Column: We can go!

door Nynke Bos

Onvermoeibaar springt Lucie op haar bed.  ‘We can go! We can go!’ Waar gaan we in hemelsnaam naar toe ‘s morgens om kwart voor 7? ‘We can go, dat betekent springen in het Frans mama. Dat weet ik gewoon. Peppa big gaat altijd springen en dan roept ie: “We can go! We can go!”‘

Ik maak mij zorgen.

Ik ben namelijk met drie jonge kinderen in een ver land.  Ander klimaat, nieuwe cultuur, en -last but not least – een zeer vreemde taal. Talen moet ik eigenlijk zeggen. We worden ondergedompeld in een Laotiaans taalbad, daarnaast krijgen de oudste kinderen ook wat Engelse les op school. Een behoorlijke uitdaging voor een praatgrage kleuter, een peuter die nog stoeit met de Nederlandse grammatica en de uitspraak van medeklinkers, en een brabbelende baby. Nu heb ik gelezen dat jonge kinderen een (nieuwe) taal moeiteloos oppikken. Jonge kinderen leren een taal natuurlijk en niet aan de hand van ingewikkelde grammaticaregels en woordrijtjes. Als leerkracht van leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) heb ik dit wonder echter nog niet vaak mogen aanschouwen.  Ook als moeder heb ik gezien dat de taalverwerving op verschillende manieren kan verlopen. Wat gaat er gebeuren met de taalontwikkeling van mijn kinderen? Hoe gaan ze zich verstaanbaar maken op school?

Week 1. Vakantieontbijt

Lucie zoekt contact met de aardige serveerster die elke ochtend zo vrolijk ons ontbijt op tafel zet. Lucie kletst honderduit. Na een paar dagen is ze niet meer tevreden met de glimlach en aai over de bol die het haar oplevert. Dan doet de ideale situatie zich voor: er is flink geknoeid door babyzusje. ‘Mama, hoe vraag ik of ik een doekje mag om het op te ruimen?’ Vol vertrouwen gaat ze op pad. ‘Miss, please help me.’ Het werkt! Dan bedenkt ze het volgende plan. Met een lege beker loopt Lucie opnieuw naar de serveerster. ‘Please help me.’ Apetrots schuifelt ze terug met haar tot de rand gevulde beker. Dat wil Pim ook. Hij slaat zijn beker water achterover en al rennend roept hij ‘HELP! ME! HELP! ME!’ Het wordt een ontbijtritueel waarvoor we ons meerdere malen verontschuldigen bij de aardige serveerster.  Op een middag in het zwembad speelt Lucie dat ze dringend gered moet worden. ‘Help me! Please help me!’ Pim kijkt rond.  ‘Me is er nu toch niet?’

Week 4. Vientiane

We hebben inmiddels een eigen huis in Vientiane. Lucie en Pim hebben door dat dit geen gewone vakantie is. Dat we hier wonen, dat ze hier naar school zullen gaan en – met name Lucie – dat ze aan de slag moet om begrepen te worden. Het leren van nieuwe talen staat nu hoog op haar prioriteitenlijstje, want kletsen met de juf zal ze en vriendjes maken zeker ook. Dat ze hier maar vier vrienden heeft, heeft haar wel lang genoeg geduurd. Dus lezen we Engelse kinderboekjes ‘Eerst in het een-twee-drie, daarna in het one-two-three’. We tellen honderd keer tot tien en zingen ‘I like the flowers’ tot we er schor van zijn.

In haar fantasiespel met duplopoppetjes hoor ik Lucie vloeiend Engels brabbelen; overdreven Engelse klanken in niet bestaande woorden. Ze pakt het grondig aan!

Ondertussen proberen wij moeders zelf het Lao onder de knie te krijgen en stuntelen wat met de buren en op de markt. Als ik op een dag mijn geld aan het tellen ben: nung, song, saam,  gaat Lucie moeiteloos verder: sii, haa… siep! Wanneer heeft ze dát geleerd?

