van zoonlief brengt enorm veel kriebels in me teweeg. Gelukskriebels, ze zijn anders dan verliefdheidkriebels, misschien zelfs wel intenser. Het mooiste cadeau ter wereld, die prachtige liefdesgevoelens.
Maar wat voor antwoord ga ik geven op de vraag voor wie die cake dan is? Ik zie de hongerige blik in zijn ogen, vol verwachting.
“Gaan we morgen dan cake eten?” Een hoopvolle vraag. Zijn maagje knort.
“Nee, deze cake is voor de mensen op mama’s werk.” Ik bekijk het resultaat nog een keer.
“Voor de mensen op jouw werk?” Hij bekijkt met even kritische blik mee. Ik snijd de cake door om de binnenkant te controleren. Ja, helemaal goed gelukt. Ik breek een stukje uit het binnenste af en stop het in de mond van zoonlief.
“Héééérlijk”, roept hij enthousiast uit, “dat zullen de mensen op jouw werk héél lekker vinden.” Zo complimenteus is mijn kleine man. Als ik niet al tevreden was over het resultaat, word ik het nu wel.
Als manlief even later binnenkomt, vertelt zoonlief trots dat mama een cake voor de mensen op het werk heeft gebakken. En dat de cake heerlijk is. En dat de mensen op het werk de cake vast ook heel lekker zullen vinden.
De volgende dag kan ik het niet laten om mijn collega’s voordat ze de cake gaan proeven op de hoogte te stellen van de professionele mening van mijn kleine man. Niemand die nu nog zal toegeven dat de cake niet te eten is.
En voor zoonlief heb ik ook een verrassing. Een gelukskriebel ontstaat in me. Het is een verrassing, waarvoor ik moeite heb moeten doen om het niet te verklappen.
Natuurlijk vier ik met mijn gezin wel mijn verjaardag. Met een prachtige taart, die een collega op bestelling voor me gemaakt heeft. Deze neem ik na mijn werk mee naar huis en dan gaan we er samen van genieten. Ik wil de grote ogen van zoonlief vol verrassing zien, zodat die heerlijke intense gelukskriebels weer losgemaakt worden.