‘Ik weet niet of ik alles wel heb.’ Noek zucht en kijkt voor de derde keer vanochtend zijn schoolspullen na. ‘Straks kom ik nog te laat.’ Frans, Duits, wiskunde en gym. Ja, het klopt. Broodtrommel, waterflesje, appel. Ook dat klopt. Sleutelbos, mobiel, jas, pet. Hij geeft me een snelle knuffel en stapt de deur uit. Thijn loopt nonchalant achter hem aan naar de schuur. Als je in de derde klas zit, maak je je blijkbaar niet meer zo druk over je schoolspullen en of je wel op tijd komt. De jongens pakken hun fietsen, zwaaien en rijden weg. De wijde wereld in.
Meefietsen met de jongste
Alleen Roos is nu nog thuis. Ze trekt haar schoenen en jas aan, terwijl ik haar tas in pak. Broodtrommel, beker, komkommer. ‘Je komt me wel halen toch?’ vraagt ze. Ik til haar op, geef haar een stevige knuffel en grom ‘natuurlijk!’ in haar oor. ‘Dat kriebelt!’ lacht ze. Nadat ze Wendy een knuffel heeft gegeven loopt ook zij loopt de deur uit. Ze pakt haar fiets uit de schuur en zwaait. Een flits van wapperend blond haar en ze is weg. En dat voelt heel gek.
Dat Noek en Thijn zelfstandig ieder naar een andere kant van de stad fietsen voor hun middelbare school voelt normaal. Maar dat mijn kleine Roos – die nu ruim 9 is – vijf minuten naar haar vriendin fietst om samen nog eens vijf minuten naar school te fietsen, dat zorgt voor een kriebel in mijn maag.
Best relaxed
Vorig jaar keek ik verlangend uit naar het moment dat ik ‘s ochtends niet meer op de fiets hoefde te stappen om Roos en Noek naar school te bregen. Ook al regende het bijna nooit en was het ook nooit echt koud, het leek me heerlijk om gewoon thuis te kunnen blijven. Op mijn gemak de ontbijtspullen op te ruimen, koffie te zetten en de dag in alle rust te beginnen.
En nu is dat de werkelijkheid. Ik sta om acht uur de vaatwasser in te ruimen en maak koffie. Tien minuten later genieten Wendy en ik van een rustig huis. De kat klimt op schoot en we glijden langzaam en ontspannen de dag in.
Het gaat zo snel
Maar er knaagt ook iets. Ergens mis ik het ritje naar school. De gesprekken die we onderweg voerden over haar klasgenoten of de juf. Of dat Roos – als ze nog moe was – achterop bij mij ging zitten en haar hoofd tegen mijn rug aan legde. Dat ik haar favoriete Katy Perry liedjes zong, totdat ze geïrriteerd zei dat ik moest stoppen omdat het echt ‘beschamend’ was.
En zo miste ik het jaar daarvoor dat we met z’n drieën naar de basisschool fietsten. Of dat ik – nog veel eerder – met twee kinderen in de zitjes op de fiets en eentje op zijn eigen fietsje ernaast door het park slingerde en ze wees op de eksters en de kraaien. Of die fijne fietstochtjes met een van de kinderen als baby in de draagdoek op mijn buik.
Niets blijft. Maar gelukkig sta ik straks om twee uur op het schoolplein. De terugrit heb ik nog wél. Voorlopig.
Jeroen de Jong is vader van Thijn (2002), Noek (2005) en Roos (2008) en inspireert mannen de beste vader uit zichzelf te halen via praktijkvader.nl. Ook geeft hij samen met zijn vrouw Wendy relatie-trainingen, ‘Liever de liefde!’, voor stellen.
Verder lezen
https://kiind.nl/article88/