Bij Pim is de motivatie en vooruitgang minder zichtbaar. Vriendelijk doch dringend proberen we hem wat handige woordjes en zinnetjes te leren waarmee hij zich op school verstaanbaar kan maken. ‘Mag ik water?’ ‘Ik moet plassen.’ Dat soort dingen. Maar Pim ziet er het belang niet van in. Ik ben twee, ik ga gewoon op de grond liggen brullen totdat ik krijg wat ik wil. Gelukkig is daar Lucie. ‘Zeg maar water Pim.’ ‘Wotter.’ ‘Goed zo. Zeg maar one two three.’ ‘Wan to pee.’ Dat is dan ook weer opgelost.

Week 6. Op school

Het schooljaar is van start gegaan dus ook Pim en Lucie gaan nu dagelijks naar de Kindergarten. Na mijn lesdag haal ik ze op. Lucie geeft de juf een knuffel. ‘Bye bye teacher Noy,  kop jai laai laai.  See you tomorrow.’ Pim mompelt erachteraan: ‘Bye bye kop jai laai laai.’ Onderweg naar huis wordt ons op onze vaste route meerdere malen ‘Sabaidii!’ toegeroepen. ‘SABAIDII!!’ roept het tweetal in koor terug. ‘What is your name?’ ‘Lucie! I am four! Sii pi!’ ‘SEE YOU LATER!’

Het komt wel goed met die twee.  Hopelijk is het jaar lang genoeg zodat ze mij ook een woordje Lao kunnen leren spreken.

Nynke reist met partner en drie kleine kinderen naar Laos om daar minimaal een jaar als vrijwilliger les op een school te geven.

Boekentips

Word lid

In onze fijne online community verbind je met gelijkgestemden

Verder lezen

Waanzinnige Winter

Waanzinnige Winter

In de zomer ben je veel buiten, maar in een koude, gure winter heb je er vaak toch minder zin in. Je nestelt je met je kinderen in je warme huis en wil daar misschien het liefste een winterslaap doen. Toch is het belangrijk om ook ‘s winters naar buiten te gaan....

Column: Terug van de wereldreis

Column: Terug van de wereldreis

Tijdens de rit naar huis zitten de kinderen in stevige autostoeltjes vastgeklikt, wat ze niet alle drie even goed kunnen waarderen. Ik neem het vertrouwde Nederlandse landschap in me op. De rechte wegen met witte strepen. De duidelijke borden langs de weg. De...

Column: All-inclusive of kamperen?

Column: All-inclusive of kamperen?

Gingen we in ooit nog dapper kamperen met twee baby's, een peuter én onze oudste, nu waren we moe. Doodmoe. Ik weet niet meer precies waarom, maar de zorg was veranderd in sleur en nou ja... is er eigenlijk een reden nodig om moe te zijn, als je eenmaal kinderen hebt?...

Column: De volle grond

Column: De volle grond

Ik zou kunnen beweren dat ik een stadskind ben. Dat is in zoverre waar dat ik inderdaad in Amsterdam geboren ben. Maar ik ben opgegroeid in een dorpje in Gelderland, en de beste vriendin van mijn zusje en mij woonde op een boerderij. Ik weet dus waar de melk vandaan...

Kinderen leren ook door te lanterfanten

Kinderen leren ook door te lanterfanten

Vandaag de stad in, morgen naar het bos. En als je thuis blijft, voelt het alsof je je kind iets onthoudt. Nergens voor nodig. Kinderen leren juist ook van niets doen. Geef mij maar een todo-list tjokvol Dolce far niente, en dan zien we wel wat er dan spontaan uit de...

LEES GRATIS HET INTERVIEW MET ALFIE KOHN

Het interview met de grondlegger van het onvoorwaardelijk opvoeden in je mailbox? Je ontvangt meteen ook de Kiindnieuwsbrief vol inspiratie (uitschrijven mag).

Het is gelukt, we gaan een mail naar je typen! (check ook je spamfolder)

0