Knäckebröd betekent breekbrood. Het is een knapperig roggebrood waar maar heel weinig water in zit. Daardoor is het lang houdbaar. Zo was het ooit vroeger bedacht in Zweden. En dan maakten ze grote ronde knäckebröden, met een gat in het midden. Daar ging een bezemsteel doorheen zodat de broden in de keuken opgehangen konden worden. Dat zag er vast tof uit!
Ik maak met mijn kinderen een kleine koekjesvariant. Als beleg gaat er een dikke laag roomboter en een plakje boerenkaas op.
Nodig voor Knäckebröd:
6 g gedroogde gist
135 ml lauwwarm water
een halve theelepel honing
een halve theelepel zout
60 g speltbloem + 2 eetlepels
200 g roggemeel
En zo maak je Knäckebröd:
Los het gist op in het water. Doe de honing en de 2 eetlepels speltbloem erbij. Laat het gistwater 10 minuten staan totdat het bubbelt. Dan weet je dat je gist actief is.
Roer de speltbloem, het roggemeel en het zout door elkaar. Roer het gistwater erdoorheen. Kneed kort totdat alles net gemengd is. Hoe langer je kneed hoe taaier je knäckebröd wordt. Als je deeg erg droog is kun je er een lepel water bij doen.
Dek de kom met het deeg af met plasticfolie. Laat het deeg een hele nacht rusten. Het deeg zal misschien een klein beetje rijzen. Dat is prima. De volgende dag zal het deeg wat gistachtig en zurig ruiken. Zo hoort het te zijn. Het heeft de hele nacht liggen fermenteren. Dat komt de smaak ten goede.
De volgende dag bereid je een bakplaat voor. Leg er een stuk bakpapier op. Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius.
Bestrooi je werkvlak met roggemeel. Neem een kwart van het deeg. Rol het deeg uit zo dun als je kunt. Zo’n 1-2 mm zal het zijn zodat het nog net niet breekt. Snij met koekjesvormpjes de plak deeg in stukjes. Gebruik een vork om gaatjes in de vormpjes te prikken. Hierdoor gaan ze niet opbollen tijdens het bakken, de lucht kan er zo nog uit ontsnappen.
Bak de knäckebröd koekjes 12 minuten totdat ze licht gebruind zijn. Let goed op, want voor je het weet zijn ze verbrand. Smaklig måltid!