Je werkdag zit erop. Tijd voor deel drie van de dag: het avondritueel. Vermoeide kinderen ophalen, eten koken terwijl je tussendoor stinkende poepluiers verschoont, en te midden van dat alles ook nog even probeert contact te hebben met je lief. Zit je eindelijk aan tafel – na tien keer op en neer lopen naar de keuken voor alles waar je niet in één keer aan dacht – hoor je een zeurend: ‘Ik heb dooohoorst! Waarom heb ik geen waaateeeeer?!’
Afijn, dit gebeurt vast niet bij jou. Maar wel bij mij laatst. [Zucht. En nog een keer: Zucht.]. Gelukkig was ik me wel bewust van de twee keuzes die ik had: chagrijnig reageren ‘dat ze zelf maar moet lopen-en-of-ze-dat-toch-ook-gewóón-kan-vragen! Of: rustig adem blijven halen, de eerste vecht-of-vlucht-impuls voorbij laten gaan en een kort gesprek aangaan waarvan de uitkomst is dat ik nu weet dat ze a. een (te) volle dag heeft gehad op school én BSO, b. eigenlijk graag naar bed gaat (maar dat niet wil zeggen) en dus c. gewoon niet meer gewoon kan vragen om water.
rustig adem blijven halen
Ha! Fijn… nu heb ik verbinding én rust. En loop ik met plezier voor de 11e keer naar de keuken om een glas water te halen. Lekker zen. Blij met mijzelf en mijn leven.
Verlicht via chaos
Wat later besef ik de schoonheid van ouderschap: het is een chaos, een inferno soms. Iets wat me verder van rust, balans en focus wegbrengt dan wat dan ook. Een (toen) nieuw leven waar ik na de laatste wee, als Alice in Wonderland, plotseling middenin viel, onwetend wat het eigenlijk in hield. Maar – oh wonderschone contradictie – wat mij verder brengt dan ik ooit zónder had kunnen komen. Want naast lief en (schoon-)ouders zijn mijn kinderen mijn grootste leraren. Een cliché natuurlijk, maar net zoals al die jeukerige tegeltjeswijsheden (‘wat worden ze snel groot hè?’) ook zó waar: alles halen ze uit de kast om mij die rust, balans en focus midden op het slagveld aan te leren. Want als ik bij de kinderen zen en verlicht kan blijven, kan ik het overal.
Dus daarom triggeren ze van alles in me. Van het kleinste kleuterachtige gedrag wat nog in me huist (en zo af en toe bij onbenullige situaties de kop opsteekt), tot oude pijnen waarvan ik zelf, klein als ik was, onbewust al van had besloten het te vergeten alsof het nooit gebeurd was.
Helderziende Sherlockjes
Als kleine helderziende Sherlockjes weten ze haarfijn de werkelijke waarheid over mij: die verwarde, meewarige, doortastende blik (‘doe ’s echt’) als ik dat leugentje om bestwil vertel en dan dat gevoel van verbinding als ik daarna besluit gewoon te zeggen hoe het echt zit. (Waarna ik mezelf dan vaak met een ietwat betrapt gevoel voorneem nooit meer oneerlijk te zijn tegen ze). Ik leer er zo veel van.
En oei, wat maakte mij dit de eerste jaren als vader streng tegenover mijzelf. Ik moest bij wijze van spreken de allerbeste vader zijn die er maar zou kunnen bestaan. Tijd, thuis en geduld hebben me intussen bijgeleerd wat ‘goed’ en ‘de beste zijn’ eigenlijk betekenen. Nu begrijp ik het spel. Het spel waarin ik leer ín die herrie en rotzooi in huis te ontspannen, met beide benen op de grond te blijven staan en ten volste voelen dat ik leef!
Kinderen zijn, al zijn ze wat klein, mega-katalysatoren voor zelfontplooiing. Een rol die ze met alle kracht en liefde die in die kleine lijfjes past vervullen en niet voor minder gaan dan het allermooiste. Fasten your seatbelts and enjoy the ride!
Meer lezen
Everyday blessings, Myla Kabat-Zinn
Mindful opvoeden in een druk bestaan, Susan Bögels