Borstvoeding is de meest logische voeding voor een pasgeboren baby. Je voorziet je kindje daarmee in alles waar het fysiologisch behoefte aan heeft en waar het natuurlijk of van nature op geprogrammeerd is. Er bestaan ook situaties waarin dit niet zo vanzelfsprekend is. En dan? Vaak denken we vervolgens aan kunstvoeding, maar het is belangrijk om te beseffen dat er meer mogelijk is. De Wereldgezondheidsorganisatie is daar heel duidelijk in; na borstvoeding wordt gekolfde moedermelk van de eigen moeder geprefereerd, gevolgd door gekolfde melk van een andere moeder.
Gekolfde melk
Gekolfde melk van de eigen moeder heeft dus na borstvoeding de voorkeur voor een baby. Dit is het meest waardevol wanneer de melk zo vers mogelijk gegeven wordt, er wordt gevoed op verzoek met huid-op-huidcontact, en wanneer er op hygiëne wordt gelet bij het eventueel bewaren van de melk. De melk van eigen moeder past qua leeftijd perfect bij het kind en de samenstelling van moedermelk past precies bij de noden van het kind omdat moeder en kind dezelfde leefomgeving hebben en dus met dezelfde lichaamsvreemde indringers te maken hebben. De antistoffen die de moeder tegen deze indringers aanmaakt, geeft ze via de melk door aan het kind.
Gekolfde melk van een andere moeder heeft daarna de voorkeur. Het enige verschil is dat het leeftijdsvoordeel en de specifieke aanpassing van antistoffen wegvallen. Toch is deze voeding nog altijd meer passend bij het spijsverteringskanaal en immuunsysteem van een baby dan zuigelingenvoeding op basis van koemelk of soja. De voor moedermelk unieke stoffen zoals sectretoir immunoglobuline A (sIgA) helpen een beschermlaag over de nog zeer poreuze darmwand te leggen. Andere stoffen in moedermelk bevorderen de groei van goede bacteriën in de darmen, die nodig zijn ter afweer van slechtere soorten.
Naast deze directe barrière-opbouwende stoffen bevat gedoneerde moedermelk onder andere lactoferrine en transferrine, ijzerbindende eiwitten die de ijzeropname van bacteriën tegengaan en zo hun groei belemmeren. Cytokines en chemokines zetten allerlei chemische reacties in het afweersysteem in gang.1
Moedermelkbanken en moedermelknetwerk
Om zwakkere kindjes, die dus extra gebaat zijn bij het drinken van moedermelk, te voorzien van moedermelk bestaan er in veel landen moedermelkbanken. Moeders brengen hier belangeloos de melk die ze over hebben naartoe, net zoals een bloeddonor zich belangeloos inzet voor de gezondheid van anderen. Deze moeders hebben uitgebreide bloedtesten ondergaan om er zeker van te zijn dat via moedermelk overdraagbare ziektes uitgesloten zijn. Ook mogen deze moeders niet roken, drinken, drugs gebruiken of bepaalde medicatie slikken. Prematuurtjes in bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Duitsland krijgen zo een betere start.
In Nederland kennen we het moedermelknetwerk. Deze slaat geen melk op zoals de moedermelkbank, maar koppelt vraagouders aan donormoeders en begeleidt ze in de veiligheidsvoorschriften en nodige bloedtesten. Hier wordt bijvoorbeeld gebruik van gemaakt wanneer de moeder te weinig klierweefsel heeft om haar kind volledig te kunnen voeden of medicijnen gebruikt die niet verenigbaar zijn met borstvoeding. Ook wanneer het kindje het niet goed doet op kunstvoeding en de moeder geen borstvoeding (meer) geeft wordt er soms een beroep gedaan op donormelk.
Geschiedenis
Het doneren van melk is geen modern verschijnsel. Er zijn talloze bronnen beschikbaar waaruit blijkt dat dit een eeuwenoud gebruik is. De motieven om een kindje melk van een andere moeder te geven lopen uiteen. Wanneer de moeder bij de bevalling stierf was het heel gangbaar dat een zus of ander familielid met jonge kinderen de zuigeling (op)voedde. Ook is het een tijd ‘in de mode’ geweest om het voeden door een zogeheten min te laten doen. Hoogstwaarschijnlijk is het voeden van een niet-eigen baby al zo oud als de mensheid. Wanneer de moeder wegvalt zal een zuigeling immers niet aan zijn lot overgelaten worden.2
Barrière
Ondanks dat er een strenge controle zit op deze vorm van melkuitwisseling, voelen toch veel ouders weerstand om melk van een andere moeder te gebruiken. Het is natuurlijk ook iets heel persoonlijks en daardoor erg gevoelig. Bedenk dan eens dat kunstmatige zuigelingenvoeding meestal simpelweg van koeien af komt. Als je dat beseft is het niet vreemder om je kindje met mensenmelk te voeden dan met koeienmelk. Mensenmelk staat immers dichterbij. De koemelk wordt dan wel bewerkt voordat het babyvoeding wordt, ook gedoneerde melk wordt gepasteuriseerd voordat het aan de baby gegeven wordt. Een andere barrière om gebruik te maken van donormelk kan de gedachte zijn dat het toch wel niet zal lukken om een match te vinden of dat er kindjes zijn die het beter kunnen gebruiken. Het is dan goed om te beseffen dat binnen Nederland het aantal donormoeders groter is dan het aantal vraagouders. Deze donormoeders worden juist graag verlost van de voorraad melk in de vriezer!
____________
1 Riordan J., Breastfeeding and Human Lactation, 3rd edition, Jones & Bartlett 2004
2 Meer geschiedenis op moedermelknetwerk.nl