Ik vraag mijn zoontje van vier of hij in de kring wil vertellen over het weekend; we hebben zo leuk in het bos gespeeld! Even lichten zijn ogen enthousiast op, dan zakt zijn kin op de borst. ‘Ze horen mij niet in de klas.’ Met die woorden legt hij precies de vinger op de zere plek. We hebben overvolle klassen. Dit is een brief aan de juf van mijn zoon, maar ook aan alle andere juffen en meesters, en aan de juf die ik zelf ben.
Lieve juf, lieve meester,
Je hebt 35 kleuters in je klas, ze passen maar met moeite in een kring. Sommige jongsten huilen ‘s morgens als ze afscheid nemen van hun vader of moeder. Je neemt ze liefdevol op schoot in de kring. Terwijl je ze probeert te troosten springen er wat jongens rond die niet doorhebben dat de kring al is begonnen. Een paar oudste kleuters maken dankbaar gebruik van de consternatie en stoeien uitgelaten met elkaar.
Tijdens het zelfstandig werken ben je druk met de oudsten. Over een paar maanden moeten zij klaar zijn voor groep 3. Rekenbegrippen, leesvoorwaarden, Schrijfdans. Dat alles zorgvuldig geregistreerd in dossiers, gevangen in Cito-scores.
Dan heb je ook nog je handen vol aan dat ene kindje waar je je zo’n zorgen om maakt, de tweeling met de taalachterstand, het meisje dat alweer in haar broek heeft geplast en die drie jongetjes die altijd aan het ruziën en schreeuwen zijn. Om nog maar te zwijgen over de rugzakleerlingen die in hun rugzak niet de middelen hebben die jij als leerkracht nodig hebt om ze te helpen.
Niks aan de hand
Gelukkig zijn er ook een paar kindjes waar ‘niks mee is’. Ze huilen niet, ze schreeuwen niet en vechten niet. Ze blijven keurig op hun stoeltje zitten, ook als ze eigenlijk niet weten hoe ze hun werkje moeten doen. Bij het hoeken kiezen maken ze het liefst een tekening; ze weten niet waar de auto’s liggen en de grote jongens zijn zo wild bij de blokken. Als ze vallen op het schoolplein laten ze zich troosten door hun grote zus; het bankje van de juf is al zo vol.
Lieve juf, ik vraag je als moeder, als collega, heb ook oog voor de ‘makkelijke’ kinderen in je groep. Maak tijd voor een aai over de bol, een klein gesprekje. Verras jezelf en speel eens tikkertje samen op het schoolplein. Al ben ik niet verbaasd als je voor dat laatste de puf niet hebt. Je klas is te groot en te complex. Is het niet vreemd dat op de kinderopvang en peuterspeelzaal een leidster maximaal acht kindjes onder haar hoede heeft en er voor een kleuterjuf geen limiet lijkt te zijn? Mocht je denken dat het helpt: ga vooral staken. Ik houd mijn zoontje met alle liefde een dagje thuis. Het is tijd voor een duidelijk signaal. Ieder kind wil gezien worden, gehoord worden, bevestigd worden in zijn aanwezigheid. Ook al is de stem zacht en bedeesd.
Op 27 juni staakt leerkracht Julia Steenwegen om meer aandacht voor overvolle klassen te vragen.
Nynke Bos woonde en werkte een jaar met haar gezin (vrouw plus 3 maffe kinderen) in Laos. Nu opent zij, terug in Nederland, haar praktijk voor kindbegeleiding. Haar boek over de wereldse reis met haar gezin is nu te bestellen.