Mijn kinderen hebben hun opa nooit gekend. Wat zou mijn vader dit grappig hebben gevonden, denk ik geregeld als een van mijn kinderen weer wat uithaalt. Wat zou hij een leuke opa zijn geweest! Paardje rijden op zijn knie, balletje rollen in de tuin, voorleesmarathon op de bank, een grapje, een dikke knuffel. Als je de hik hebt houdt hij je grote teen vast, en het werkt ook nog. Hij zou genoten hebben, zo trots zijn. En na een dag spelen zou hij weer genieten van de rust in zijn eigen flatje.
Ruim acht jaar geleden beloofde ik hem dat er kindjes zouden komen. We zaten voor de laatste keer in het zonnetje in de achtertuin. Zijn dood hijgde ons al in de nek. Slechts een paar weken hadden we om ons daar op voor te bereiden, maar geen van ons was er klaar voor.
Post na de dood
Bij het opruimen van zijn huis vond ik een brief: ‘voor Nynke, te overhandigen als ik overleden ben’. Door mijn vader geschreven toen ik een jaar of acht was. In de brief beschreef hij hoe hij zichzelf herkende in mij. Hoe hij zich mateloos kon ergeren aan een aantal van mijn eigenschappen, puur omdat hij zich daar bij zichzelf aan ergerde. Ik was als een spiegel voor hem waarin hij niet alleen zag wat hem aanstond. Hij beschreef zijn boosheid, boos op zichzelf omdat hij als mijn vader enkel liefde zou willen voelen.
Ik was als een spiegel voor mijn vader
Twee jaar na zijn dood kwam inderdaad het eerste kindje, een tweede en derde volgden. Nog elke dag denk ik aan de vader die ik mis en aan de opa die mijn kinderen moeten missen. Aan de opa die hij nooit heeft mogen zijn. In mijn kinderen herken ik mijn vader. Zijn blik, zijn humor, maar ook zijn temperament.
Herkenning in mijn kinderen
Uiteraard herhaalt de geschiedenis zich. In mijn oudste dochter herken ik naast mijn humor en creativiteit ook wat eigenschappen die ik liever niet zou zien. Niet bij haar en ook zeker niet bij mezelf. Ze herinnert me aan hoe ik als kind was, hoe moeilijk ik het als puber had. Als ik mijzelf in haar terug zie, maak ik mij zorgen. Wat had ik graag alleen mijn krullen een generatie verder zien gaan.
Mijn vaders brief spookt door mijn hoofd. Ook hij maakte zich zorgen. Ook hij had zo graag alleen zijn grote blauwe ogen aan mij doorgegeven. Maar in de jaren voor zijn dood heeft hij gezien dat zijn dochter een geheel eigen jonge vrouw was geworden, ondanks en dankzij zijn doorgegeven obstakels. Hij was trots, stond onvoorwaardelijk achter mijn keuzes en vergissingen. Er zat niks meer tussen ons, ik voel alleen maar liefde als ik aan hem terugdenk.
Door zijn brief bereik ik dit punt van trots jaren eerder. Mijn dochter is een heel eigen mensje. En ook zij komt er wel, ondanks én dankzij de hindernissen die ze via mijn genen meekrijgt. mijn dochter heeft haar opa nooit gekend. Maar dankzij opa Ed kan ik voor mijn dochter de ouder zijn die hij uiteindelijk ook voor mij was.
Meer lezen
Voor ouders:
Ik had je nog zoveel willen vragen, A. Levy
Rouwverwerking bij kinderen en jongeren, M. Spuij
Voor kinderen:
Ik had je nog zoveel willen zeggen, M. van Nieuwenhuyzen
Overal opa’s en oma’s, L. Erasmus