Ik koos ervoor om minstens het eerste levensjaar van mijn zoontje thuis te blijven. Ik was gelukkig in de positie dat ik dit kon en had zelfs graag financieel een stapje terug willen doen voor deze prachtige tijd thuis. Gelukkig kon ik de uurtjes als zoonlief sliep op mijn borst in de doek ook wat freelancewerk doen zodat ik mijn ‘ik wil me naast moederzijn ook nuttig voelen’-drang kon bevredigen.
Dilemma
In de meeste Scandinavische landen is het heel normaal om het eerste levensjaar van je kind thuis te zijn. Zelfs langer: moeders hebben recht op 50 – 96 weken (!) zwangerschapsverlof. In Nederland is lang thuisblijven uitzonderlijk. Dikwijls hoor ik om me heen: ‘ik moet er niet aan denken, een jaar thuis!’ Of juist een tegenovergestelde variatie: ‘ik zou wel willen, maar financieel is het niet mogelijk’. Beide reacties zijn begrijpelijk in onze samenleving waar je als vrouw wordt gestimuleerd economisch mee te draaien en waar het verlof te wensen over laat. Een jaartje ertussenuit is dan niet het eerste waar je aan denkt, laat staan je baan opzeggen of financieel een stap achteruit. Met een dikke hypotheek op zak en andere hoge kosten zoeken we de oplossing niet in thuisblijven. Toch zouden we ook meer tijd met onze kinderen willen.
Ouders van toen en nu
Toen wij baby’s waren, waren opa en oma er voor onze ouders om regelmatig bij te springen en hoe meer terug in de tijd hoe meer familie direct betrokken was. Opa’s en oma’s van nu willen ook nog wel graag eens oppassen, maar hebben het over het algemeen ook nog druk genoeg met hun werk of gepensioneerdenbezigheden.
Wij zijn de eerste generatie ooit die het allemaal ‘alleen’ doet: onze kinderen grootbrengen, de kost verdienen, sociaal zijn én het huishouden doen. Dit vinden we heel normaal, maar dat is het eigenlijk niet. Zeker niet als je kijkt wat er ooit normaal was, en op andere plaatsen in de wereld nog steeds is, en hoe goed dat is voor kinderen en ouders.
Wij zijn de eerste generatie ooit die zonder familie opvoedt
De ideale opvangsituatie
Antropologe Jean Liedloff pleit na onderzoek bij ‘inheemse stammen’ dat de ideale opvangsituatie je omgeving is, je ‘stam’. Familieleden en buren die dicht bij je staan en met jou samen de zorg voor de kinderen dragen. Om kort te gaan is het gevolg hiervan: minder stress en betere hechting tussen ouders en kinderen. Liedloff ziet mogelijkheden om hetzelfde in onze maatschappij te bereiken. Ze draagt aan een netwerk te creëren van ouders met kinderen, waarbij je samen en om de beurt op elkaars kinderen past en daarbij ook samen de huishoudelijke klusjes kan doen. Ideaal en gezellig toch? Samen sta je sterk en financieel is het ook aantrekkelijk. Het langer thuisblijven bevordert bovendien de hechting van je kind. Bovendien kun je als ouder direct inspelen op de behoefte van je kind. Je geeft het hiermee een extra goede basis mee waardoor kinderen meer zelfvertrouwen en onafhankelijkheid tonen. En omdat je het thuisblijven niet alleen doet, maar met andere ouders worden ook de sociale aspecten aangesproken. De ouder kan met andere ouders delen en uitwisselen en de kinderen spelen met (en leren van) elkaar.
