Heb je je buik vol van de melfies? Heb je wel weer genoeg over borstvoeding gelezen? Hoofdredacteur Sandii Zachte vertelt waarom Kiind nog lang niet klaar is met dit onderwerp.
Beeldvorming
Hoe vaker je iets ziet, hoe normaler het wordt. Beeldvorming is zo essentieel. Ik sprak laatst vrouwen die op Bali en in Maleisië wonen en zij vertelden hoe normaal het bij hen is om voedende moeders te zien, ook met een dreumes of peuter: ‘Borstvoeding geven is hier heel normaal en geaccepteerd. Ook in restaurants. Ook na het eerste jaar nog. Ik heb nog nooit boze blik ontvangen, en ik hoor van andere moeders dat ze hooguit wat door andere buitenlanders zijn aangekeken.’ Kijk, zo’n omgeving maakt het een stuk relaxter om door te gaan met voeden. Ik riep weleens met een knipoog dat we vaker met de borsten bloot moeten. Dat zei ik met een hashtag en alles (#metdeborstenbloot). Ik meen het maar half. Zelf voed ik helemaal niet zo bloot, maar daar is wel een nadeel aan. Als iedereen bedekt voedt, dan zien we het dus nooit. En als we het nooit zien, is het raar. Zo werkt de wereld.
Schaamte
Ik weet nog goed hoe ingewikkeld ik het bij m’n eerste vond om langer te voeden dan een half jaar. Ik blijf het liefst binnen de lijntjes. Wat lastig is, want ik pas er niet goed in. Steeds vaker dacht ik: ‘Als maar niemand vraagt of ik nog borstvoeding geef.’ Het werd zelfs zo groot dat ik meteen gestopt ben toen ik de twee jaar haalde. Ook wel de WHO-norm genoemd, want de wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organisation – om de afkorting maar even te verklaren) adviseert minimaal twee jaar borstvoeding te geven. Ik stopte dus om sociale redenen. Niet omdat m’n dochter of ik het zat waren. En dat vind ik achteraf zo zonde.
Herkenbaarheid
Andere moeders vertelden me dat ze zich eenzaam voelen omdat ze de enige langvoedende moeder zijn die ze kennen. Je kunt je afvragen of dat een probleem is, want we hoeven toch niet hetzelfde te zijn? Toch is het fijn om een paar mensen om je heen te hebben die je begrijpen, die snappen waarmee je stoeit en waarvan je geniet. Wel of niet voeden heeft meestal veel invloed op je dagelijkse rituelen. Hoeft niet, maar dat is bij veel gezinnen wel zo. Als je borstvoeding geeft komt de directe zorg meer op jou aan, je voed je kind misschien iedere keer in slaap en sust zo weg. Veel borstvoedende vrouwen doen dit ook nog zo in de peutertijd. Als je kunstvoeding geeft, kan het zo zijn dat jij en je partner het steeds afwisselen. Als je borstvoeding geeft en je kind huilt, dan plop je je borst misschien meteen bloot om te troosten. Als je kunstvoeding geeft gebruik je je armen. Het is allebei fijn, maar het is wel anders. En als jij altijd de vreemde eend in de bijt bent dan mis je het tot in details kunnen sparren met een ander.
Het volledige artikel lees je in het heerlijke papieren tijdschrift of de digitale uitgave van editie ‘Vier’.
Meer weten over borstvoeding geven?
Fotografie: de talentvolle Nina Olivari