Lieve vrouw,
Dus je hebt meer dan één kind? Gefeliciteerd, wat een rijkdom. Of niet?
Oh? Maken ze ruzie? Dat is shit. Dan voel je je helemaal niet rijk waarschijnlijk. Hooguit geïrriteerd, wanhopig, of gewoon kwaad. Misschien zelfs bezorgd, falend, bang?
De realiteit
Jeetje, dat had je niet voor ogen, toen je een broertje of zusje voor je oudste droeg. Toen je buik groeide en je fantaseerde over jouw kleuter en peuter, die zoet pruttelend met elkaar een toren zouden bouwen, of twee belhamels die bij van tikkertje achter elkaar aan zouden rennen, gierend van het lachen.
Hoe anders is het in de realiteit? Ze pakken van elkaar af, vechten, huilen, schreeuwen of klagen. Op die momenten lijkt het wel alsof ze helemaal niet blij zijn met elkaar. Dat is verdrietig.
Drees schreef nog meer brieven, zoals deze brief aan haar pasgeboren baby.
Wat verdrietig
Ja, het is verdrietig. Het is verdrietig voor jou, en voor hen. Mag dat verdriet er zijn? Mag de oudste voelen dat hij af en toe verlangt naar een leven (of een paar minuten) zonder klein broertje of zusje? Mag je jongste af en toe zodanig in tranen zijn dat hij zijn grote broer wel naar een andere planeet zou willen wensen? En mag jij dat zien en daar verdrietig om zijn?
Ruzie in huis is superstom. Maar onthoud, en dat zeg ik niet om te bagatelliseren: je bent niet alleen. Die van mij maken elkaar ook continu het leven zuur. En als ik de geluiden van de buren goed interpreteer… Je zou haast blij zijn dat anderen hetzelfde leed lijden als jij. Als wij.
Lees meer in Samen spelen, wat nou delen?
Goed ruzie maken
Laten we eerlijk zijn, het is ook niet te vermijden. Want is het niet best logisch dat meerdere individuen, met elk hun eigen wensen, simpelweg af en toe strubbelingen hebben? Dat jouw kinderen een sterke eigen mening hebben, temperamentvol zijn en (nog) geen oog voor de behoeften van de ander hebben, helpt natuurlijk niet.
Ik hoor je denken: maar ik moet mijn kinderen hier toch bij helpen? En dat denk je terecht, denk ik. Maar helpen is niet hetzelfde als fixen. Goed ruzie maken is verdomd moeilijk. Zelfs volwassenen hebben er moeite mee. Goed ruzie maken moet je leren. Door het af te kijken bij papa en mama, en door het te oefenen. Maar: hun ruzie is hun ruzie. En als je slim bent, zorg je ervoor dat het ook de hunne blijft, want voor je het weet, ben jij niet alleen de bliksemafleider, maar ook het doelwit. Jij weet niet hoe het begonnen is, wie er het stomst van de twee is of wie gelijk heeft. Als er überhaupt sprake kan zijn van gelijk en ongelijk, of schuld en onschuld. Dus blijf van de inhoud van de ruzie af. Jij kunt het niet oplossen.
Wees een vertaler
Wat je wel kunt doen, is ze begeleiden. Wees als een onpartijdige, doch empathische intermediator voor je kinderen. Een vertaler. Zeg wat je ziet ‘ik zie hier twee kinderen die heel sip kijken’, probeer te raden wat er aan de hand is ‘klopt het dat jullie allebei op de schommel willen?’ en wacht op hun antwoord. En omdat jij geen kant-en-klare oplossingen aandraagt, schenk jij hen het vertrouwen om het zelf op te lossen. Biedt eventueel je hulp aan. ‘Vinden jullie het fijn als ik help een oplossing te vinden?’
Wees Zwitserland, maar dan zonder fout goud. Alsjeblieft, probeer geen partij te kiezen. Ik herhaal: kies geen partij. Ook niet voor de jongste, die zo hartverscheurend loeit. Of juist de oudste, die een perfecte afdruk van de tanden van zijn zusje in zijn arm heeft staan. Neem ze allebei bij je, en maak contact met de lijfjes van je kinderen, zodat ze weten dat je achter hen staat. En niet stiekem knijpen.
Knuffels, knuffels en nog eens knuffels
Is het dan echt zo erg als je degene die het hardst huilt als eerste troost? Nee, natuurlijk niet. Als er iemand vreselijk gewond is, dan weet je wel dat je begint met de eerste hulp (lees: troost). Maar waak ervoor dat het geen patroon wordt. Dat de kinderen leren: zonder mama kan ik/hij het niet oplossen. Of: als ik maar keihard schreeuw, dan krijg ik mijn zin wel. Of: ik krijg ook altijd de schuld, alleen maar omdat ik groter ben.
Biedt voor alle kemphanen je warme armen aan. Deel geen drommels, maar juist knuffels, knuffels en nog eens knuffels uit. Voor je kind om uit te huilen, om terug bij zinnen te komen. Om ook zelf weer even naar adem te happen en de liefde weer te laten stromen.
Neem afstand
En vergeet niet, lieve mama, dat je veilig bent. En dat je kinderen veilig zijn. Je schiet misschien in de vecht-vlucht-bevries-modus, omdat je al moe, geprikkeld of hongerig was. Daardoor reageer je alsof je kleine schatje door een leeuw wordt aangevallen, maar het is alleen maar zijn grote zus. Onthoud dat, en zeg het als een mantra tegen jezelf: ‘ik ben veilig.’ ‘Dit is geen noodsituatie, maar alleen maar twee kinderen die ruzie maken.’ Op die manier lukt het je misschien wel om de broodnodige afstand te nemen. Want zeg nu zelf, twee kinderen die ruzie maken, dat is toch helemaal niet zo boeiend? Totdat het jóuw kinderen zijn die ruzie maken. Dan wordt het ineens persoonlijk.
Je kunt het, lieve mama. Ook als het je vandaag niet lukte, lukt het je morgen vast. Of overmorgen. En als jij een keertje tegen de boze kinderen blèrt: ‘kappen met dat geschreeuw!’, onthoud dan dat je altijd nog sorry kunt zeggen. Ook goed goedmaken en verantwoordelijkheid nemen voor je fouten kun je voorleven.
Je bent verbonden
En misschien, met een hele berg doorzettingsvermogen, zelfdiscipline en liefde, lukt het je wel om een klimaat te creëren waarin het fijn is om elkaars familieleden te zijn. Waarbij je verbonden bent, in goede en in slechte tijden. Ook als er ruzie of gewoon onenigheid is. En hopelijk zie je dan een glimp van die wens werkelijkheid worden, als de kinderen opeens toch naast of met elkaar spelen, lachen of kletsen.
Gefeliciteerd, wat een rijkdom.
Liefs,
Drees
Meer lezen:
Eva Bronsveld | Samen spelen, wat nou delen?
Laura Markham | Ontspannen ouders, blije broers en zussen
Drees Koren is mama van Luka (7), Jep (5) en Numi (2,5) en tekstschrijver. Op zegmaarmama.nl blogt én tekent ze over natuurlijk ouderschap met vallen en opstaan.
Fotografie Jana Boekholt