Wanneer je binnen een relatie een kind opvoedt, zijn er vaak verschillen in opvoeding te merken. Er zijn altijd kleine dingen die je zelf anders zou doen. Nog los van de man-vrouw verschillen, die sowieso aanwezig zijn.
Zoonlief is zes jaar oud. Een erg verantwoordelijke zesjarige. Misschien iets te groot voor zijn leeftijd, niet qua lengte, maar toch … hij is altijd wat ouder geweest dan zijn kalenderleeftijd. Hij wil ook dolgraag volwassen zijn. Die drang probeer ik zoveel mogelijk in te perken.
Toch heb ik de zenuwen. Zeker als ik eraan terugdenk dat hij dat als vijfjarige al deed
Goed, zes en verantwoordelijk. We wonen in een kindvriendelijke wijk, wat vooral betekent dat hier veel geboorteborden in de tuinen staan en grasveldjes met speeltoestellen in grote mate aanwezig zijn. De auto’s zouden hier 30 km per uur moeten rijden en overdag is er relatief weinig verkeer. De afstand tussen mijn ex en mij bedraagt tien minuten lopen, wat zal het zijn 800 meter of zo?
Nu is die afstand goed overbrugbaar. Zoonlief doet het graag fietsend en in zijn eentje. Spannend. Ja. Voor mij wel. Hij en mijn ex zijn het echter gewend, want diezelfde afstand mag hij van zijn vader ook fietsen als hij in de wijk speelt. Dat betekent dat de huidige regeling (mijn ex en ik bellen naar elkaar wanneer zoonlief vertrekt en aankomt) minder eng en nieuw is.
Toch heb ik de zenuwen. Zeker als ik eraan terugdenk dat hij dat als vijfjarige al deed. Ik wist daarvan af. Ik heb ook aangegeven dat hij dat bij mij niet zou mogen. Tegelijk heb ik de beslissing van mijn ex om het wel toe te staan, gerespecteerd. En stiekem ook bewonderd. Ik ben helemaal niet van het vasthouden. Ik ben groot voorstander van het loslaten en het kweken van zelfstandigheid. En ik doe heel stoer tegen mijn ouders en zus dat zoonlief dit best kan – ook toen hij nog vijf was – maar toch … heel stiekem zou ik dat kind in mijn armen willen nemen en zo de hele grote wereld buiten willen sluiten. Het is zijn ontdekkingsdrang en zijn drang tot groei die er telkens weer voor zorgen dat ik mijn armen weer open en het kind zijn vrijheid tegemoet zie fietsen.
Toch blijft dat verlossende telefoontje van zijn vader nog altijd meer dan welkom.
“Ik zie hem fietsen en ga de deur voor hem open doen.” Pas na die woorden kan ik mijn eigen dingen gaan doen.
Dit was de laatste column van Diana de Bont voor Kiind Magazine. Vanaf 1 oktober een nieuwe columnist!