Het leven is druk. We hebben allerhande verplichtingen: werk, huishouden, sociale contacten en onze hobby’s. We zijn bijna elke minuut van de dag bezig om alle ballen hoog te houden. Voor je het weet is de dag omgevlogen en heb je eigenlijk niet stilgezeten. Maar stilzitten is niet alleen goed om af en toe tot rust te komen, het is ook belangrijk voor de taalontwikkeling van je kind. Want pas als je even naast je kind gaat zitten en eens goed kijkt en luistert, kun je je aansluiten bij de ontwikkeling van je kind. In dit artikel vind je tips om je kind te volgen in zijn taalontwikkeling, en om iets toe te voegen aan die ontwikkeling.
Manieren van communiceren met je kind
Je kent ze vast wel: ouders die hun kind alles uit handen nemen. Die hun kind niet loslaten om zelf dingen te ontdekken (met vallen en opstaan!), maar hem juist behoeden voor vallen, voor teleurstelling, voor moeite. Dat patroon kan ook voorkomen in hoe ouders met hun kind praten: ze zien dat het kind iets wil zeggen, en vult dat voor hem in. Ze geven het kind niet de kans om zelf te proberen een woord te zeggen, maar doen dat voor hem. Vullen de zinnen aan als het wat moeite kost om die uit te spreken.
Andere ouders praten eigenlijk niet mét hun kind, maar tégen hem. Die ouders zijn of te druk om te luisteren, of ze willen hun kind zo graag dingen leren dat ze eigenlijk alleen maar zelf aan het woord zijn. Wat ze vergeten, is dat kinderen vooral leren door dingen zelf te doen en uit te proberen. Met vallen en opstaan dus. En dan kun je nog zo vaak het goede voorbeeld geven, uiteindelijk zullen ze het toch zelf moeten doen.
Je leert signalen van je kind te herkennen, nog voordat je met hem gaat praten
Het begint zonder woorden
De ouders die ik hierboven omschreef, vergeten soms dat er ook non-verbale communicatie bestaat. Dat je kind al lang voordat het begint te praten dingen duidelijk kan maken. Dat je heel veel kunt leren over je kind door alleen maar naar hem te kijken: naar zijn bewegingen, zijn gezichtsuidrukkingen, de dingen waar hij mee bezig is, zijn interesses. Dit is de eerste stap op weg naar een responsieve communicatiestijl. Je leert signalen van je kind te herkennen, nog voordat je met hem gaat praten. Je reageert op wat je kind doet, je communiceert niet vanuit jezelf. Ook belangrijk om te leren reageren op je kind, is geduld. Soms moet je gewoon even wachten en kijken wat je kind doet, terwijl je eerste impuls is om te gaan praten, te benoemen wat hij doet, te vertellen wat je ziet. Ten derde is het belangrijk om te luisteren naar wat je kind zegt, welke geluiden hij maakt. Je volgt dus eigenlijk je kind in wat hij doet en aangeeft.
Pas je aan
Je zult begrijpen dat je woorden en zinnen moet gebruiken die je kind begrijpt. Als je kind jong is, maak je dus korte zinnen met eenvoudige woorden. Naarmate je kind ouder wordt, maak je langere, complexere zinnen. Je kunt in je taal iets boven het niveau van je kind gaan zitten, maar niet te hoog. Gebruik ook niet te makkelijke zinnen, of zelfs foute zinnen. Correct taalgebruik is het beste voorbeeld voor je kind. Omdat je automatisch de belangrijke woorden benadrukt, is het niet erg als er wat korte woorden bij zitten die je kind niet zelf zou gebruiken. Je kind zou bijvoorbeeld zeggen: ‘Inne dinke’ (Linda drinken), maar jij kunt gerust vragen: “Linda, wil je wat drinken?” Omdat de belangrijkste woorden aan het begin en eind van de zin staan, en jij ze intuïtief ook benadrukt, kan je kind deze vraag goed begrijpen. Helemaal als je er vragend bij kijkt en de beker al in je hand hebt!
