Thijn zit aan het ontbijt met een grote glimlach op zijn gezicht. ‘Zaterdag gaan we voor de vlog van Bart een challenge doen in de stad.’ Thijn legt uit dat hij met twee vrienden de stad in gaat in en dat ze alledrie in een bepaalde tijd zoveel mogelijk foto’s moeten maken waar ze samen met iemand anders op staan. Wie de minste foto’s heeft moet als tegenprestatie een oud omaatje vragen of ze hem een knuffel wil geven. En alles zal – geïnspireerd door Enzo Knol – opgenomen worden en op YouTube worden gezet.
Ik hou er zelf van om de grens van het comfort op te zoeken – zo douche ik koud, geïnspireerd door Wim Hof, heb ik me laten overhalen om binnenkort een heuse mudrun te gaan doen en lag ik in januari een nacht onder een zeiltje in het bos. Ik gun Thijn dat gevoel van adrenaline, plezier en ongemak ook. Het gevoel dat je leeft.
De broer van een vriendje van school is overleden
Ondertussen zit Noek met een bedrukt gezicht aan tafel. Aan het begin van de week is de broer van een vriendje van school overleden. En morgen is de uitvaartdienst. ‘Ik heb geen zin,’ zegt Noek. Maar hij weet zelf ook dat er iets anders aan de hand is. Veel mensen, veel verdriet; en natuurlijk voelt Noek mee met zijn vriendje. Hij voelt aan hoe het is als je broer er opeens niet meer is. En hij wil de confrontatie met die gevoelens het liefst uit de weg gaan.
Mijn eerste reactie is om over het gevoel van Noek heen te stappen en inhoudelijk in te gaan op zijn ‘ik heb geen zin’. Voor ik er erg in heb, zeg ik dingen als ‘het gaat ook niet om zin hebben’ en ‘ik vind het ook niet leuk, maar we gaan toch.’ Wendy ziet eerder wat er aan de hand is. Ze vraagt naar zijn gevoelens, er vloeit een traan en Noek kan voelen wat er allemaal in zijn lijf gebeurt.
En dat is veel. Noek voelt als een tierelier. Hij kent zijn eigen gevoelens en kan ze heel precies verwoorden. Bovendien pikt hij de gevoelens van anderen gemakkelijk op. Dat komt voor hem samen in de kerkdienst van morgen. Wendy legt hem uit dat hij zich best voor de gevoelens van anderen mag afsluiten. Ze grijpt terug naar een oefening die ze allebei kennen. ‘Stel je voor dat je in een doorzichtig, gouden ei zit. Dat gouden ei beschermt je tegen alle gevoelens van anderen. Zo komen ze minder intens binnen. En kun jij beter bij jezelf blijven.’
Noeks gezicht klaart op. En nu kan ik vertellen hoe fijn ik het vond dat mijn vrienden er waren tijdens de uitvaart van mijn vader, drie jaar geleden. En dat het voor zijn vriendje ook fijn is om bekende en vertrouwde gezichten te zien op zo’n moeilijke dag. En dat ik snap dat hij ertegenop ziet. En dat ik er zelf ook tegenop zie. Noek knikt. Ik zeg wat ik vaker zeg: ‘ja, het is spannend en ja, we gaan het toch doen.’ Uit de comfortzone, het echte leven in.