Het begon met een idee. Een droombeeld van hoe ons leven ook zou kunnen zijn. We zouden de stad kunnen verruilen voor een rustig dorp. De doorgaande weg met al zijn bussen en ambulances inwisselen voor een staat waar kinderen nog gedachteloos kunnen touwtjespringen. Het uitzicht zou uit bomen en rivierlandschap bestaan in plaats van uit flatgebouwen en stoplichten. Onze kinderen zouden zelf naar school en naar vriendjes kunnen fietsen zonder dat verkeersaders hun pad doorkruisen. Op de lokale dorpsschool zouden duidelijk minder dan 34 kinderen in de klas zitten.
Op zoek naar het droomhuis
We woonden in een karakteristiek honderd jaar oud dubbel woonhuis met zonnige diepe tuin. Het liefst zouden we het pand met buren en al optillen en meenemen – geïnspireerd door de oudste dochter die zich ooit afvroeg hoe we het huis toch op z’n plekje hadden gekregen toen we het kochten. De zoektocht naar een prachtig oud huis op de perfecte locatie kon beginnen.
Kinderen in verwarring
In ons enthousiasme namen we de kinderen mee in deze zoektocht. Zo fietsten we op een openhuizendag met z’n allen langs verschillende woningen in een potentiele nieuwe woonplaats. De kinderen bleken andere criteria te hebben dan de moeders als het gaat om woningen beoordelen. Zo ging het oudste kind voor het huis met de woeste verstoppertjetuin, de middelste voor die met de lego-kamer en de jongste voor het huis waar ze een paaseitje had gegeten. “En, welke wordt het nou mam?” De teleurstelling en verwarring waren groot toen het geen van deze huizen werd.
De onrust groeide naarmate we meer huizen bekeken. De kinderen voelden dat er hen wat boven het hoofd hing, een grote verandering, maar hoe, wat en wanneer was nog vaag. De verdere zoektocht hebben we zoveel mogelijk in stilte voortgezet. Pas toen het goede huis gevonden was en ons eigen huis in de verkoop ging konden we er niet meer omheen. De paniek sloeg pas echt toe toen we in deze roerige tijd een paar dagen op vakantie gingen. “Maar we hebben nog niet alles ingepakt! Komen we hier dan nooit meer terug?”
Stoepkrijt en zelf fietsen
Het goede huis zag er overigens totaal anders uit dan het droombeeldhuis. Geen prachtig karakteristiek oud huis, geen groene diepe tuin op het zuiden. Nee, een doodgewoon rijtjeshuis (“Wow wat groot!” riep dochter uit bij het zien van de foto van het gehele rijtje) met stenige rijtjestuin. Een dakkapel op zolder en zelfs een plek voor de auto voor de deur. Verder is het droomplaatje werkelijkheid geworden. Het huis is een plek waar iedereen zich thuis voelt. Op straat wordt gestoepkrijt met kindjes uit de buurt, het bos is op loopfiets-afstand. De kinderen gaan met plezier – zelf op de fiets – naar een school waar alle juffen en meesters op gitaarles zitten en waar elke dag gezongen wordt. Jawel, het bestaat.
Verhuizen? Ja, juist als de kinderen nog jong zijn!
Nu geef ik 10 tips die ik zelf had willen hebben. Wij kozen voor een hoge betrokkenheid van de kinderen bij het verhuizen met alles erop en eraan. Achteraf was het misschien handiger dat we de route iets meer zonder hun inmenging uitstippelden.
Verhuistip 1: Stel je prioriteiten
Zet je prioriteiten op een rijtje. Natuurlijk wil je dat het nieuwe huis aan al je wensen voldoet maar wees hier wel realistisch in. Zeker met jonge kinderen in het gezin zul je wellicht enkele concessies moeten doen. Kijk verder dan het huis en de tuin. Probeer telkens je nieuwe leven voor je te zien op de nieuwe locatie. Is er een fijne school in de buurt, kun je wandelend boodschappen doen? Waar kunnen de kinderen op zwemles en is je huis voor oma bereikbaar met het ov?
Tip 2: Zeg niks tegen je kinderen
Betrek je (jonge) kinderen in het beginstadium nog niet bij de verhuisplannen. Het creeert onnodige onrust in het gezin. Omdat huizen bekijken en makelaars bellen geen avond-activiteiten zijn en kinderen bovendien je adrenaline zullen ruiken kun je er echter geen geheim van maken. Benoem waar jullie als ouders mee bezig zijn; het zoeken naar een fijn huis. Vertel dat het allemaal nog ver weg is en beloof meer te vertellen als de verhuizing concreet wordt. Een fijne aftelkalender kan dan veel inzichtelijk maken.