Wat heel erg belangrijk is als je met een kind praat, is oogcontact. Iemand die je niet ziet, versta je veel minder goed dan iemand die je aankijkt. Oogcontact met je kind kun je op verschillende manieren krijgen: ofwel je zakt zelf door je knieën, of gaat op de grond zitten of liggen, ofwel je zet je kind op je schoot of op een stoel. Als je je aanpast aan je kind, dus de houding aanneemt die hij heeft, geef je ook een belangrijk signaal af. Je past dan namelijk je bewegingen aan hem aan. Daarmee geef je te kennen dat je zijn handelingen ziet en er interesse voor hebt. Dit stimuleert zijn zelfvertrouwen, het gevoel dat hij gezien wordt, dat zijn wereldje ertoe doet.
Voeg iets toe
Als je je op dit niveau bevindt, is het makkelijk om ook naar zijn woorden en zinnen te luisteren en die te vertalen of erop te reageren. Als je kind ligt te spelen met een auto en motorgeluiden maakt, kun je die herhalen. En als je kind dan uitgebreid de wielen van de auto bestudeert, kun je die benoemen: “Hee, dat is mooi! Dat zijn de wielen van de auto. Daarmee kan hij rijden.” Je zult merken dat je de belangrijkste woorden duidelijker uitspreekt: wielen, auto, rijden. Op die manier help je je kind zijn woordenschat steeds uit te breiden met woorden die betekenis voor hem hebben. Denk je eens in hoe dat zou werken als je vanachter de strijkplank met hem zou communiceren: dan zou je niet zijn precieze bewegingen en interesses kunnen volgen en zou je ook niet zo specifiek dingen kunnen benoemen.
Deze manier van toevoegen van taalinformatie aan de kennis van je kind, is een heel effectieve manier. Terwijl je bezig bent, leer je hem nieuwe woorden en uitdrukkingen. Als je samen iets doet en dan iets benoemt, krijgt je kind meteen alle informatie die ermee samenhangt: hoe iets klinkt, ruikt, voelt… Dus als je samen in de tuin werkt en dan aanwijst: “Kijk, daar vliegt een vlinder”, dan krijgt je kind die informatie in de context waarin het hoort: warm, waarschijnlijk zonnig weer, voorjaar / zomer, buiten, in de tuin tussen de planten en bloemen. Die associaties horen bij een vlinder, en die worden ook meteen opgeslagen. Dat is toch heel anders dan wanneer je een plaatje van een vlinder in een boek ziet, nietwaar?
Een ander aspect dat belangrijk is bij het toevoegen van informatie aan de leefwereld van kind, is herhalen. Kinderen vinden herhaling helemaal niet erg – ze zijn er zelfs gek op! En door middel van herhaling leren ze ook hun informatie steeds specifieker op te slaan: eerst zijn alle dieren met 4 poten ‘poes’, maar dan leren ze dat een poes miauwt en dat hij een zachte vacht heeft, enzovoort.
Zo zie je dat het belangrijk is om af en toe naast je kind op de grond te gaan zitten en weer eens te kijken waar zijn interesses liggen, wat hij al kan, hoe hij kijkt, hoe hij zich beweegt… En laat dat nou ook een perfecte manier van pauzeren zijn in een hectisch bestaan!
Lezen over taalontwikkeling
Praten doe je met zijn tweeën | Jan Peppers | ISBN 9789066659704
Een boek dat geschreven is voor ouders van kinderen met een vertraagde taalontwikkeling, maar dat voor iedereen waardevolle tips bevat.
kindentaal.logopedie.nl
Een goede website met veel informatie, en een sneltest om te kijken of je kind een vertraagde taalontwikkeling heeft.
Esther werkt als logopedist en heeft taalwetenschap en logopedie gestudeerd.