Opvoeden is leuk en bijzonder. Maar wat kun je elkaar als ouder en kind soms in de weg zitten! Astara Lieuw-On laat haar licht schijnen over veelvoorkomende strubbelingen.
Samen spelen, samen delen
Er zijn periodes dat mijn zoons elkaar flink in de weg zitten. Als er één zijn oog op een leuk spel heeft laten vallen dan wil de ander daar ook meteen mee spelen. Ze zien hoe boeiend en nieuw en interessant het is wat de ander doet en willen dat zelf ook ervaren. En wel nu! Doe dan nog wat gastkindjes in de mix en het is echt om de haverklap hommeles. Terugdenkend aan hoe mij in mijn jeugd werd geleerd om te delen en hoe ik vaak andere ouders in vergelijkbare situaties zie reageren besef ik dat ik daar heel anders mee om wil gaan.
Vrijwillig delen
Er zijn ruwweg twee manieren waarop ik vroeger benaderd werd en hoe ik ook nu vaak ouders zie reageren. Ofwel door zelf in te grijpen en te eisen dat hun kind het speeltje afstaat: “Nu heb jij hem lang genoeg gehad, anderen willen ook aan de beurt.” Soms minder eisend, dan wordt schaamte ingezet: “Goh, ik dacht dat jij wel netjes kon delen.” Beide manieren komen samen in de standaard frase ‘Samen spelen, samen delen!’. Waarmee het kind op een subtiele manier de boodschap krijgt dat het samen zou moeten willen spelen, en dan dus ook bereid moet zijn om speeltjes af te staan. En in de kern is het een manier om het kind over te halen om te doen wat de ouder wil. Waarmee er geen sprake meer kan zijn van vrijwillige medewerking. Een principe dat ik hoog in het vaandel heb staan.
Kinderen moeten ervaren echt iets voor zichzelf te hebben
Ja, ik wil best graag dat mijn kinderen zich gedragen op een manier die ik prettig vind, maar ik vind het nog veel belangrijker dat ze hun gedrag kiezen om de juiste redenen. Dus niet omdat ze bang zijn voor straf, hopen op mijn goedkeuring of om schuldgevoel of schaamte te vermijden. Mijn ervaring is dat wanneer ik voor mekaar krijg wat ik wil door gebruik te maken van dwang, angst, schuld, schaamte, straf etc. ik daar later altijd spijt van krijg.
Iets voor zichzelf hebben
Iets anders waarmee ik zit is dat het hele idee dat kinderen moeten leren delen me niet lekker zit. Vaak wordt er onder delen verstaan: afgeven wat (voor het moment) van jou is. En ik wil mijn kinderen graag veiligheid en vertrouwen bieden, dat hetgeen waar ze op dat moment aan gehecht zijn ze niet zomaar kan worden afgepakt simpelweg omdat een ander er zijn zinnen op heeft gezet. Al vind ik het belangrijk dat ze leren rekening houden met een ander, wil ik ook dat ze voor zichzelf op kunnen komen. Ik denk dat kinderen eerst moeten kunnen ervaren om iets echt voor zichzelf te hebben voor ze het uit hun hart kunnen afgeven. En daar gaat het dwingen van kinderen om te delen aan voorbij.
Delen zonder dwingen!
Ik heb dus nogal een allergie op het zinnetje: “Samen spelen, samen delen”. En ik besloot me in te lezen op het onderwerp. Want ik wil wel graag dat het spelen harmonieus en ordelijk verloopt bij ons thuis. Uiteindelijk vond ik tips die me hierbij hielpen. Zonder mijn kinderen te dwingen om te delen of het idee te geven dat ze niks voor zichzelf mogen hebben. Bij ons thuis gaat het nu als volgt:
Degene die een speeltje heeft mag hier zo lang mee spelen als hij/zij wil. Als ze mij vragen om het voor hen te bewaken terwijl ze gaan plassen of vragen om het op een onbereikbare plaats te zetten zodat het onaangeroerd blijft, dan help ik ze daarmee. Maar als een ander kindje er ook mee wil spelen dan erkennen we dat en overleggen samen.
Zelf oplossen
Ik help de kinderen te verwoorden wat ze willen. (Thibo wil niet dat zijn LEGO-bouwsel kapot gaat en er straks verder aan bouwen. Bence ziet er een gave raceauto in en wil er juist heel graag mee spelen.) En vraag of ze ideeën hebben om het op te lossen. Mogelijke oplossingen zijn bijvoorbeeld een acceptabel alternatief zoeken, samen gaan spelen of om de beurt. Als de kinderen besluiten tot het laatste dan help ik ze er af en toe aan herinneren dat er nog iemand wacht op het speeltje die misschien wel ongeduldig aan het worden is. Zo lukt het vaak om conflicten voor te zijn of de boel niet te laten escaleren. Al blijft het natuurlijk erg uitdagend voor kleintjes om te wachten, wanneer ze iets heel erg graag willen.
Ik heb in het begin dus veel aan zelfconnectie (mijn zuurstofmasker opzetten) moeten doen, elke keer als ik merkte dat ik het geduld er niet voor kon opbrengen en de neiging had om het dan maar voor ze te beslissen. Maar hoe langer we dit doen, hoe creatiever de oplossingen worden. Thibo is inmiddels al zo oud dat hij kan begrijpen dat het voor zijn broertje moeilijker is om te wachten dan voor hem. En soms maakt hij dus een groot gebaar en geeft hij hem zijn zin. Of ze besluiten samen iets heel anders te gaan doen. En zo krijg ik er meer en meer vertrouwen in dat ze naarmate ze ouder worden steeds meer geduld en empathie ontwikkelen. En later zullen ze deze overleg- en conflictoplossingsvaardigheden goed kunnen gebruiken.
Boekentips
• Siblings without Rivalry – Adele Faber en Elaine Mazlish
Astara Lieuw-On is moeder van twee zoons en gastouder van een paar meiden. Met haar bedrijf Zayma vervult ze haar wens om ouders te inspireren tot meer compassie met hun kinderen door het geven van workshops, trainingen en met persoonlijke begeleiding.