Tip 3: Bezoek een leeg huis
Bezoek het nieuwe huis pas als het leeg is. Kinderen zien vooral de details die niet bij het huis horen: de grote duplotrein, de skelter in de garage en het aquarium met goudvissen. Wat ze niet direct opvalt is de unieke lichtinval, de praktische keuken en de centrale ligging nabij scholen en uitvalswegen.
Tip 4: Geef veel uitleg
Leg duidelijk uit wat er meeverhuist en wat niet. Alle losse spullen gaan mee en de meubels ook. Maar de douche en de keuken bijvoorbeeld niet. De fietsen verhuizen met ons mee, maar de schuur niet. Het klinkt zo logisch voor ons, maar dat is het niet voor menig jong mens. Door dit duidelijk te bespreken of te tekenen voorkom je onnodige teleurstelling of paniek.
Tip 5: Pak zelf in
Laat kinderen niet meehelpen met inpakken. Beloof je kinderen dat je alles mee zal nemen. Kinderen zullen als eerste inpakken wat zij het allerbelangrijkst vinden. De autocollectie, lievelingsknuffels, favoriet broodbeleg. Precies die dingen die ze tot het laatste moment nodig hebben. En dat betekent – inderdaad – vaak herpakken.
Betrek je je kinderen graag in het verhuizen met alles erop en eraan, lees dan dit artikel.
Tip 6: Maak een Plan
Zorg voor een Plan op de verhuisdag zelf. Wie zorgt er voor de kinderen? Waar kunnen ze spelen? Het is voor het verwerkingsproces van kinderen heel goed om te zien dat alle dozen in de vrachtwagen worden geladen en er aan de andere kant ook weer uitkomen. Maar dit werkt alleen als je zelf de ruimte hebt om dit met alle geduld te begeleiden.
Als je zelf stijf staat van de stress, zal je kind dat haarfijn aanvoelen en in een extra dramatische brulbui belanden precies op het moment dat je kledingkast 3 cm te hoog blijkt te zijn voor je nieuwe slaapkamer. Zoek hier dan een middenweg in: bekijk samen hoe de eerste dozen de vrachtwagen ingaan en laat je kinderen aan het eind van de middag het nieuwe huis in als de meubels op hun plek staan.
Tip 7: Vind het samen spannend
Erken dat het spannend is. Een verhuizing is zowel voor kinderen als voor volwassenen een ingrijpende gebeurtenis. Of de reden nu een scheiding is, een nieuwe baan, of gewoon ‘zin in wat anders’, het is voor het hele gezin een flinke verandering die niet alleen maar leuk en gemakkelijk zal zijn. Bespreek met je kinderen dat je het zelf ook spannend vindt, het zal echt even wennen zijn. Leg uit dat de verhuizing uiteindelijk zal betekenen dat iedereen in het gezin zich fijn op zijn plek zal voelen.
Tip 8: Bied overzicht
Neem met je kinderen door wat er verandert en wat er hetzelfde zal blijven. Zo maak je het behapbaar. In ons geval: de kinderen blijven met dezelfde mensen in huis wonen en de structuur van de week blijft ook grotendeels gelijk; de schooldagen, de opvangdagen, weekendactiviteiten. Familieleden en goede vrienden zullen ze blijven zien. Klasgenootjes en buurtkinderen gaan ze minder zien; daar komen nieuwe vriendjes voor in de plaats.
Tip 9: Neem goed afscheid
Neem gedegen afscheid van het oude huis, van de buurt en de school. Het is het einde van een periode, daarna pas de start van een nieuwe. Loop samen een rondje door het huis, haal herinneringen op. Waar ben je dankbaar voor, wat was er heel fijn op deze plek?
Tip 10: Ontdek je nieuwe buurt
Ga samen op ontdekkingstocht in jullie nieuwe omgeving. Misschien weet je zelf de weg nog niet, dat is prima. Ga op zoek naar speeltuintjes, de bieb, het bos of gewoon een leuke modderplas. Lopend in een onbekende omgeving zijn veel kinderbeentjes snel moe, pak de (bak)fiets of draagdoek om de straal om het huis te vergroten.
Verder lezen
Verhuizen met kinderen, Vink
Plotter gaat verhuizen, Hilde Schuurmans
Nynke Bos woont en werkt in een Veluws dorp met haar vrouw en drie jonge kinderen. Ze geeft Yoga en Mindfulness voor kinderen.