De dagen worden korter en kouder. Ik zit dus op een kussen naast de kachel, op de schouw branden 2 kaarsjes. Het is de vooravond van het winterseizoen dat garant staat voor gezelligheid en kinderlijke magie. Loom kijk ik hoe mijn jongste zichzelf vermaakt. Twee kleine handjes laten 2 kleine takjes netjes naast elkaar lopen over een schoen. Het tafereel wordt voorzien van commentaar: het zijn blijkbaar een vriend en vriendin die over de brug lopen. Nadat ze over de brug zijn gelopen, lopen ze nogmaals over de brug en nogmaals. Dit gaat zo even door, maar dan springen ze zonder enige aankondiging zomaar in het water. Help! Er komt een haai aan, zwemmen! Snel zwemmen ze samen door het water. ‘Sneller zwemmen!’ klinkt het, ‘De isepter (?) komt eraan’. Nadat ze razendsnel vluchten voor de blijkbaar enge en gevaarlijke isepter springen ze met enig gestuntel weer terug op de brug. Gelukkig, het stel is veilig en de isepter heeft het nakijken.
Wat is dat toch prachtig om naar te kijken: een kind dat al spelende een verhaal verzint en helemaal niets nodig heeft behalve zijn fantasie. Doordat ik getuige ben geweest van dit alles moet ik denken aan de komende sinterklaas, kerst en verjaardagen. Ik vraag liever geen speelgoed voor mijn kinderen, dit voorval bewijst immers dat ze helemaal niet veel nodig hebben. En overdaad schaadt, daarvan ben ik overtuigd. Toch willen gasten graag iets van speelgoed meenemen voor de kinderen, heel begrijpelijk uiteraard.
Ondertussen dansen de stokjes samen in een rondje, ondersteund door een enthousiast stemmetje dat ‘Jan Huigen in de ton, met een hoepeltje erom’ zingt.
Dit jaar ga ik eens proberen om iedereen zo gek te krijgen geen speelgoed voor onze jongens te kopen, maar een bijdrage te leveren aan een goed doel. Wie volgt?
Boekentips