Ik kijk naar Runa van ongeveer anderhalf jaar oud. Ze speelt in SpeelRuimte, waar ik kom met mijn zoontje. Runa houdt zich vast aan de grote houten kubus waar je doorheen kunt kruipen. Gonny Tromp, pedagoge bij SpeelRuimte, legt uit dat het voor kleine kinderen een spannende onderneming is om door een ‘tunnel’ te kruipen.
Runa zet eerst een stapje met haar voetjes in de kubus. Ze draait met haar wreef, je ziet haar onderzoeken. Wij, ouders aan de zijkant van grote zolderruimte kijken toe. Inmiddels weten we dat we Runa zelf moeten laten ontdekken. Geen aanmoediging, geen woorden van waarschuwing.
Misschien heel even een bevestiging van wat er gebeurt: ‘Ik zie dat je de tunnel aan het ontdekken bent’. Meer niet. Runa kijkt door de kubus en ziet de andere kant. Ja, haar hoofd gaat erin, voorzichtig kruipt ze onder de tunnel door. Oh nee, toch even terug. En weer opnieuw erin. En ja, met een euforische lach kruipt Runa aan de andere kant eruit. Ze heeft iets zelf geleerd!
Al bewegend leert het kind zijn eigen grenzen ontdekken
Vrije beweging is de basis voor goed ontwikkelde sociale, motorische en mentale vaardigheden. Deze basis wordt vooral gelegd in de eerste drie levensjaren. Helaas worden wij als ouders in onze cultuur te weinig gestimuleerd om onze jonge baby goed te laten bewegen. Voor eigen gemak zijn we gewend om ons kind vast te snoeren in Maxi-Cosi, wipstoel, wandelwagen of eetstoel. Verleidelijk voor ouders, maar niet goed voor de optimale ontwikkeling van het kind. Dit vond ook Emmi Pikler (Wenen 1902-1984), kinderarts in Budapest. Vanuit haar visie gaf zij vorm aan een nieuwe manier om kinderen hun bewegingsvrijheid terug te geven.
Veilig leren bewegen
De SpeelRuimte is een speelgroep voor kinderen van 4 tot 24 maanden en is geïnspireerd op de pedagogie van Emmi Pikler. Het speelmateriaal en de klimobjecten zijn zorgvuldig door Gonny verzameld. Je zit als ouder aan de kant en leert naar het spelgedrag van je kind te kijken zonder daar aan deel te nemen. Hierdoor leer je ruimte te geven aan de potentie van het jonge kind en heel precies waar te nemen wat het nodig heeft. Bewegen, spelen en leren zijn één, volgens Pikler. Het voordoen van een spel is volgens haar methode uit den boze. Een kind moet zelf het initiatief nemen om te spelen, de ouder of verzorger is louter voorwaardenscheppend. Dat betekent natuurlijk niet dat je je kind volledig vrij laat en álles laat ontdekken. Voor de kinderen in de speelruimte is een veilige plek gemaakt, voor de liggende baby’s zelfs met een hekje zodat de ruimte niet te groot is en eventuele lopende kinderen geen bedreiging kunnen zijn.
Bewegen vanaf 4 jaar?
Er is in Nederland veel te doen rondom beweging van kinderen. Mensen zijn bekend met het belang van een goede motoriek en veel bewegen; het voorkomt overgewicht, risico’s kunnen beter worden ingeschat, kans op vallen is kleiner en het helpt bij een gezonde motorische, mentale en sociale ontwikkeling. Dus hebben we bijvoorbeeld een steunpunt Valpreventie dat kinderen veilig leert vallen. En in heel Nederland zijn er Cruijff Courts, trapveldjes in een wijk om “de speelruimte weer terug te geven aan de jeugd”. Ook lokale initiatieven zoals de wandelvierdaagse zijn bedoeld om in beweging te komen. De meeste aandacht richt zich hierbij op schoolgaande kinderen vanaf 4 jaar; die spelen minder buiten, zitten vaker achter TV of computer dan gezond voor hun ontwikkeling is. Maar… bewegen begint al in de eerste maanden!
De cruciale eerste maanden
In de eerste maanden van zijn leven leggen we als ouder de kiem voor het vertrouwen waarmee het kind zelf de wereld gaat ontdekken. Dus, in plaats van een mobile op te hangen om in de box of kinderwagen naar te liggen staren, zouden we ook iets naast het hoofd en binnen reikwijdte van het kindje kunnen leggen. Het kind heeft een sterke drang om haar hoofd te draaien en te kijken naar iets wat naast haar ligt: de eerste stap in de ontwikkeling naar rollen. Die leergierigheid, die innerlijke drang naar bewegen, het nemen van initiatief daartoe is in ieder kind aanwezig. Soms gaat dat initiatief verder dan je als ouder aandurft!
Al ontdekkend groot
Het is spannend om je kind van anderhalf op een klimrek te zien hangen. Of op een randje van een speelkist te zien balanceren. Je wilt graag voorkomen dat het kind valt en zich bezeert. Maar, zegt Pikler, de angst om het kind te laten vallen kan op termijn een groter risico zijn dan de werkelijke val of botsing. Door de eigen ontdekking met het risico van een val of stoot leert het kind zelfvertrouwen. Dat begint bij het voelen wat hij wel of niet kan. Een stapje op een trap? Nog een stapje? Of toch weer terug naar beneden? Geen hulp, geen aanmoediging, maar een veilige plek met speelmateriaal die past bij de leeftijd van het kind. Zo leert het zijn eigen grenzen te vinden en vooral heel veel plezier te ervaren als iets zelf is gelukt. Bewegend en ontdekkend wordt het op een gezonde manier groot.
Praktische tips, vanaf de eerste weken:
– Zorg voor veel passief speelmateriaal. Actief speelmateriaal (knopjes, geluid etc) maakt kinderen passief, passief speelmateriaal (houten lepels, bakjes met deksel, ringen, doekjes) maken kinderen actief.
– Zorg voor een veilige speelplek waar het kind vrij kan bewegen.
Pikler Stichting Nederland
Speelruimte Gonny Tromp
Ingrid Bal is zelfstanding ondernemer in voorlichting, communicatie en yoga en is een overtuigd Pikler-moeder.