Eindelijk is het dan zo ver: je kindje is zes maanden en het is tijd voor de eerste hapjes.* Maar wat geef je nu het beste? En hoe presenteer je de eerste hapjes voor je baby?
* Waarom het beter is om te wachten met de eerste hapjes tot je kindje zes maanden is, lees je in het artikel ‘Wachten met Bijvoeding’ in dit lentenummer van Kiind
Bijvoeding zelf laten kiezen, zelf laten eten
Het is niet alleen interessant om te weten wat je kunt geven, maar ook hoe je dat het beste kunt aanbieden. Gelukkig hoef je dat niet helemaal zelf te verzinnen: de natuur heeft het al voor je bedacht. Baby’s die lichamelijk toe zijn aan bijvoeding, kunnen zelf rechtop zitten, het eten pakken en naar hun mond brengen. Zelf pakken en eten is ook de basis van het werk van Gill Rapley, wiens naam nu zelfs het werkwoord ‘rapleyen’ heeft opgeleverd. Het betekent niets meer dan dat je je kindje hele stukken van iets aanbiedt (bijvoorbeeld gekookte broccoli), en dat je baby zelf uitvogelt wat ze daarmee wil doen.
Baby’s die lichamelijk toe zijn aan bijvoeding, kunnen zelf rechtop zitten, het eten pakken en naar hun mond brengen
Het voordeel van deze ‘Rapley-methode’ is dat een baby in eerste instantie nog niet veel binnenkrijgt. Dat is goed, want de darmen moeten langzaam wennen aan ‘iets anders dan moedermelk’. Langzamerhand leert de baby zichzelf om de kokhalsreflex (die in eerste instantie nog voorin de mond zit) naar achteren te brengen en meer voeding echt binnen te krijgen. Geef haar ook de tijd voor dit proces!
Daarnaast kan een kindje op deze manier goed aangeven wanneer het genoeg is. Voer je hapjes splut vanaf een lepel, dan hebben sommige baby’s de neiging om ongeïnteresseerd hun mond open en dicht te doen – en zo kweek je onbedoeld een gewoonte van ‘mindless eating’. Eten ze zelf, dan weet je snel genoeg wanneer er echte interesse is en wanneer de eetpret voorbij is (dan belandt er namelijk meer broccoli op de grond dan in de mond).
Lekker en zinnig leesvoer: Poepdokter Junior
Wist je dat je je kindje zelfs kunt laten kiezen wat het wil eten?
In de jaren ‘30 van de vorige eeuw voerde dr. Clara Davis een interessant experiment uit met 15 baby’s. Ze zette ze dagelijks meer dan 30 gezonde voedingsmiddelen voor, en liet de baby’s zelf kiezen wat ze wilden eten. Bijzonder genoeg kozen de baby’s op een dag soms maar een of twee voedingsmiddelen (vrij eenzijdig dus), maar over een langere periode ontstond juist een heel gevarieerd en gezond patroon.
Kinderen van wie bekend was dat ze tekorten hadden, deden zich een paar dagen lang tegoed aan precies die producten die de tekorten aanvulden – en gingen dan door naar een ander voedingsmiddel. Terwijl het heel makkelijk was geweest voor de kinderen om een voorkeur te ontwikkelen voor twee of drie producten (en die continu te eten), gebeurde dat niet en kozen alle kinderen op de langere termijn een gevarieerd dieet. Ook mochten ze zelf aangeven hoeveel ze wilden eten, waarbij geen enkel kind te zwaar of te licht werd (het onderzoek liep zo’n zes jaar, met dezelfde kinderen).
Gezond kiezen
Hoewel het experiment al oud is en met een kleine groep baby’s is uitgevoerd, is het toch interessant om te zien dat baby’s blijkbaar instinctief kiezen voor wat ze nodig hebben. Er is wel een belangrijk aandachtspunt: dr. Davis bood alleen gezonde voedingsmiddelen aan. En hoewel daar ook ‘rare’ dingen tussen zaten zoals grijs zeezout of lamshersenen (ieuw), kwamen bewerkte, suikerrijke producten niet voor in het aanbod. De kinderen ‘moesten’ dus wel gezond kiezen. En daar zit natuurlijk wel iets in: zeker de eerste jaren bepaal jij als ouder wat een kind kan eten. Haal jij het niet in huis, dan is het dus geen optie. Dat geldt trouwens ook voor jezelf…
Dit artikelfragment van Nienke Gottenbos komt uit het artikel ‘Kindgeleid bijvoeden’, te lezen in het zomerse nummer WILD.
Fotografie Brechje Hoornstra