Heb jij dat ook? Je gaat ervoor zitten om een patroon te volgen om iets creatiefs te maken. Handig, een werkbeschrijving voor een borduurwerk. Dan hoef je het niet meer zelf te bedenken. Je leest het eerste stukje van de werkbeschrijving met steeknamen, kleurnummers en coördinaten. Vervolgens kijk je naar het kale lege lapje dat je wilt gaan borduren. Je bent de details uit de werkbeschrijving al kwijt voordat je begonnen bent.
Voor mij werkt een werkbeschrijving meestal niet zo best. Daarom ben ik begonnen met freestyle borduren. Steken borduren en kleuren gebruiken die ik zelf op dat moment vind passen bij wat ik voor me heb liggen. Gewoon op gevoel. Wat een uitvinding, heerlijk! Er kan niks fout gaan want ik hoef niks te volgen. Alleen de cirkels die steeds groter worden.
Patchwork wollen sprei
Mijn eerste borduurwerk sinds mijn prille jeugd is een freestyle borduurwerk op stukken van wollen dekens geworden. Ik heb die tweedehands op de kop getikt via kringloopwinkels, Marktplaats en wat lieve familieleden. Ik ga er een geborduurde patchwork tweepersoons sprei van maken. Om lekker onder te kruipen op de bank of bij het kampvuur tijdens het kamperen.
Benodigdheden voor een freestyle geborduurde wollen sprei:
- 100% wollen dekens in alle kleuren van de regenboog. Uni en met dessins.
- restjes haak/breigaren dikte 3-4 in je lievelingskleuren
- niet rekbare, zachte stof voor de voering
- eventueel een quiltring: in een borduurring krijg je de dikke wollen deken er namelijk niet tussen. Maar het kan ook zonder quiltring.
De wollen dekens heb ik in stukken van 25 x 25 cm geknipt. Wat ik over had heb ik weggegeven.
Ik naai ze per vier of per zes aan elkaar. Zo heb ik steeds een compact stukje om mee te nemen als ik ergens anders wil borduren. In de trein. Tijdens een picknick. Of op een saai feestje. Bovendien werkt het gemakkelijker. Later als ze klaar zijn kun je alle stukken van vier blokken aan elkaar naaien.
Ik let erop dat er niet twee gelijkende kleuren of twee lichte of twee donkere kleuren naast elkaar komen. Zo komt er meer kleurvariatie in de sprei. Je kunt ook kiezen voor twee kleuren die je om en om afwisselt. Wat jij mooi vindt.
De steken worden allemaal met dubbel garen genaaid of geborduurd.
Steelsteek
De stukken naai ik met een steelsteek aan elkaar. Ik gebruik daarvoor dubbel garen. Leg de goeie kanten van de dekenstukken op elkaar en naai ze met de hand vast.
Patroon
grote cirkels
kleine cirkels
Varieer met grote cirkels. En varieer met kleine cirkels. Tussen de cirkels door maak ik kronkellijnen met een rijgsteek om de patronen met elkaar te verbinden. Werk aan de achterkant de draden altijd af met een knoopje. Haal een van de draden door een andere steek en knoop beide draden aan elkaar vast.
Steken
Ik heb gebruik gemaakt van een paar basissteken.
De stiksteek in korte of lange variant
korte stiksteek, paarse steek:
gewone stiksteek, cobaltblauwe steek:
Kettingsteek
blauwe steek:
De kettingsteek in afgewerkte versie
blauwe steek:
De rijgsteek
lichtblauwe steek:
Voering
Als je helemaal klaar bent met borduren ben je nog niet klaar met de sprei. De achterzijde is nog chaos waar je in kunt blijven hangen. Naai erdaarom een voering tegenaan. Liever geen rekbare stof: daar blijf je in hangen. De randen kun je eventueel met een siersteek doorsteken.