Eigenlijk werden we er met zijn geboorte al mee geconfronteerd. Ooit zou de dag aanbreken dat zoonlief vier jaar wordt. Vier jaar is een hele sprong. Het baby’tje van toen is een heus mini knulletje nu. Het voelt alsof hij nog maar net uit de luiers is en gisteren nog vrolijk tijgerend de kamer doorging.
Nu komt het moment toch echt dichtbij. Het is niet dat we ons niet voorbereid hebben. We zijn hiervoor ook naar deze wijk verhuisd. Met zijn 2,5 jaar hebben we hem ingeschreven op deze school (na een uitvoerige oriëntatie). En hoewel we dachten dat hij pas na de grote vakantie zou mogen komen, heeft zijn juf hem al een uitnodiging om te komen oefenen gestuurd.
“Ik ben al vier,” zei zoonlief trots met de uitnodiging in zijn handen.
“Nee schat, je bent nog drie. Je bent nu nog een peuter. Als je vier bent, ben je een kleuter.” Zijn grote ogen staarden me aan. Hij bekeek zijn opgestoken vingers nog een keer. Hij twijfelde of hij de vierde opgestoken vinger omhoog moest laten staan of weer even terug in zijn vuistje moest stoppen.
“Als ik vier ben, ben ik een kleuter en dan mag ik naar de grote school.” Hij was erg in zijn nopjes met deze conclusie.
“Ja, en voordat je vier bent, kun je jezelf aan- en uitkleden, zelf je jas dichtdoen, zelf je schoenen aan doen. Dat moet je op school ook allemaal zelf doen straks.” De tactiek die gewerkt heeft voor het poepen op de wc paste ik toe op alle handelingen die zoonlief al prima zelf kan, maar waarvoor hij nog met meer dan enige regelmaat het liever lui dan moe credo toepast. Tot groot ongenoegen van zijn ouders.
Kort daarna ging zoonlief met zijn papa naar de winkel. Ineens gingen zijn schoenen aan zonder dat hij vroeg of wij hem hielpen. Zijn jas werd aangedaan en vrolijk stond hij voor mijn neus.
“Doe jij mijn jas dicht.”
“Dat kan je zelf, schat.”
“Oké, ik probeer het.” Na een halve poging keek hij weer op. “Het lukt me niet,” zei hij op een zeurderige toon.
“Nog een keer proberen. Je kan het heel goed. Gewoon rustig aan doen.” Ik keek hem bemoedigend aan.
“Het lukt me niet.” Hij maakte een piepend geluid.
“Schat, op de kleuterschool kan je ook niet gaan piepen.” Het leek alsof ik een toverwoord uit sprak, want geduldig ging zoonlief aan de slag. En voilà, zijn jas ging keurig dicht.
“Kijk.” Een trotse blik gleed over zijn gezicht.
“Wat goed zeg!” Ik lachte met hem mee. “Ga het maar aan papa laten zien.”
Groot woorden gaat met stapjes. Nou ja, eerst gaat het met lachjes, kirgeluiden, omrollen, tijgeren en kruipbewegingen. En steeds zijn er momenten waarop mijn hart zich vult met zoveel liefde dat het lijkt of er een interne overstroming gaande is. Mijn kind wordt groot. Hij is klaar voor een nieuwe fase. Ik weet dat hij er niet alleen zin in heeft, maar dat het hem ook heel goed gaat bevallen. Al kijk ik op tegen het aantal kleutertjes wat er in zijn klas zal rondlopen, zoonlief gaat er met volle teugen van genieten. En daar waar wij twijfelen of de van zijn tante gekregen gymschoenen tegen die tijd nog wat te groot zullen zijn, is zoonlief ervan overtuigd dat dit niet zo zal zijn. Beren op zijn pad kent hij niet. Hij is vol vertrouwen in deze nieuwe wereld die hij betreden gaat. Daar waar hij eerst nog stevig aan het handje liep, gaat de hand steeds wat losser worden. Onze kleine vriend is toe aan een nieuwe mijlpaal. Hij pakt nog net zelf de hamer niet. Hij wacht op ons. Wij, zijn ouders, zijn degenen die nog moeten wennen aan deze nieuwe fase. Nog even … dan zal het ons lukken om de hamer ter hand te nemen en de paal in de grond te slaan. Gelukkig dat we eerst nog taart mogen eten.