We gaan samen een weekend naar Groningen voor de David Bowie-tentoonstelling. Met de trein en in een hotel. En ondanks een drukke week, met halfzieke kinderen, een brakke nacht door een verjaardag en, oh ja, de zomertijd, voelen we ons verbazingwekkend fris en monter die ochtend. We vertrekken naar de trein met op onze ruggen wat bagage en een hangerige dreumes.
Het duurt zo laaaaaang!
‘Zijn we er al?’ vraagt Sofie (4) bij Nijmegen Lent, het eerste station waar de trein stopt. ‘Nee, dat duurt nog wel even.’ ‘Hoe lang?’ ‘Nog bijna twee uur.’ ‘Hoe lang is dat?’ ‘Dat is vier keer een lang filmpje.’ ‘Oh.’ Even later: ‘Waarom zijn we er nog niet? Het duhuhuhuurt zo laaaaaang!’ En dat vervolgens om de tien minuten. Een ware uitdaging om frustratie niet te laten prevaleren boven verbinding maken met mijn kind en mijn wens verder te komen in mijn boek.
De hotelnacht is door gespook van Simon (1) al even kort als die ervoor en we kijken elkaar bij het ontbijt wat uitgewrongen aan. Simon keert traditiegetrouw zijn volle glas sap al om voordat wij aan tafel zitten en Sofie kiest ervoor om van de twaalf meter buffet slechts wat toast en een doosje vruchtenhagel te eten, terwijl ik zo onvoorwaardelijk mogelijk probeer haar nog wat gezonds aan te praten.
We kijken elkaar wat uitgewrongen aan
Dwaalspoor
Het museum is druk en in een trage polonaise schuifelen we langs foto’s, video’s en andere relikwieën van Bowie. Ondertussen proberen we de balans te behouden tussen aandacht voor de tentoonstelling en de kinderen die, begrijpelijkerwijs, weinig interesse tonen en liever buiten zijn. Halverwege signaleert Pieternel een poepluier en wurm ik mij met Simon op de arm tegen de stroom in naar de wc’s bij de ingang. Het blijkt loos alarm, een goeie scheet heeft ons op een dwaalspoor gezet, en dus wring ik mij weer terug de tentoonstelling in, om vervolgens van Sofie te horen dat ze ook moet plassen… Grrrr.
Het is te gemakkelijk om me te laten leiden door frustratie
Terug in de trein bedenk ik hoe gemakkelijk het is mij te laten leiden door frustratie over alles wat er ‘mis’ gaat als ik met kinderen op pad ben. Dat is geen kunst. Het is té gemakkelijk om daarin op te gaan en de sfeer door te laten bepalen. Geen uitdaging aan, concludeer ik.
We can be Heroes
Ik vind het juist de uitdaging om te blijven ademen en glimlachen bij wat er gebeurt. Dan kunnen we samen genieten van thee met appeltaart, hand-in-hand rennen door hotelgangen, twee uur lang met elkaar op bed liggen grinniken om een eindeloze reeks pijnlijke coyote-mislukkingen in roadrunner-cartoons, tegen elkaar aan in slaap vallen in de trein, verder komen in dat fijne wegdroomreisboek-over-die-man-die-te-paard-van-Mongolië-naar-Hongarije-reist en ja, geïnspireerd raken door Bowie: doen wat je werkelijk wilt ‘against all odds’.
We can be heroes, forever and ever. Met kinderen en al!
Robert Tannemaat is naast vader van Simon (1,5) en Sofie (4) en natuurliefhebber ook trainer in groei en gelijkwaardige samenwerking.