It takes a village
Nog een voordeel voor je kind van een netwerk om je heen is het ervaren van meerdere opvoeders. Als je een veilig netwerk(je) weet te creëren zullen alle opvoeders een natuurlijke functie hebben. Bij buurvrouw Pien kun je terecht voor een gezellige stoeipartij, bij buurman Bart op de hoek voor yoga en bij Leo en Anke om te knutselen. Kinderen krijgen hierdoor waardevolle bagage mee. Door contacten met rolmodellen leren ze hun sociale vaardigheden te ontwikkelen, ze leren met conflicten omgaan, voor zichzelf op te komen, ze ontwikkelen een positief zelfbeeld, ze vormen een gezonde vorm van nieuwsgierigheid en onderzoekend gedrag, ze leren nuttig en behulpzaam te zijn, ze vormen een realistische kijk op mogelijkheden, et cetera… afhankelijk van wie je opneemt in je stam. Aan al deze opvoedeisen kan onmogelijk door alleen het gezin voldaan worden, hoe hard we ook ons best doen als ouders en broers/zussen. Verzorgers op de opvang en leraren op school kunnen natuurlijk ook goede invloed hebben maar het is toch anders met mensen die je direct en informeel om je heen hebt, omdat die over het algemeen meer betrokken zijn en meer persoonlijke aandacht hebben waardoor je duurzamere relaties kunt opbouwen. ‘It takes a village to raise a child’.
Ondenkbaar in de praktijk?
Idealistisch? Het lijkt bijna ondenkbaar om een dergelijk netwerk te creëren in onze samenleving: Met je ongezellige buren? Met je familie die 100 km verderop woont? Met je vrienden die een fulltime baan hebben? Toch is het zó de moeite waard om te kijken naar mogelijkheden, gezien de grote meerwaarde die het heeft voor je kinderen. Om me heen hoor ik gelukkig steeds meer geluiden van ouders die op zoek zijn naar alternatieven. Al dan niet door financiële omstandigheden (we zijn weer meer op elkaar aangewezen). Er komen dan ook steeds meer mogelijkheden in de vorm van van oppasruil, oudermatch en gezamenlijk wonen.
Ons netwerk
Zelf hadden we de mogelijkheid om een oppasregeling met mijn moeder te treffen die als gastouder mijn zoontje onder haar hoede nam. Samen met ‘haar’ andere kinderen kon hij de wereld al spelend ontdekken en was ik in de buurt voor de borstvoeding en luiers, werkend vanaf mijn laptop in de ruimte ernaast. Een tevreden oma, moeder en (klein) zoontje tot gevolg. Daarnaast had ik via een forum op internet een moeder met zoon gevonden, die twee dagen in de week met ons in zee wilde voor een oppasuitwisseling. Ik paste ‘s ochtends op en zij ’s middags. Onze zoontjes werden dikke vrienden. Nu er een kleintje bij is gekomen zijn we ook weer bezig met dergelijke uitwisselingen en we gaan zelfs een stapje verder. Met mensen uit onze buurt gezamenlijk huishoudelijke klusjes doen, gereedschap en een auto delen, samen eten, boodschappen voor elkaar doen en op elkaars kinderen passen zijn vast onderdeel geworden van ons bestaan.
Creëer je stam!
Je kunt als gezin uiteraard zelf bepalen hoe ver je wilt gaan. Beginnen met een kopje suiker lenen of direct verhuizen naar een andere sociale omgeving. Wat je ook kiest: met je bondgenoten in spe veel tijd spenderen, niet te veeleisend zijn en respect hebben voor elkaar zijn de sleutelwoorden voor het laten slagen van een duurzaam netwerk. Zoals Liedloff zegt: ‘We zijn sociale dieren; we moeten met andere mensen zijn om ons goed, heel en gelukkig te voelen. Het is de moeite waard om stammen te creëren, hoe klein en onvolmaakt ze ook zijn.’
Voorbeelden van initiatieven:
http://www.ruilopvang.nl
http://www.oudermatch.nl
Meer over Jean Liedloff lees je op Continuumconcept.org
Esmarel Gasman is moeder van Celian (3) en Mena (1). Ze schrijft blogs over andere manieren van opvoeden op Oermoeders van nu.