Ik ben zwanger! De dagen zijn een aaneenschakeling van hoogte- en dieptepunten. Na vier jaar over de tweede te hebben gedaan, met enkele vroege miskramen en een vervelende cyste, is deze derde, snelle zwangerschap een cadeautje! Elf zenuwslopende – blijft het deze keer zitten? – weken later, mag ik naar de verloskundigenpraktijk voor een eerste echo.
Ik parkeer de auto en tussen mij (jongste op de arm, oudste aan de hand) en de praktijk zit een drukke straat én een fietspad vol met scholieren. Het lukt me om fietspad- en weggebruikers te ontwijken en opgelucht stap ik aan de overkant de stoep op. Tegelijkertijd denk ik blij: ‘Een tweeling!’ Onderbuik, fingerspitzen? Daarna denk ik verward: ‘Een tweeling ?!’ en loop een beetje warrig de praktijk in.
Terwijl de oudste zich in de wachtkamer met de knopjes van een of ander medisch apparaat vermaakt, blader ik door tijdschriften op zoek naar tweelingweetjes. Het onderwerp laat me niet los. Ik lees dat je makkelijker een tweeling krijgt, als je boven de veertig bent, Afrikaans bloed hebt, tweelingen in de familie hebt, als je weldoorvoed bent of als je meer dan vier keer zwanger bent geweest. ‘Ik ben weldoorvoed, ik ben weldoorvoed, ik ben weldoorvoed’ herhaal ik hoopvol in mezelf.
‘Ik ben weldoorvoed’ herhaal ik hoopvol in mezelf
Als het stel dat tegenover me zit, de wachtkamer uitloopt voor hún echo, zeg ik: ‘Misschien zijn het er wel twee!’ Waarop de man zijn ogen ten hemel slaat en zegt: ‘Alsjeblieft zeg! Dat niet!’ Lachend kijk ik hem na en wacht onrustig op mijn beurt.
Even later lig ik zelf op mijn rug. De koude gel wordt met het apparaat over mijn buik gerold en ik verrek bijna mijn nek om het scherm goed te kunnen volgen. We zien maar één hartje. Ineens voel ik me teleurgesteld en word overmand door een grote leegte. Tot de echoscopiste zegt: ‘Wacht eens even…’ en ze gaat links over mijn buik… Rechts over mijn buik…
‘Ja’, zegt ze, ‘ik zie nog een hartje, het zijn er twee!’ Ik gil zo hard van blijdschap en opluchting dat allebei mijn kinderen zich rot schrikken en een potje beginnen te huilen. Ik begin ook te huilen, dus de echoscopiste snelt zenuwachtig naar de tissues. Als ik de kamer uitloop, kijkt de hele wachtkamer me met verschrikte gezichten aan.
Trillend en lachend bel ik buiten mijn lief.
‘Raad eens?’
‘We krijgen een tweeling, zegt hij.
Tirza van Schie vormt een huishouden met haar man, vier kinderen en haar tien jaar oudere, maar verstandelijk eeuwig zevenjarige zus. Ze publiceert versjes en blogjes op lentezoet.nl en heeft nu ook haar echte versjesboek in de winkels/onze webwinkel liggen!